Recent is er een nieuwe testrichtlijn beschikbaar gekomen voor het bepalen van schadelijke effecten van chemische stoffen op de vruchtbaarheid van de mens en de ontwikkeling van het ongeboren kind. Indien de nieuwe testmethode wordt toegepast kan het wettelijk verplicht aantal dierproeven op jaarbasis met 40% afnemen. Dat blijkt uit een rapport van het RIVM.

De nieuwe testrichtlijn, de Extended One Generation Reproductive Toxicity Test, vervangt de zogeheten twee-generatietest. In de nieuwe testrichtlijn worden effecten bij de eerste generatie nakomelingen méér en nauwkeuriger gemeten, zodat analyse van effecten bij de tweede generatie niet meer nodig is. Door deze werkwijze kan het aantal proefdieren per jaar met 40% afnemen.

Mogelijk nog meer reductie dierproeven

Het RIVM heeft nog een tweede methode onderzocht die tot een verdere afname van het proefdiergebruik kan leiden. Het vaststellen van de eventuele schadelijkheid voor de ontwikkeling van het ongeboren kind van nieuwe geneesmiddelen kan in de toekomst mogelijk beperkt worden tot het testen in slechts één in plaats van twee diersoorten. Uit een voorlopige analyse van beschikbare data blijkt voor de meeste stoffen dat de effecten niet veel verschillen tussen de twee diersoorten. Nader onderzoek zal uitwijzen welke van de twee diersoorten prioriteit moet hebben.

Dit onderzoek is uitgevoerd in het kader van het RIVM programma ter beperking van dierproeven en vernieuwing van de risicoschatting van chemische stoffen en geneesmiddelen.