In de tweede helft van januari 2017 hebben diverse landen in Noord-West Europa gemeld dat er radioactief jodium-131 in de lucht is gevonden. Noorwegen was het eerste land dat het meldde en sindsdien hebben ook Finland, Polen, Tsjechië, Duitsland, Frankrijk en Spanje de detectie van jodium-131 gerapporteerd. In de lucht in Nederland hebben we dit niet gedetecteerd.

Het jodium-131 is een door mensen gemaakte radioactieve stof. Het wordt bijvoorbeeld gebruikt bij de behandeling van schildklierkanker. De waarden die gerapporteerd worden zijn zeer laag, van 0,1 tot 5 microbequerel per kubieke meter. Van nature komen er verschillende radioactieve stoffen voor in de lucht in Nederland, zoals lood-210 en beryllium-7, ongeveer 4000 microbequerel per kubieke meter. De gemeten concentraties jodium leveren dus maar een kleine bijdrage aan de totale hoeveelheid van radioactiviteit die we dagelijks inademen.

Herkomst en maatregelen

Waar het jodium vandaan komt is onbekend. Er gaan op dit moment geruchten op internet dat het afkomstig zou zijn van een ongeval in een kernreactor of zelfs een test met een kernwapen. Dat is uitgesloten omdat er dan niet alleen jodium-131 vrijkomt, maar ook grote hoeveelheden cesium-134 en cesium-137 een andere radioactieve jodiumsoorten. En er wordt alleen maar die ene soort, jodium-131, aangetoond. Een wereldwijd netwerk van het CTBTO detecteert testen met kernwapens. Dit netwerk van de Verenigde Naties heeft geen alarm geslagen in de afgelopen weken. Men zou kunnen denken dat het innemen van jodiumtabletten een goed idee zou zijn om eventuele gevolgen van de radioactieve jodium-131 tegen te gaan. Maar omdat er geen gevaar is bij deze concentraties heeft het innemen van deze tabletten geen voordelen. Wél zijn er nadelen, omdat een deel van de mensen bijwerkingen zullen krijgen.

Meten in Nederland

In Nederland staat het meest gevoelige meetapparaat bij het RIVM. Onze detectielimiet (gevoeligheid, drempelwaarde) ligt bij ongeveer 1,7-1,8 microbequerel per kubieke meter. De ons omringende landen meten waarden die daar net boven liggen. Dat wij in Nederland geen jodium-131 vinden, kan liggen aan het feit dat het jodium later in Nederland is aangekomen, en daarbij wat meer verdund raakte, waardoor de concentratie onder de detectielimiet komt en dus niet geregistreerd wordt door de apparatuur.

Het meetapparaat van het RIVM kan hele kleine sporen radioactiviteit zichtbaar maken. Dat doet het apparaat doordat een luchtpomp 800 kubieke meter per uur aanzuigt. Dat is ongeveer 750 keer meer dan een mens inademt in een uur. Het stof in de lucht wordt opgevangen op een filter dat iedere week verwisseld wordt en nagemeten op radioactiviteit. De apparatuur van het RIVM is iets minder gevoelig dan de apparatuur van de landen rondom ons. In Nederland is in de afgelopen weken geen jodium-131 gevonden, ook al is er speciaal naar gezocht door onze specialisten.