Vandaag heeft de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport)) de Tweede Kamer geïnformeerd over zijn besluit om de hielprikscreening uit te breiden. Het gaat om het toevoegen van 12 aandoeningen. De uitbreiding gebeurt in fases over de periode van 2018-2022. De uitbreiding levert gezondheidswinst op. Er worden bij meer kinderen ziektes opgespoord, die behandeld kunnen worden.

Uitvoeringstoets hielprikscreening

Begin juli 2017 adviseerde het RIVM de minister van VWS Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport) over de wijze waarop de hielprikscreening kan worden uitgebreid. Het advies was om dat gefaseerd te doen. Ook is voor elke aandoening aanvullend onderzoek nodig. Zo start in april 2018 een regionale studie (SONNET SCID-screening Onderzoek in Nederland met TRECs (SCID-screening Onderzoek in Nederland met TRECs)) om een ernstige, zeldzame immuundeficiëntie (SCID Severe Combined Immune Deficiency (Severe Combined Immune Deficiency)) toe te voegen aan de hielprik. Sinds januari 2017 werd de hielprikscreening al uitgebreid met twee ernstige, erfelijke bloedaandoeningen (alfa- en bètathalassemie).

Over de hielprik

In de eerste week na de geboorte worden enkele druppels bloed uit de hiel van het kind onderzocht op een aantal ernstige, zeldzame aangeboren ziektes. Een snelle opsporing van deze ziektes kan ernstige schade aan de lichamelijke en geestelijke ontwikkeling van het kind voorkomen of beperken. De meeste ziektes zijn niet te genezen maar wel te behandelen, bijvoorbeeld met medicijnen of een dieet.