Overzicht van bijzondere meldingen, clusters en epidemieën van infectieziekten in binnen- en buitenland tot en met 1 oktober 2014.

ib oktober 2014

Auteur: E. Fanoy

Infectieziekten Bulletin, jaargang 25, nummer 8, oktober 2014

 

Binnenlandse signalen

Rabiës na een beet van een zwerfhond in India

Een vrouw werd in het ziekenhuis opgenomen met rabiës. Zij was in haar linkerhand gebeten door een zwerfhond in India. Ze zocht de volgende dag medische hulp en zou als postexpositieprofylaxe 4 rabiësvaccinaties hebben gekregen. Het is niet duidelijk welk vaccin is gebruikt, welk schema is gevolgd en of de wond volgens het protocol van de WHO World Health Organization (World Health Organization) is schoongemaakt. Ze kreeg geen rabiës immunoglobuline. Ongeveer 8 weken na de beet kreeg ze pijn in haar linkerhand die doorzette naar haar arm en nek. Enkele dagen later vertoonde ze hydrofobie, aerofobie en angstig gedrag en ze werd opgenomen op verdenking van rabiës. Uit huidbiopten van de nek, cerebrospinaal vocht en speeksel werd het rabiësvirus (genotype 1) geïsoleerd. Contacten van de vrouw zijn in kaart gebracht en hebben zo nodig postexpositieprofylaxe gehad. In India komt rabiës nog veel voor. Er zijn naar schatting 14.000 tot 20.000 patiënten per jaar; en bijna allemaal ten gevolge van een beet van een zwerfhond. (Bronnen: GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst), ProMED)

Poliovirus type 3-lozing in België met gevolgen voor Nederland

In België is op 2 september per abuis 45 liter geconcentreerd poliovirus type 3-oplossing geloosd. Het gaat om levend virus dat gebruikt wordt in de vaccinproductie. Via een rioolwaterzuiveringsinstallatie is dit in de rivier Laan terechtgekomen. De Laan is een zijrivier van de Dijle, die weer een zijrivier is van de Schelde, die in Nederland uitkomt in de Westerschelde. Door de autoriteiten in België wordt het risico voor de volksgezondheid als extreem laag beschouwd vanwege het verdunnende effect van de hoeveelheid water in de rivieren en de hoge poliovaccinatiegraad (95%) van de bevolking. Wel is aan de arbeiders van de rioolwaterzuiveringsinstallatie en aan personen die in aanraking zijn geweest met het water van de Laan zo nodig (booster)vaccinatie aangeboden.

Omdat in Nederland de vaccinatiegraad in de gemeenten langs de Westerschelde aanzienlijk lager is (tussen 76 en 95%) is er door het Centrum Infectieziektebestrijding van het RIVM samen met het Crisis Expert Team van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu een risicobeoordeling gemaakt. Hierin zijn het effect van de rioolwaterzuivering, de verdunning in de rivieren, het afsterven van het virus door de tijd en de invloed van de getijdewerking en de verschillende mogelijke bloostellingsroutes meegenomen. Op basis van de resultaten van de risicobeoordeling adviseren het RIVM en de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit om zelfgeraapte schelpdieren uit het oostelijk deel van de Westerschelde (ten oosten van de lijn Kruiningen-Perkpolder) goed te verhitten. Er is geen commerciële schelpdierteelt in dit gebied. Zwemmen en consumptie van zeegroente vormen geen risico. (Bron: FOD federale onderzoeks dienst (federale onderzoeks dienst) Volksgezondheid, RIVM)

Verhoogd aantal meldingen van legionellose

Het aantal meldingen van patiënten met legionellose in augustus 2014 was verhoogd: er waren op 10 september in totaal 78 patiënten met een eerste ziektedag in augustus. Dit is het hoogste aantal patiënten in 1 maand sinds de epidemie van 2010 toen er in augustus 137 patiënten waren. In 2011 en 2013 waren er in augustus respectievelijk 50 en 52 meldingen en in 2012 werden er in augustus 25 patiënten gemeld. Van de 78 gemelde patiënten hebben 33 patiënten de infectie in Nederland opgelopen, 27 in het buitenland en van 18 patiënten is deze informatie nog niet beschikbaar. Aangezien juli vrij warm was en augustus zeer nat, is het hogere aantal meldingen in augustus niet onverwacht. Uit onderzoek is gebleken dat dit weer-patroon meer Legionella-infecties tot gevolg kan hebben. Er zijn door de Bronopsporings Eenheid Legionella-pneumonie (BEL) geen grote clusters of bijzondere bronnen gesignaleerd. Vanuit andere Europese landen zijn geen berichten vernomen over een verhoogd aantal legionellosepatiënten. (Bronnen: RIVM, BEL, Brandsema et.al)

