Samenvatting

Door het RIVM zijn op 28 juni 1988 rein- en ruw watermonsters genomen bij het pompstation Noordwijk. Tevens werden per te onderscheiden groep mengmonsters samengesteld van water afkomstig uit de produktieputten. In verband met mogelijke beinvloeding vanuit oppervlaktewater is tevens het water uit een sloot nabij de winning bemonsterd. Ook is een zeewatermonster ter plaatse van Langevelderslag genomen. In de watermonsters uit de produktieputten van het bedrijf werd geen atrazine aangetoond op het concentratieniveau van 0,01 mug/l of meer. Indicaties werden echter verkregen voor de aanwezigheid van atrazine op het niveau van 0,001 mug/l. In de monsters oppervlaktewater en zeewater uit de directe omgeving van het pompstation werd atrazine gevonden in de concentratierange 0,01-0,1 mug/l. In 2 contra-expertisemonsters "diepe winning", verkegen via het Laboratorium van de Gemeentewaterleidingen Amsterdam (GWA), werd eveneens op laag niveau (0,01 mug/l) atrazine aangetoond. Het meest opvallend is de gevonden concentratie in het contra-expertise monster "Zeewater-Zuidpier IJmuiden". Dit monster, dat eveneens verkregen werd van het laboratorium van de GWA, bevatte een gehalte aan atrazine van 0,09 mug/l.

Overig

Grootte
0MB