Het aantal interventies dat wordt aangeboden om ouderen goed te laten eten, is beperkt en sluit niet altijd aan bij de leefsituatie van ouderen. Dat blijkt uit een inventarisatie van het RIVM. Het is van belang dat ouderen goed eten, omdat dit kan bijdragen aan hun gezondheid en functioneren en daarmee aan hun kwaliteit van leven en zelfredzaamheid.

Het RIVM heeft geïnventariseerd welke interventies instellingen aan ouderen aanbieden op het terrein van goede voeding. Daaruit blijkt dat het aanbod, met nog geen 20 interventies die vaak alleen lokaal worden aangeboden, gering is. De interventies zijn er vooral op gericht om chronische ziekten bij zelfstandig wonende ouderen te voorkomen. Twee derde van alle 65-plussers heeft echter al één of meer chronische ziekten.

Het aanbod van interventies sluit niet altijd aan bij de ondersteuning die ouderen nodig hebben om te zorgen voor gezonde voeding. Zo kost het doen van boodschappen meer moeite en wordt het bereiden van de maaltijd lastiger wanneer ouderen minder mobiel zijn, slechter zien, dementeren of een afname hebben in fijne motoriek.

Goede initiatieven laten onderzoeken

Uit een workshop met diverse experts bleek dat er naast bovengenoemde interventies ook goede praktijkvoorbeelden en maatschappelijke initiatieven bestaan die ouderen ondersteuning bieden, zoals de boodschappenbus die ouderen naar een supermarkt rijdt. Deze initiatieven zijn niet in het RIVM-onderzoek meegenomen. Wel zijn er aanwijzingen dat zulke voorzieningen niet goed bekend zijn bij de ouderen zelf, maar ook niet bij zorgverleners, mantelzorgers en gemeentes.

Aanbevolen wordt om initiatieven die in de praktijk succesvol lijken, te onderzoeken op effectiviteit, zichtbaar te maken en te promoten. Dit kan bijvoorbeeld via sociale kaarten en via de interventiedatabase van het Loket Gezond Leven, waarin het RIVM Centrum Gezond Leven een overzicht geeft op kwaliteit en effectiviteit beoordeelde interventies.