Er is in Nederland bijna geen specifieke regelgeving voor hoeveelheden chemische stoffen in de binnenlucht en de mate van blootstelling aan die stoffen. Er is wel Europese regelgeving voor de aanwezigheid van stoffen in afzonderlijke producten en materialen. Vergeleken met Frankrijk, België en Duitsland is er in Nederland minder nationale regelgeving om de kwaliteit van het binnenmilieu te verbeteren.

Mensen worden in hun woning aan verschillende stoffen tegelijk blootgesteld. Chemische stoffen kunnen in woningen vrijkomen uit verschillende producten, zoals bouwmaterialen, wand- en vloerbedekking, elektronica, meubels, of schoonmaakmiddelen. In Nederland is er niet of nauwelijks zicht op welke en hoeveel chemische stoffen zich in het binnenmilieu bevinden. Daardoor is niet aan te geven of het vanuit gezondheidsoogpunt wenselijk is de hoeveelheid stoffen in de binnenlucht te verminderen.

Het RIVM heeft geïnventariseerd hoe de regelgeving over binnenmilieu in Nederland zich verhoudt tot die in andere EU Europese Unie (Europese Unie)-landen. Er blijkt vooral op Europees niveau regelgeving te bestaan. Daarnaast hebben enkele landen nationale regelgeving opgesteld. Deze nationale wet- en regelgeving betreft bijvoorbeeld etikettering van bouw- en decoratieproducten voor de uitstoot van vluchtige organische stoffen, monitoring van het binnenmilieu in woningen en openbare gebouwen, en nationale normen voor emissies uit bouwproducten en vloerbedekking.