Cumulation of SVHCs and permit issuance (follow-up study 2023)

Cumulation of SVHCs and permit issuance (follow-up study 2023)

Go to abstract

Samenvatting

Bedrijven krijgen van de overheid een vergunning voor de hoeveelheid chemische stoffen, waaronder Zeer Zorgwekkende Stoffen (ZZS Zeer Zorgwekkende Stoffen (Zeer Zorgwekkende Stoffen)), die ze mogen uitstoten. De industrie stoot vaak mengsels van verschillende stoffen tegelijk uit naar water en lucht, maar de vergunningverlener beoordeelt meestal de risico’s per stof en niet van het hele mengsel. Mensen en het milieu kunnen aan zulke mengsels worden blootgesteld. De schadelijke effecten van een mengsel kunnen groter zijn dan de effecten van één stof (cumulatie). Hoe groot die kans is, hangt af van de samenstelling, de concentraties en de schadelijkheid van de stoffen.

In een eerder onderzoek heeft het RIVM verkend welke mogelijkheden er zijn om bij de vergunningverlening meer rekening te houden met het effect van een mengsel. Die mogelijkheden zijn nu verder uitgewerkt.

Het RIVM heeft onder andere methoden ontwikkeld om de effecten van stoffenmengsels voor mens en milieu te kunnen inschatten bij de vergunningverlening. Uitvoeringsinstanties, zoals omgevingsdiensten, kunnen deze methoden gebruiken. Het RIVM beveelt aan de voorstellen met uitvoeringsinstanties verder uit te werken, zodat ze in de praktijk goed zijn uit te voeren.

Ook heeft het RIVM een methode ontwikkeld om in kaart te brengen waar in Nederland ZZS het meest voorkomen en/of effecten hebben op mens en milieu. Deze informatie kan bijvoorbeeld helpen bij het al dan niet toestaan van uitstoot in een gebied waar al veel schadelijke stoffen in het milieu zitten.

Het RIVM benadrukt dat er nog onzekerheden zijn in deze methode en kaarten. Dat komt voor een groot deel door een gebrek aan gegevens over ZZS. Het RIVM werkt aan een database die meer gegevens over de uitstoot van ZZS door bedrijven op gaat leveren. Zo ontstaat naar verwachting een beter beeld van ZZS-mengsels in het milieu.

In algemene zin benadrukt het RIVM om zo min mogelijk ZZS naar de leefomgeving uit te stoten. Dat verkleint de mogelijke cumulatieve effecten van ZZS voor mens en milieu.

Abstract

In the Netherlands, companies are required to obtain government permits that dictate the amount of chemicals, including Substances of Very High Concern (SVHCs; Dutch ZZS), they can emit. Typically, industrial companies emit mixtures of various substances simultaneously to water and air. However, permit issuers often assess risks on a persubstance basis rather than considering the entire mixture. People and the environment may be exposed to these mixtures. The risk that a mixture will have harmful effects (cumulation) could be higher than the probability of the constituent substances having harmful effects individually. The level of this risk depends on the mixture’s composition, the concentrations of the individual substances and the hazard posed by them.

In a previous study, RIVM explored possibilities to better account for the effects of mixtures in the permitting process. These possibilities have now been developed further.

Among other things, RIVM has devised methods to actually gauge the effects of substance mixtures on humans and the environment during the permit issuance process. Authorities, such as environmental services, can use these methods in their work. RIVM recommends working together with these authorities to refine the proposed methods for practical applicability.

Furthermore, RIVM has created a method to map where SVHCs are most prevalent and/or where their effects on humans and the environment are most significant in the Netherlands. This information can aid decisions on permitting emissions in areas already burdened with significant environmental pollutants.

RIVM emphasises that uncertainties still exist in these methods and maps, mainly due to a lack of data on SVHCs. RIVM is developing a database that is expected to provide more information on the emission of SVHCs by companies, which will lead to a better understanding of SVHC mixtures in the environment.

In a general sense, RIVM stresses the importance of minimising the emission of SVHCs into the living environment. This will reduce the potential cumulative effects of these SVHCs on humans and the environment.

Uitgever

Instituut
Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM

Resterend

Grootte
2721 kb