Schimmels die op bijvoorbeeld granen, noten en vruchten voorkomen, kunnen giftige stoffen (mycotoxinen) maken die in ons voedsel terecht kunnen komen. Dat is meestal zo weinig dat dit geen gevaar voor de gezondheid vormt. Toch is het belangrijk om te volgen hoeveel van deze mycotoxinen men via voedsel binnen krijgt. Dat kan onder andere door mycotoxinen in urine te meten. Het RIVM heeft beschreven onder welke voorwaarden urine gebruikt kan worden om te berekenen hoeveel mycotoxinen mensen via voedsel binnenkrijgen.

De snelheid waarmee mycotoxinen via de urine worden uitgescheiden verschilt per mycotoxine. Dit onderzoek laat aan de hand van twee voorbeelden zien dat deze snelheid bepaalt wanneer en de manier waarop de urine moet worden opgevangen.