Het RIVM heeft een overzicht gemaakt van normen voor de omgevingskwaliteit en is daarbij nagegaan in hoeverre deze normen bijdragen aan een gezonde en veilige leefomgeving. Daarbij is gelet op hoe de normen zich tot elkaar verhouden, hoe goed ze zijn onderbouwd en hoe ze uitpakken in de praktijk.

Normen helpen een basisniveau van gezondheid en veiligheid te realiseren, maar zijn geen doel op zich. De gezondheid en veiligheid van de (lokale) leefomgeving zou voor bewoners, bedrijven en overheden op een zo begrijpelijk mogelijke wijze inzichtelijk moeten worden gemaakt. Dat helpt hen bij het maken van keuzen over de inrichting van hun leefomgeving. Ten behoeve daarvan ontwikkelt RIVM een ‘indicator’ waarmee combinaties van effecten van meerdere leefomgevingsfactoren, zoals luchtvervuiling en geluidbelasting, op ziekte en sterfte in beeld worden gebracht.

Dit staat in het rapport “Gezondheid en veiligheid in de Omgevingswet. Doelen, normen en afwegingen bij de kwaliteit van de leefomgeving”.

Omgevingswet

In 2018 wordt de nieuwe Omgevingswet van kracht. Deze stelselherziening brengt bestaande regels voor beheer en gebruik van de leefomgeving bij elkaar om de besluitvorming over projecten in de leefomgeving te vereenvoudigen en verbeteren. Ook normen voor de kwaliteit van de leefomgeving vallen onder de stelselherziening.

In Nederland geldt als uitgangspunt dat onnodige belasting van de omgevingskwaliteit moet worden vermeden. Mens en milieu worden tegen maatschappelijk onaanvaardbaar geachte risico’s beschermd. In de afgelopen decennia is het dankzij deze uitgangspunten en door gebruik te maken van normen, gelukt om ons land op veel terreinen schoner, gezonder en veiliger te maken. Wel blijkt dat het geheel van normen ingewikkeld is.

Er kan niet snel inzichtelijk worden gemaakt hoe de normen eraan bijdragen dat de doelen gezondheid en veiligheid worden behaald. Dit komt enerzijds omdat er geen eenduidig praktijkgericht beeld is van wat we onder deze doelen verstaan. Anderzijds doordat normen op uiteenlopende manieren zijn bepaald en op verschillende manieren worden gebruikt. De normen houden bovendien geen rekening met een opeenstapeling van risico’s, terwijl die zich in de praktijk wel voordoet.

Onzekere, complexe of omstreden risico’s

Bij afwegingen over complexe of omstreden risico’s waarbij schadelijke effecten worden vermoed bestaat onzekerheid omdat eenduidige wetenschappelijke onderbouwing ontbreekt. Voorbeelden van dergelijke risico’s zijn de ondergrondse opslag van CO2 carbon dioxide (carbon dioxide), toepassing van nieuwe technologie of boren naar schaliegas.

Bovendien zijn morele dimensies dan van invloed op de besluitvorming, zoals vrijwilligheid (wordt een gezondheidsbedreiging aan burgers opgelegd of is sprake van een eigen keuze?) en billijkheid (worden de lusten en de lasten eerlijk verdeeld?). In deze gevallen is het van belang dat de overheid tijdig de dialoog over mogelijke morele dimensies met belanghebbenden aangaat. Dit rapport reikt hulpmiddelen aan die deze dialoog ondersteunen.