Advice implementation monitoring function for the first 1,000 days

Advice implementation monitoring function for the first 1,000 days

Go to abstract

Samenvatting

Een goede start in het leven begint al voor de geboorte, zelfs nog voor de bevruchting en de zwangerschap. Kinderen die in de eerste 1000 dagen van hun leven blootstaan aan bijvoorbeeld stress, slechte voeding, rook of mishandeling, beginnen met een achterstand. Hierdoor kunnen zij zich op fysiek, mentaal en sociaal gebied minder goed ontwikkelen.

Het ministerie van VWS Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport) wil daarom meer inzicht krijgen hoe de zorg voor en gezondheid van (aanstaande) zwangeren en kinderen zich ontwikkelen in de eerste 1000 dagen. Het heeft het RIVM gevraagd een werkwijze voor te stellen om informatie hierover uit bestaande databronnen te halen. Denk aan gegevens over zwangerschappen van Perined en gegevens over sociale omstandigheden van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS Centraal Bureau voor de Statistiek (Centraal Bureau voor de Statistiek)). De bedoeling is om deze gegevens via een monitor met elkaar in verband te brengen en in samenhang te duiden. Voor dit advies heeft het RVIM het veld rond de eerste 1000 dagen betrokken, van vertegenwoordigers van zorgprofessionals en patiënten, tot beleidsmakers en onderzoekers.

Het RIVM adviseert om de monitor stapsgewijs te ontwikkelen in een learning community. Daarin werken vertegenwoordigers van zorgprofessionals en patiënten, beleidsmakers en onderzoekers samen en leren ze van elkaar. Door stapsgewijs te werken, transparant te zijn en open te staan voor reflectie, kan de monitor tussentijds worden aangepast en steeds beter vormkrijgen. Ook kan de monitor zo meebewegen met de ontwikkelingen in het veld, bijvoorbeeld wat de beschikbaarheid van data betreft. Verder kan hij hierdoor goed aansluiten bij de behoeften van het veld en bij andere monitors van het RIVM over de geboortezorg.

Het advies is om in 2024 eerst met alle betrokken partijen te bepalen welke onderwerpen of onderzoeksvragen met voorrang een antwoord moeten krijgen (werkagenda). Daarna werkt een kerngroep het eerste onderwerp stapsgewijs en ‘lerend’ uit. De kerngroep bepaalt ook welke data en analysemethoden worden gebruikt en hoe de data samen met het veld worden geduid. Daarna komen andere onderwerpen aan bod.

Abstract

A good start in life starts before birth, even before insemination and pregnancy. Children who are exposed to such factors as stress, poor nutrition, smoke or abuse in the first 1,000 days of their lives start at a disadvantage. As a result, they are less able to develop physically, mentally and socially.

The Ministry of Health, Welfare and Sport therefore wants to gain more insight into how care and health of women during (pre-)pregnancy and of children develop during the first 1000 days. It has asked RIVM to create a method to extract information about this from existing data sources, such as data on pregnancies from Perined and data on social circumstances from Statistics Netherlands (CBS). The intention is to relate these data to each other via a monitor and to interpret them coherently. To prepare the advice, RIVM has consulted the maternity care field, from representatives of healthcare professionals and patients to policymakers and researchers.

RIVM recommends developing the monitor step by step in a learning community. In this learning community, representatives of healthcare professionals and patients, policymakers and researchers work together and learn from each other. By working step by step and being transparent and open to reflection, the monitor can be adjusted along the way and take increasingly better shape. This way, the monitor can also follow developments in the field, for example with regard to the availability of data. Furthermore, this will allow the monitor to meet the needs of the field and ensure connection with other RIVM monitors on maternity care.

The advice is to first determine in 2024, with all parties involved, which topics or research questions should be answered as a priority (work agenda). A core group then elaborates the first topic. The core group decides which data and analysis methods will be used and, together with the field, determines how the data will be interpreted. Then other topics are discussed.

Uitgever

Instituut
Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM

Resterend

Grootte
928 kb