Meer binnenlandse leptospirosemeldingen

In de aangiftecijfers van leptospirose is het aantal patiënten dat de infectie heeft opgelopen in Nederland hoger dan in voorgaande jaren. Tot half september zijn er in 2014 49 patiënten gemeld, waarvan 28 de infectie opliepen in Nederland. In 2013 werden er 28 patiënten gemeld met leptospirose, waarvan 7 deze opliepen in Nederland. Veel infecties zijn met een PCR polymerase chain reaction (polymerase chain reaction)-test (polymerase chain reaction) gediagnosticeerd. Van de eerste 22 Nederlandse patiënten van dit jaar is er van 6 patiënten een serovar bekend en gaat het om 3 verschillende serogroepen. De patiënten komen uit verschillende regio’s van het land en melden verschillende plaatsen en manieren van besmetting. Leptospirose is een zoönose, die veroorzaakt kan worden door verschillende leptospiren. Bijna elk zoogdier kan een infectiebron vormen, maar bij ratten en muizen komen leptospiren het meest voor. Over het algemeen worden mensen besmet via door de gastheer besmette modder en oppervlaktewater. (Bronnen: KIT, RIVM)

Buitenlandse signalen

Lokale transmissie van dengue in Zuid-Frankrijk

In Zuid-Frankrijk zijn 2 patiënten in het Var-district (regio Provence-Alpes-Côte d’Azur) met dengue gemeld die door lokale transmissie waren besmet. Uit onderzoek bleek dat de patiënten niet hadden gereisd in de 15 dagen voor de eerste ziektedag en geen contact hadden gehad met reizigers naar endemische gebieden. Tijdens de incubatietijd had de patiënt verschillende plaatsen in het Var-district bezocht. Een RT Real Time (Real Time)-PCR-test (reverse transcriptie-polymerase chain reaction) op bloed liet zien dat het bij de eerste patiënt om het denguevirus serotype 1 ging. Bij de tweede patiënt ging het om sereotype 2. De Aedes albopictus-mug, één van de vectoren voor het denguevirus, werd in 2004 in Zuid-Frankrijk vlakbij de Italiaanse grens geïntroduceerd en heeft zich sindsdien naar het oosten en noorden verspreid. In de zomermaanden zijn gezondheidswerkers daarom ieder jaar extra alert op dengue. Er zijn eerder enkele patiënten met dengue geweest in Zuid-Frankrijk die door lokale transmissie waren besmet. In het Var-district komt de mug nu endemisch voor. Gezondheidswerkers in de regio zijn op de hoogte gesteld. (Bronnen: ECDC European Centre for Disease Prevention and Control (European Centre for Disease Prevention and Control), InVS)

Lokale transmissie van dengue in Japan

In Japan is de eerste patiënt met dengue gemeld sinds 1945, die door lokale transmissie is besmet. Van 1942 tot 1945 was er in Japan een grote uitbraak van dengue met ongeveer 200.000 patiënten. De patiënt woont in een stad vlakbij Tokyo. De Aedes albopictus mug is endemisch in grote gebieden van Japan. In september 2013 werd in Duitsland ook bij een Duitse reiziger uit Japan dengue vastgesteld. (Bronnen: ECDC, Eurosurveillance, Promed)

Ebolavirus in West-Afrika

Het aantal waarschijnlijke en bevestigde patiënten met ebola in Guinee, Liberia, Nigeria, en Sierra Leone was op 23 september 6.574 hiervan zijn 3.091 overleden. Ten minste 375 patiënten waren gezondheidswerkers waarvan 211 overleden. Het virus verspreidt zich momenteel snel en heeft de piek nog niet bereikt. (Figuur 1) Voor actuele informatie ga naar http://www.rivm.nl/. Angst, onwetendheid, bijgeloof en de hieruit volgende weerstand vanuit de bevolking, inadequate gezondheidszorgfaciliteiten en onvoldoende arbeidskrachten in bepaalde gebieden behoren tot de problemen waarmee de getroffen landen geconfronteerd worden. (Bronnen: ECDC, RIVM, CDC.)


 

Figuur 1 Epidemiologische curve van het cumulatieve aantal gemelde en voorspelde Ebolapatiënten in West-Afrika, 2013-2014 (Bron: ECDC)


Chikungunya-uitbraak in het Caribisch gebied

Sinds oktober 2013 is er een chikungunya-uitbraak gaande in het Caribisch gebied. Op 29 augustus waren in totaal 750.000 verdachte en laboratoriumbevestigde chikungunyapatiënten gemeld bij de WHO-PAHO World health organization/ Pan American Health Organization (World health organization/ Pan American Health Organization). In Brazilië zijn patiënten gemeld. Op Bermuda is de eerste autochtone besmetting gemeld. Begin september zijn op St. Eustatius 26 patiënten gemeld met een laboratoriumbevestigde infectie en op Bonaire 8 patiënten. Saba is het enige Caraibische eiland binnen het Koninkrijk waar nog geen autochtone transmissie is aangetoond. Op Saba zijn wel patiënten gemeld die elders waren besmet. (Bronnen: RIVM, PAHO)

Auteur

E. Fanoy, Centrum Infectieziektebestrijding, RIVM, Bilthoven

Correspondentie

ewout.fanoy@rivm.nl