Beleid t.a.v. screening voor of tijdens de zwangerschap

In Nederland is het beleid om niet te screenen voor of tijdens de zwangerschap. Ten aanzien van preventie wordt goede voorlichting aan zwangeren geadviseerd.
Een uitzondering hierop vormen vrouwen die een beroep hebben waarbij het risico op een toxoplasmose-infectie hoog is (met name de vleesverwerkende industrie, groenvoorziening en dierenverzorging). Bij deze groepen is het testen op toxoplasmose bij zwangeren volgens het arbobesluit geïndiceerd! Ondanks het feit dat er goede preventieve maatregelen zijn en er nog altijd een kleine kans is op congenitale toxoplasmose bij seropositiviteit. In enkele case reports wordt ook congenitale toxoplasmose door een infectie voor de zwangerschap, maternale re-infectie of reactivatie van een latente infectie beschreven. (Gavinet 1997, Dolfus 1998)

Voorlichting aan zwangere medewerkers met name in risicoberoepen

Voor zwangere werknemers in het algemeen en met name in de vleesverwerkende industrie, groenvoorziening, dierenverzorging, thuiszorg, en reizenden buiten Europa blijft goede voorlichting belangrijk:

  • algemene voorlichting (besmettingsbronnen) en hygiënemaatregelen (handen wassen voor bereiden eten, goed wassen van fruit en groente, etc.)
  • handschoenen dragen en daarna goed wassen bij het werken in de groenvoorziening, vleesverwerkende industrie en dierenverzorging
  • het in de vleesverwerkende industrie vermijden van orale blootstelling via spetters of andere aërogene wegen
  • het beste is om de kattenbak (bijvoorbeeld thuiszorg, dierenasiels) door anderen te laten verschonen. Anders de kattenbak dagelijks verschonen en daarbij handschoenen dragen (aangezien de oöcysten pas na één dag infectieus worden)
  • geen rauw of halfrauw vlees eten en groenten goed wassen

bron: NVAB Wetenschappelijke vereniging van bedrijfsartsen (Wetenschappelijke vereniging van bedrijfsartsen)

Interpretatie positieve toxoplasmaserologie bij screening of mogelijke expositie

Bij screening met de vraagstelling of iemand eerder toxoplasmose heeft doorgemaakt wordt alleen IgG Immunoglobulin G (Immunoglobulin G) in het serum bepaald. Een positieve test wijst op een doorgemaakte infectie. Bij mogelijk expositie worden IgG en IgM immuunglobuline M (immuunglobuline M) antistoffen bepaald. Een positieve IgM kan wijzen op een recente infectie. De bepaling is echter zo gevoelig dat deze maanden na de infectie nog positief kan zijn. Bovendien kunnen met name in de zwangerschap aspecifieke IgM-reacties gemeten worden. Vaak is het nodig een tweede serum te onderzoeken. Als IgG en IgM in het eerste serum negatief zijn en later positief, spreekt men van seroconversie. Dit is bewijzend voor een doorgemaakte infectie in de periode die ligt tussen de twee tijdstippen van bloedafname.

Behandeling van toxoplasmose in de zwangerschap

Er is in Nederland geen richtlijn voor de behandeling van een zwangere met toxoplasmose.

Diagnostiek bij een pasgeborene

Dit wordt ingezet als de neonaat wordt verdacht van een congenitale infectie met Toxoplasma gondii. Symptomen hiervan kunnen zijn prematuriteit, dysmaturiteit, hepatosplenomegalie en icterus, afwijkingen van het centraal zenuwstelsel, zoals microcefalie, hydrocefalie, verkalkingen en meningo-encefalitis, oogafwijkingen (chorioretinitis en cataract), thrombopenie en anaemie.

Naar de LCI-richtlijn Toxoplasmose  

Andere richtlijnen