Surveillance into zoonoses in veal calfs 2022

Surveillance into zoonoses in veal calfs 2022

Go to abstract

Samenvatting

Dit rapport bevat een erratum d.d. 04-12-2023 op pagina 89

Dieren kunnen ziekteverwekkers bij zich dragen waarvan mensen ook ziek kunnen worden. De ziekten die hierdoor worden veroorzaakt, noemen we zoönosen. In 2022 is de mest en neus van vleeskalveren op 180 Nederlandse bedrijven onderzocht. Ook is bij 55 kalverhouders, gezinsleden en medewerkers onderzocht of ze de ziekteverwekkers bij zich dragen. Het RIVM, de NVWA Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit) en WFSR Wageningen Food Safety Research (Wageningen Food Safety Research) (Wageningen Food Safety Research) hebben dit onderzoek gedaan.

Het onderzoek richt zich op verschillende ziekteverwekkende bacteriën. De belangrijkste zijn Campylobacter, STEC Shigatoxineproducerende E. coli-stammen (Shigatoxineproducerende E. coli-stammen), Listeria en Salmonella. Daarnaast is gekeken naar ESBL Extended spectrum beta-lactamases (Extended spectrum beta-lactamases)-producerende bacteriën, colistineresistente bacteriën en MRSA Methicilline-resistente Staphylococcus aureus (Methicilline-resistente Staphylococcus aureus). Deze laatste zijn belangrijk omdat veel soorten antibiotica daar niet tegen werken.

De meeste van deze ziekteverwekkers kunnen bij mensen diarree veroorzaken, maar bij mensen met een kwetsbare gezondheid kunnen infecties ernstiger verlopen. De ziekteverwekkers zitten meestal in de darmen van de dieren en dus ook in de mest. Het vlees kan tijdens de slacht besmet raken. Het is daarom belangrijk om kalfsvlees goed gaar te eten.

Campylobacter kwam het meeste voor en is op 96 procent van de bedrijven gevonden. Bij de veehouders en gezinsleden is deze bacterie bij 5 personen gevonden. Het waren wel andere typen Campylobacterbacteriën dan die de dieren op de bijbehorende bedrijven bij zich droegen. Deze mensen kunnen op een andere manier met Campylobacter besmet zijn geraakt, bijvoorbeeld via voedsel of andere dieren.

STEC-bacteriën, Listeria en Salmonella kwamen wat minder vaak voor, namelijk op 66 procent (STEC), 20 procent (Listeria) en 15 procent (Salmonella) van de bedrijven. Deze drie bacteriën zijn vaker gevonden bij bedrijven met zogenoemde rosé kalveren dan bij bedrijven met blanke kalveren. Twee personen droegen STEC bij zich en één deelnemer Listeria. Salmonella is niet bij de deelnemers gevonden.

ESBL-producerende bacteriën zijn op 27 procent van de bedrijven gevonden en bij 3 deelnemers. Het percentage bij de deelnemers is ongeveer hetzelfde als bij de Nederlandse bevolking. Veegerelateerde MRSA is op 25 procent van de bedrijven gevonden, vaker bij bedrijven met blanke kalveren, en bij 13 procent van de deelnemers; dit is hoger dan MRSA bij de Nederlandse bevolking. Ten slotte zijn op 2 procent van de bedrijven colistine-resistente bacteriën gevonden, maar niet bij de deelnemers. Bij de bevolking is dat 0,8 procent.

Abstract

This report contains an erratum d.d. 04-12-2023 on page 89

Animals can carry pathogens that can also cause disease in humans. Such diseases are known as zoonoses. In 2022 manure and nose swabs of veal calves was investigated at 180 Dutch farms. In addition, 55 livestock farmers, family members and employees were also tested for these pathogens. The study was carried out by RIVM, the Netherlands Food and Consumer Product Safety Authority (Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit, NVWA) and WFSR (Wageningen Food Safety Research).

The study focuses on multiple pathogenic bacteria. The most important are Campylobacter, STEC, Listeria and Salmonella. In addition ESBL-producing bacteria, colistin-resistent bacteria and MRSA are investigated. These bacteria are important because they are resistant to multiple groups of antibiotics.

Most of these pathogens usually cause diarrhea in humans, but the infections can sometimes be more severe in vulnerable populations. The pathogens are usually present in the animal’s intestines and therefore end up in the manure as well. Meat can become contaminated during slaughter. It is therefore important to only eat veal that has been thoroughly cooked.

Of the investigated pathogens, Campylobacter was found most frequently, namely at 96% of the farms. Among livestock farmers and family members, Campylobacter was found in 5 persons. The types of Campylobacter carried by the humans were different from the types found in the calves on their farms. These people could be infected by Campylobacter by other routes, for example via food or other animals.

Shigatoxigenic Escherichia coli (STEC) bacteria, Listeria and Salmonella were found less, on 66% (STEC), 20% (Listeria) and 15% (Salmonella) of the farms. These three bacteria were found more often on farms with so called rosé calves then on farms with white calves. Two persons carried STEC and one person Listeria. Salmonella was not found in human participants.

ESBL-producing bacteria were found on 27% of the farms and in 3 human participants. The percentage in human participants is comparable to the percentage in the general Dutch population. MRSA was found on 25% of the farms, more often in farms with white calves and in 13% of the human participants. This is higher than the percentage of MRSA in the general Dutch population. Finally, in 2% of the farms colistin resistant bacteria were found, but not in human participants. In the general population this is 0,8%.

Uitgever

Instituut
Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM

Resterend

Grootte
1175 kb