Wat hebben we de afgelopen eeuw met onze bodem gedaan? Hebben de zware metalen die in de toplaag van de bodem terecht zijn gekomen invloed op onze gezondheid? Kunnen we zonder problemen doorgaan met het gebruiken van onze bodems, of wordt dit door vervuiling steeds minder makkelijk? Waar heeft de bodem van nature een afwijkende samenstelling waar we rekening mee moeten houden? Vragen die aan de orde komen in een nieuwe atlas van ons land: de Geochemische Bodematlas. Een gezamenlijk product van het RIVM, Deltares en Alterra.

Deze Geochemische Bodem Atlas geeft een uniek overzicht van de chemische samenstelling van de bodem in Nederland. Bodemmonsters van meer dan 350 locaties zijn geanalyseerd op meer dan 40 chemische elementen.
De Atlas geeft onder andere interessante informatie over de door de mens beïnvloede toplaag van de bodem. Tot ver in de vorige eeuw kwam bijvoorbeeld extra lood in de grond terecht via het gebruik van loodhoudende benzine; via kunstmest kwam cadmium in de bodem. Ook van andere zware metalen als koper, arseen en zink vinden we hogere gehalten in de bovenste laag.

Volgens onderzoeker en één van de redacteuren van de atlas, Job Spijker van het RIVM laten de bodemanalyses zien “dat we duidelijk bezig zijn geweest met het vervuilen van de bodem. De invloed van bijvoorbeeld kunstmest of neerslag van lood uit de atmosfeer door uitlaatgassen zijn goed zichtbaar in de chemie van de bodem.”Gelukkig zijn er in de vorige eeuw op tijd maatregelen genomen om zware metalen uit kunstmest en brandstof te weren en erger te voorkomen. De gegevens uit de atlas laten zien dat de bewustwording op tijd kwam, we hadden niet langer door moeten gaan” aldus Spijker.

Ondanks die bewustwordingmaatregelen heeft de bijdrage van de mens zijn weerslag op zowel het functioneren van het ecosysteem als de kwaliteit van landbouwproducten. Dat alles is weergegeven in de atlas. De data in de Atlas zijn daarom ook geschikt om nieuwe metingen uit bijvoorbeeld grootschalig vervuilde gebieden zoals de Kempen of het Veenweidegebied beter te beoordelen. Is er sprake van risico of is de grond zonder verdere beperking geschikt voor gebruik? “Lokale overheden hebben met de atlas een goed overzicht en referentiekader  hoe ze verantwoord om kunnen gaan met de bodem en bodemkwaliteit”, zegt Spijker.

De atlas gunt de lezer ook een kijker in dieper gelegen delen van de bodem, die nog niet of nauwelijks door de mens zijn beïnvloed. Deze diepere laag laat de chemische samenstelling zien uit de tijd vóór onze moderne maatschappij. “De aandacht voor de kwaliteit van bodem en ondergrond lijkt in Nederland soms wat op de achtergrond te raken, nu de saneringsoperatie in zijn eindfase raakt” aldus Pauline van Gaans van Deltares. “Europa vraagt juist steeds meer aandacht voor het bewust omgaan met de belangrijke hulpbron die de bodem is, rekening houdend met de natuurlijke variatie.”

De lijst van elementen waaruit onze bodem bestaat, omvat uiteraard bekende metalen als cadmium, koper en lood en relevante meststoffen als fosfor en kalium. Maar daarnaast geeft de geochemische bodematlas ook inzicht in gehalten van elementen waarvan minder bekend is zoals thallium, uranium en lithium.
Daarbij gaat het niet alleen om de totaalgehalten van al deze stoffen. Deze geven onvoldoende inzicht in het risico van chemische elementen voor planten, dieren, en mensen. Daarom presenteert deze atlas ook metingen die gebruikt kunnen worden om de mobiliteit van de metalen of de plantopname te schatten, zogenaamde  ‘reactieve’ en de ‘beschikbare’ fracties van de elementen in de bodemmonsters. Daarmee is de Geochemische Bodem Atlas van Nederland uniek en een hulpmiddel bij ondermeer het maken van normen voor de bodem, en bij milieukundige en ecologische risicobeoordelingen.

De atlas is verkrijgbaar als open access publicatie of als hard-copy via Wageningen Academic Publishers, http://www.wageningenacademic.com/geo