In de gezondheidszorg wordt (röntgen)straling of radioactiviteit gebruikt. U kunt hierbij denken aan een röntgenfoto, een CT-scan of het toedienen van radioactieve stoffen. De ioniserende straling wordt gebruikt om een diagnose te kunnen stellen of om te behandelen. Het RIVM houdt bij hoe vaak straling wordt ingezet in de gezondheidszorg en hoeveel straling hierbij gemiddeld wordt gebruikt.

De gezondheidszorg gebruikt straling voor het afbeelden van delen van het lichaam om een diagnose te stellen. Ook wordt straling ingezet voor behandeling, bijvoorbeeld van kanker. Naast deze nuttige toepassingen van straling zijn er ook nadelige effecten. Straling kan cellen in het lichaam beschadigen en op de lange termijn een bijdrage leveren aan het ontstaan van kanker. Daarom moet bij elke medische toepassing van straling worden nagegaan of de voordelen opwegen tegen de nadelen. Ook wordt steeds geprobeerd om met zo min mogelijk straling een diagnose te stellen of een ziekte te behandelen.

De bevolking wordt naast straling door medische handelingen ook aan straling blootgesteld van andere bronnen, bijvoorbeeld aan natuurlijke straling uit de bodem of het heelal. Meer informatie daarover is te vinden op de pagina straling en radioactiviteit.

 

Aantal onderzoeken en behandelingen in Nederland

In 2020 zijn ruim 9 miljoen onderzoeken en behandelingen met (röntgen)straling en radioactieve stoffen gemeld. Dit is een daling van 15% ten opzichte van 2019. Een mogelijke verklaring hiervoor is de COVID- 19 pandemie. Doordat de zorg gedurende 2020 minder beschikbaar was voor patiënten zonder COVID- 19 zijn onderzoeken en ziekenhuisbezoeken uitgesteld.

 

Stralingsdosis door medische toepassingen in Nederland

Het RIVM doet op dit moment onderzoek naar de hoeveelheid straling die gemiddeld gebruikt wordt bij radiologische onderzoeken in Nederlandse ziekenhuizen. Dit is nodig omdat de meest recente dosisdata uit 2010 of eerder komt. De afgelopen jaren zijn de (dosisbeperkende) technieken verbeterd, waardoor mogelijk minder röntgenstraling nodig is om een goede diagnose te stellen. Tegelijkertijd zien we ieder jaar een toename van het aantal onderzoeken. Welke invloed deze twee ontwikkelingen samen hebben op de gemiddelde dosis per inwoner is nu onbekend. De resultaten van het dosisonderzoek verwachten we eind 2023. Na die tijd publiceren wij met terugwerkende kracht data over de blootstelling aan straling van de bevolking door radiodiagnostische onderzoeken en radiologische interventies voor de jaren 2019 en 2020.

Voor de nucleair geneeskunde gebruiken we dosisgegevens uit 2016. Deze onderzoeken vallen buiten de scope van het hierboven genoemde onderzoek. Daarom wordt voor de nucleaire geneeskunde wel de gemiddelde dosis per inwoner gepubliceerd met de dosisgegevens uit 2016.

 

Risico

Cellen in het menselijk lichaam kennen diverse manieren om zich tegen straling te beschermen. Daarom zijn de risico’s van lage doses straling klein. Wereldwijd wordt aangenomen dat een stralingsdosis van 1 mSv millisievert (millisievert) leidt tot een extra risico van 1 op 20.000 (0,005%) om op langere termijn kanker te ontwikkelen en daaraan te overlijden. Dit risico is in veel gevallen acceptabel omdat met deze blootstelling in het kader van de gezondheidszorg andere ernstige aandoeningen tijdig kunnen worden ontdekt en behandeld.