Medicijnen kunnen worden voorgeschreven voor andere ziekten of groepen patiënten dan waar ze voor zijn goedgekeurd. Dit zogenoemde ‘off-labelgebruik’ is onder voorwaarden wettelijk toegestaan en voorziet in een medische behoefte. Maar het kan op meerdere punten beter. Dit blijkt uit onderzoek van het RIVM.

Gebruik van medicijnen die worden voorgeschreven voor andere ziekten of patiënten dan waar ze voor zijn goedgekeurd, vindt meestal plaats wanneer er geen andere geschikte behandelmogelijkheden zijn. Zo komt off-labelgebruik bijvoorbeeld vaak voor bij aandoeningen bij kinderen of bij ernstige ziekten waarvoor nog geen goedgekeurde therapie bestaat. De mate waarin dit voorkomt verschilt per aandoening en geneesmiddelgroep, maar kan omvangrijk zijn. Van sommige antipsychotica wordt tussen de 52 en 60% off-label gebruikt.

Toestemming vragen

Onderzoekers van het RIVM constateren dat het off-labelgebruik van medicijnen beter kan. Zo laten artsen het in de praktijk soms na om hun patiënten te informeren en om toestemming te vragen wanneer zij geneesmiddelen off-label voorschrijven, ook al zijn ze daar wettelijk toe verplicht. Soms zijn artsen zich niet bewust van het feit dat men off-label voorschrijft. Het is belangrijk de kennis over off-labeltoepassingen toegankelijker te maken voor artsen en apothekers; deze kennis is nu versnipperd en niet altijd volledig beschikbaar. Om kennis te vergroten is het ook van belang beter bij te houden wat de werking en eventuele bijwerkingen van off-labelgebruik zijn.

Bijsluiter

Het heeft uiteraard de voorkeur om off-labelgebruik van een medicijn on-label te maken. Hiervoor moet de geneesmiddelfabrikant het initiatief nemen om het bewijs voor de effectiviteit en veiligheid van het gebruik bij de overheid aan te leveren. Als een fabrikant dit initiatief niet neemt, wordt het off-labelgebruik niet genoemd in de bijsluiter. Dit kan tot verwarring leiden bij de patiënt.