Het aantal ziekenhuisonderzoeken bij kinderen waarbij relatief hoge doses straling worden gebruikt, is de afgelopen jaren sterk gestegen. Zo nam het aantal CT-scans bij kinderen met grofweg 80 procent toe ten opzichte van 2005. De stijging doet zich ook onder volwassenen voor. Dit blijkt uit een onderzoek van het RIVM.

De belangrijkste aanleiding voor dit onderzoek vormt de recente publicatie van de resultaten van een grootschalige epidemiologische studie uit 2013 naar de risico’s voor kinderen van blootstelling aan ioniserende straling. Uit de studie blijkt dat het risico op kanker bij kinderen die een CT-scan hebben ondergaan groter is dan eerder gedacht.

Het was al bekend dat kinderen gevoeliger zijn voor ioniserende straling dan volwassenen. Dit komt doordat kinderen over meer sneldelend weefsel beschikken en omdat  zij meer levensjaren tegemoet kunnen zien, waardoor effecten meer tijd hebben om op te treden.

Kinderprotocollen

Uit het RIVM-onderzoek blijkt dat ziekenhuizen verschillend te werk gaan. Zo worden in kinderziekenhuizen speciale kinderprotocollen voor radiologische verrichtingen gebruikt, in algemene ziekenhuizen gebeurt dat niet altijd. Ook zijn er verschillen in het gebruik van tegen straling beschermende maatregelen.

In ongeveer de helft van de ziekenhuizen worden de gebruikte doses niet vergeleken met de zogeheten Diagnostische Referentieniveaus (DRN Diagnostische Referentieniveaus (Diagnostische Referentieniveaus)’s) voor kinderen. DRN’s zijn bedoeld als indicatie voor een aanvaardbare dosis waarmee een goed radiologisch beeld kan worden verkregen bij radiologische handelingen. Afdelingen radiologie zijn niet verplicht zich aan de waarden te houden.

Voor de toetsing aan een DRN is een minimaal aantal van twintig onderzochte kinderen nodig. Dit aantal wordt in veel ziekenhuizen niet gehaald. In de ziekenhuizen waar de toetsing wel wordt gedaan, worden deze waarden in gemiddeld één op de vijf gevallen overschreden.

Aanbevelingen

De oorzaken van het toegenomen aantal onderzoeken bij kinderen zijn niet bekend. Het is van belang dit nader uit te zoeken. Ook het geringe aantal vergelijkingen met de DRN’s en de regelmatige overschrijding ervan verdienen aandacht. Verder adviseert het RIVM om de kennis bij de kinderziekenhuizen breder uit te dragen naar de algemene ziekenhuizen, opdat alle ziekenhuizen bij kinderen gebruik maken van state-of-the-art-kinderradiologie.

Voor deze studie is literatuuronderzoek gedaan en een digitale enquête gehouden onder alle zeven kinderziekenhuizen in Nederland en 22 algemene ziekenhuizen.