Bijna 11 procent van de jongeren op het voorgezet onderwijs geeft aan de afgelopen drie maanden gepest te zijn. Dit zijn 3 jongeren in een klas van 27. Dit blijkt uit de Gezondheidsmonitor Jeugd, een grootschalig onderzoek onder 100.000 jongeren naar leefstijl en gezondheid door de GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst)’en en het RIVM.

Pesten is bijvoorbeeld schelden, roddelen, vervelende berichtjes sturen, iets afpakken, spugen of iemand buitensluiten. Daarnaast geeft nog eens ruim 5% van de jongeren aan dat zij in de afgelopen drie maanden slachtoffer geweest zijn van cyberpesten. Voorbeelden van cyberpesten zijn iemand uitschelden via de telefoon, iemand in een tweet bedreigen, gemene roddels over iemand verspreiden op internet of vervelende foto’s of filmpjes van iemand op internet zetten. 

Uit het onderzoek blijkt verder dat jongens twee keer zo vaak pesten als meisjes, terwijl jongens en meisjes even vaak slachtoffer zijn van pesten op school. Meisjes zijn wel vaker slachtoffer van cyberpesten dan jongens. Daarnaast worden jongere leerlingen meer gepest, oudere leerlingen pesten vaker zelf. Vmbo voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs)-leerlingen zijn vaker slachtoffer als ook dader van pesten op school of via internet dan leerlingen op havo hoger algemeen vormend onderwijs (hoger algemeen vormend onderwijs) of vwo voorbereidend wetenschappelijk onderwijs (voorbereidend wetenschappelijk onderwijs)

Weerbaarheid, emotionele problematiek, ervaren gezondheid

De mate waarin jongeren gepest worden blijkt vooral samen te hangen met hoe weerbaar ze zijn, of ze emotionele problemen hebben en of ze zich gezond voelen. Weerbare jongeren worden ruim drie keer minder gepest dan jongeren die niet weerbaar zijn. Dit geldt ook voor jongeren die niet of nauwelijks emotionele problematiek ervaren of die zich gezond voelen. Jongeren die vaker worden gepest hebben meer emotionele problematiek en ervaren hun gezondheid als slechter. 

Gezondheidsmonitor Jeugd

GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst)’en hebben, in samenwerking met het RIVM, gegevens over gezondheid en leefstijl verzameld in het najaar van 2015. Bijna 100.000 leerlingen in klas 2 en 4 van het reguliere voortgezet onderwijs hebben hiervoor een digitale vragenlijst ingevuld. De Gezondheidsmonitor Jeugd vindt elke vier jaar plaats. Dit is de eerste keer dat de monitor landelijk geharmoniseerd is; alle GGD’en hebben de vragenlijst gelijktijdig en op een uniforme wijze uitgevraagd.