Vanaf 1 juli 2011 wordt het bloedonderzoek bij zwangere vrouwen verbeterd. Het gaat om twee uitbreidingen van het landelijk bevolkingsonderzoek waarbij zwangeren in het begin van de zwangerschap gescreend worden op infectieziekten (hiv humaan immunodeficientievirus (humaan immunodeficientievirus), Hepatitis B en syfilis) en immunisatie door rode bloedcellen.

Nederland zal als één van de eerste landen van Europa gebruik gaan maken van een nieuwe manier om in het bloed van de moeder de Rhesus D-bloedgroep van het ongeboren kind vast te stellen. Daarnaast zal nu ook gescreend gaan worden op de Rhesus-c bloedgroep. Het Centrum voor Bevolkingsonderzoek van het RIVM heeft deze wijzigingen samen met verloskundig hulpverleners, laboratoria en andere relevante partijen voorbereid.

Deze maatregelen leiden tot verbetering van de preventie van zwangerschapsimmunisatie : het verschijnsel waarbij vrouwen tijdens of ná een zwangerschap antistoffen kunnen maken tegen rode bloedcellen van het (ongeboren) kind. Deze antistoffen kunnen ernstige gevolgen hebben voor het (ongeboren) kind. Zonder behandeling kan dit leiden tot blijvende handicaps of zelfs tot overlijden van het kind. De screening op infectieziekten blijft ongewijzigd. Beide maatregelen volgen nadat voormalig minister Klink van VWS Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport) in juni 2010 het advies van de Gezondheidsraad uit 2009 grotendeels heeft overgenomen.

Invoering nieuwe methode : foetale Rhesus D typering

Al sinds de jaren ’60 krijgen alle zwangere vrouwen met bloedgroep Rhesus D-negatief direct na de bevalling van een Rhesus D-positief kind kant en klare antistoffen (anti D) toegediend. Dit om te voorkomen dat zij antistoffen maken tegen het bloed van hun (ongeboren) baby. Sinds de jaren ’90 krijgen zij dit ook tijdens de zwangerschap toegediend, óók als het kind Rhesus D-negatief is en de toediening van antistoffen eigenlijk niet nodig is. Met ingang van 1 juli 2011 is het mogelijk om al tijdens de zwangerschap de bloedgroep van het ongeboren kind vast te stellen. Met de nieuwe methode wordt DNA deoxyribonucleic acid (deoxyribonucleic acid) van het kind uit het bloed van de moeder gehaald om de Rhesus D-bloedgroep van het kind vast te stellen. Alléén Rhesus D-negatieve vrouwen die zwanger zijn van een Rhesus D-positief kind krijgen voortaan nog anti-D toegediend. Deze maatregel voorkomt het onnodig toedienen van een (schaars) bloedprodukt tijdens de zwangerschap. Ook verbetert de zorg voor zowel moeder als kind omdat ruim vóór de bevalling al bekend is of er direct ná de bevalling nogmaals anti-D moet worden toegediend. Voorheen moest de partner direct na de bevalling met een buisje navelstrengbloed naar het laboratorium.

Invoering screening op bloedgroep Rhesus c

Met de invoering van de screening op bloedgroep Rhesus c zal een aantal ernstig zieke kinderen worden voorkomen. Alle zwangeren die Rhesus c-negatief zijn, zullen in de 27e week van de zwangerschap nogmaals worden gescreend op de aanmaak van antistoffen. Vrouwen die Rhesus c-negatief zijn lopen namelijk een groter risico om laat in de zwangerschap alsnog antistoffen te maken tegen het bloed van het ongeboren kind. Het is belangrijk om extra alert te zijn bij deze vrouwen. De screening die met ingang van 1 juli 2011 wordt ingevoerd zorgt dat er tijdig kan worden ingegrepen.

RIVM

Het RIVM bevordert door onderzoek, uitvoering en ondersteuning de publieke gezondheid en een schoon en veilig leefmilieu. Het Centrum voor Bevolkingsonderzoek is onderdeel van het RIVM en regisseert en coördineert de landelijke bevolkingsonderzoeken. Deze onderzoeken worden uitgevoerd door een keten van samenwerkende organisaties.