Het Rijksvaccinatieprogramma in Nederland. Surveillance en ontwikkelingen in 2021-2022

Het Rijksvaccinatieprogramma in Nederland. Surveillance en ontwikkelingen in 2021-2022

Go to abstract

Samenvatting

Dit rapport bevat een erratum d.d. 29 november 2022 op pagina 421-422.

Het RIVM houdt elk jaar bij hoeveel mensen een ziekte krijgen waartegen vanuit het Rijksvaccinatieprogramma (RVP Rijksvaccinatie programma (Rijksvaccinatie programma)) wordt gevaccineerd. In 2021 kregen minder mensen zo’n ziekte dan in 2020. Dit komt waarschijnlijk door de coronamaatregelen, zoals afstand houden en handen wassen. Er waren vooral minder mensen met invasieve pneumokokkenziekte (ongeveer 1.250 personen), kinkhoest (74) en bof (1). Ook is het aantal meningokokkenziekte type W ziektegevallen (4) verder gedaald nadat deze vaccinatie in 2020 voor tieners is toegevoegd aan het RVP. Er waren in 2021 geen mensen met difterie, tetanus, mazelen, rodehond of polio.

Het aantal meldingen van chronische hepatitis B (743) was ongeveer hetzelfde als in 2020.  Tussen 2014 en 2019 waren dat er veel meer, toen per jaar zo’n 1.000 tot 1.100 mensen te horen kregen dat ze deze ziekte hebben. De daling komt waarschijnlijk doordat mensen tijdens de coronapandemie minder vaak naar een dokter gingen.

Alleen Haemophilus influenza type B (Hib haemophilus influenzae type b (haemophilus influenzae type b)) komt vaker voor dan vóór de coronapandemie. In 2020 en 2021 waren er 68 meldingen per jaar, vergeleken met 39 in 2019. Het RIVM onderzoekt de oorzaak. Het vaccin lijkt even effectief te zijn als in eerdere jaren. In 2021 zijn 1.703.102 kinderen gevaccineerd via het RVP. Zij kregen in totaal 2.219.341 vaccinaties. Ook hebben 115.886 zwangere vrouwen een vaccinatie gekregen die hun baby vanaf de geboorte beschermt tegen onder andere kinkhoest. Dit is de 22 wekenprik. De vaccinatiegraad in Nederland is iets lager dan vorig jaar. Dit komt voor een deel door de coronapandemie, waardoor sommige vaccinaties later zijn gegeven dan normaal.

De Gezondheidsraad adviseerde in juni 2021 om jonge baby’s tegen het rotavirus te vaccineren. In september 2021 adviseerde de Gezondheidsraad om meer risicogroepen uit te nodigen voor de griepvaccinatie, waaronder zwangere vrouwen. Het ministerie van VWS Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport) heeft in 2022 beide adviezen overgenomen. 

Vaccineren tegen de ziekte COVID-19 werkt goed om ernstige ziekte en sterfte te voorkomen, maar de bescherming neemt langzaam af. De booster- en herhaalvaccinaties zorgen ervoor dat de bescherming weer toeneemt.

Abstract

This report contains an erratum d.d. 29 November 2022 on page 421-422.

RIVM tracks how many people fall ill due to a disease that is included in the National Immunisation Programme (NIP). In 2021, fewer people got such a disease compared to 2020. This is very likely due to COVID-19 control measures such as social distancing and handwashing. There were especially fewer people with invasive pneumococcal disease (about 1,205 people), pertussis (74), and mumps (1). The number of notifications for meningococcal disease caused by serotype W (4) decreased further, after introduction of the vaccine for adolescents into the NIP in 2020. There were no notifications of diphtheria, tetanus, measles, rubella, or polio in 2021.

The number of chronic hepatitis B notifications (743) was about the same as in 2020. Between 2014 and 2019 there were many more notifications, with about 1,000 to 1,100 people being made aware they had this disease. The decrease is probably the result of a decrease in doctors’ visits and therefore diagnoses during the COVID-19 pandemic.

Only Haemophilus influenzae type b (Hib) occurred more frequently than before the COVID-19 pandemic. In 2020 and 2021 there were 68 notifications per year, compared to 39 in 2019. RIVM currently investigates the cause. The vaccine seems to be as effective as in previous years.

In 2021, 1,703,102 children were vaccinated as part of the NIP. They received a total of 2,219,341 vaccinations. Also, 115,886 pregnant women received a vaccination that protects their baby immediately after birth against, amongst others, whooping cough. Vaccination coverage in the Netherlands is slightly lower than last year. This is partly because of the COVID-19 pandemic, which caused some vaccinations to be given later than normally planned.

The Health Council of the Netherlands recommended in June 2021 to offer rotavirus vaccination to young babies. In September 2021, the Health Council recommended inviting more risk groups for flu vaccination, including pregnant women. The ministry of Health, Welfare and Sport adopted both recommendations in 2022.

Vaccination against COVID-19 works well to prevent severe illness and death, but the protection slowly decreases. Booster vaccinations increase protection again.

Uitgever

Instituut
Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu

Resterend

Grootte
9246 kb