Richtwaarden voor het gebruik van röntgenstraling bij medische handelingen (diagnostische referentieniveaus) zijn vaak nog niet in het kwaliteitssysteem en de behandelprotocollen opgenomen. Slechts sommige ziekenhuizen monitoren wel in hoeverre de waarden worden gehaald zoals in de richtlijn beschreven. Dit blijkt uit een steekproef van het RIVM onder 20 ziekenhuizen.

De richtwaarden moeten helpen om blootstelling aan röntgenstraling door diagnostisch onderzoek te beperken. Bij deze blootstelling is er een kleine kans dat straling de lichaamscellen beschadigt. Dat kan leiden tot kanker. In de afgelopen tien jaar nam de stralingsblootstelling door medisch diagnostisch onderzoek toe vanwege een groeiend aantal onderzoeken.

De Nederlandse Commissie voor Stralingsdosimetrie heeft de diagnostische referentieniveaus in 2012 vastgesteld. Ze zijn bedoeld als indicatie voor een aanvaardbare dosis waarmee een goed radiologisch beeld kan worden verkregen, het zijn geen limieten. Afdelingen radiologie dienen de eigen gemeten dosis regelmatig te vergelijken met de referentiedosis, afwijkingen te onderzoeken en zonodig verbeteringen aan te brengen.

Toetsen van richtwaarden

Er zijn grote verschillen in de manier waarop ziekenhuizen de gemeten dosiswaarden aan de diagnostische referentieniveaus toetsen. Hiervoor bestaat een voorgeschreven werkwijze, maar die wordt in de praktijk niet altijd gevolgd. Vooral bij kinderen is dit lastig, omdat de meeste algemene ziekenhuizen weinig kinderen diagnosticeren. Daardoor zijn er onvoldoende gegevens beschikbaar om de voorgeschreven werkwijze uit te kunnen voeren.

Uit de door de ziekenhuizen geleverde informatie blijkt dat de gebruikte hoeveelheid straling doorgaans onder de richtwaarden blijft. Als dat structureel niet het geval is, komt dat doordat patiënten gemiddeld een hoog gewicht hebben (wat een hogere dosis vergt) of door de complexiteit van de procedures.

Om de implementatie van de diagnostische referentieniveaus te verbeteren, wordt de afdelingen radiologie aanbevolen naar elkaars ervaringen te kijken en daarvan te leren. Daarnaast moet worden onderzocht of de methodiek om de diagnostische referentieniveaus te toetsen voor kinderen aangepast kan worden. Dit is van belang omdat kinderen gevoeliger zijn voor röntgenstraling.

Onderzoek RIVM

Het RIVM onderzoekt ook in welke mate patiënten en personeel blootstaan aan straling door medische handelingen, of en hoe de doses omlaag kunnen en welke rol nieuwe technieken hierbij kunnen spelen.