Het stikstofoverschot in de Nederlandse landbouw is tussen 1992 en 2007 met bijna 40 procent afgenomen. Ook de nitraatconcentratie in het grondwater onder landbouwpercelen en de chlorofyl-a concentratie in het oppervlaktewater is gedaald.

Als gevolg van de Europese Nitraatrichtlijn heeft de Nederlandse landbouw veel maatregelen genomen om gebruik van stikstof te verminderen. Daardoor is het stikstofoverschot in de Nederlandse landbouw tussen 1992 en 2007 afgenomen met bijna 40 procent.

Het nitraatgehalte in het grondwater onder landbouwpercelen is in diezelfde periode sterk gedaald, vooral in de zandregio's. Daar daalde de gemiddelde concentratie van 140 mg/l naar 75 mg/l. Ook in de kleiregio's zijn de gehaltes gedaald tot ruim onder de norm van 50 mg/l. In de veenregio's is altijd weinig nitraat in het grondwater aanwezig geweest.

Sinds 1992 is de chlorofyl-a concentratie (een indicator voor de mate waarin het water eutrofieert) in regionale oppervlaktewateren die door de landbouw worden beïnvloed constant gedaald. De gemiddelde nitraatconcentratie in de winterperiode in het zoete oppervlaktewater vertoont een afname sinds 1998.

Zowel nitraatgehaltes in, als de eutrofiëring van het water neemt af. Het duurt enkele jaren voordat effecten van beleidsmaatregelen in de waterkwaliteit waarneembaar zijn. Verwacht wordt dat de effecten van de recente beleidsmaatregelen uit het huidige actieprogramma (2004-2009) over een aantal jaren (periode 2010-2015) te zien zullen zijn in de waterkwaliteit.