Op 26 april organiseert het RIVM de Vasteprik-dag: een bijscholingsdag voor professionals uit GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst)’en en consultatiebureaus die betrokken zijn bij de uitvoering van het Rijksvaccinatieprogramma. In het kader van de Europese Vaccinatie Week ontplooien deze week meer dan 50 Europese landen activiteiten om het belang van vaccinaties te benadrukken. De Europese Vaccinatie Week (EIW) is een initiatief van de WHO World Health Organization (World Health Organization).

De Vasteprik-dag biedt een gevarieerd programma: van ontwikkelingen binnen het Rijksvaccinatieprogramma (RVP Rijksvaccinatie programma (Rijksvaccinatie programma)), veiligheidsbewaking, achtergronden over vaccinatiebereidheid bij religieus bezwaarden tot de ziekte mazelen. Allemaal onderwerpen die van belang zijn voor de dagelijkse praktijk van de RVP-professionals.
Deze dag draagt bij aan de doelstelling van de EIW: kennis en ondersteuning bieden aan professionals. Zij vormen een belangrijke schakel in het besluitvormingsproces over vaccinatie bij ouders.

Al meer dan 50 jaar beschermt het Rijksvaccinatieprogramma kinderen tegen infectieziekten. Door een hoge vaccinatiegraad (95%) komen veel van deze ziekten bijna niet meer voor in Nederland. De inhoud van het RVP is gebaseerd op onafhankelijke advisering naar de huidige weten-schappelijke inzichten door de Gezondheidsraad aan de minister van VWS Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport).
Het programma ontleent zijn succes aan de sterke keten van vaccininkoop en distributie, uitvoering van vaccinaties, goede voorlichting en bewaking van veiligheid en effectiviteit. Belangrijke pijlers daarbij zijn de lokale verankering in de Jeugdgezondheidszorg en de externe veiligheidsbewaking door Lareb Landelijke Registratie Evaluatie Bijwerkingen (Landelijke Registratie Evaluatie Bijwerkingen).

Ondanks de successen van het RVP zijn niet alle ziekten volledig onder controle: zo heerst er bof en komt kinkhoest vaak voor. Continue monitoring van het vóórkomen van RVP-ziekten is daarbij van groot belang en kan zo nodig aanleiding zijn tot bijstelling van het vaccinatieprogramma.

Het Rijksvaccinatieprogramma is nooit af. Het vraagt een continue alertheid en bereidheid om aanpassingen te doen. De epidemiologie verandert en er worden nieuwe typen vaccins ontwikkeld en geproduceerd. Ook de attitudes en wensen van de bevolking staan niet vast. Hierop moet steeds goed worden ingespeeld. Onder andere door goede monitoringsprogramma’s, adequate ondersteuning en voorlichting en door steeds opnieuw positie te kiezen in deze voortdurend veranderende omgeving. Uitgangspunten daarbij zijn effectieve, veilige vaccins en breed draagvlak voor het programma.