Onderzoeksbeschrijving Aanvullende Module Bewegen en Ongevallen Volwassenen

 

Doel

De aanvullende modules van de Leefstijlmonitor (LSM-A) dienen als aanvulling op de Kern van de Leefstijlmonitor (LSM-K). In deze modules worden cijfers die minder frequent dan jaarlijks nodig zijn bepaald en worden achterliggende verbanden en verklarende variabelen onderzocht.

Doelpopulatie

Personen van 0 jaar of ouder woonachtig in particuliere huishoudens in Nederland.

Frequentie onderzoek

In 2015 is de aanvullende module Bewegen en Ongevallen gestart. Deze module wordt tweejaarlijks uitgevoerd.

Dataverzameling

De aanvullende module Bewegen en Ongevallen betreft vragenlijstonderzoek. Er wordt maandelijks een steekproef van personen getrokken uit de Basisregistratie Personen (BRP Basisregistratie personen (Basisregistratie personen) Basisregistratie personen ). De vragenlijst wordt in een "mixed-mode" design uitgevoerd. Eerst worden steekproefpersonen benaderd om via internet deel te nemen (CAWI – Computer Assisted Web Interviewing). Non-respondenten worden herbenaderd voor een telefonisch interview (CATI – Computer Assisted Telephone Interviewing) of voor een ‘face-to-face’ interview (CAPI – Computer Assisted Personal Interviewing). In de documentatie over de dataverzameling worden de verschillende aspecten van de dataverzameling zoals de steekproeftrekking en benaderingsstrategie uitgebreid toegelicht per onderzoeksjaar (zie documenten in de rechterkolom van deze webpagina).

In de rechterkolom op deze webpagina vindt u tevens de vragenlijsten van de aanvullende module Bewegen en Ongevallen per onderzoeksjaar. Wanneer er een aanpassing aan de vragenlijst is gedaan tijdens de dataverzameling, dan is dit aangeduid met versie B. De wijzigingen staan in die versie van de vragenlijst beschreven. Wanneer van toepassing staat dit ook beschreven in de documentatie over de dataverzameling.  

Respons

Van de uitgezette steekproef respondeert tussen de 43 en 59%. Het aantal respondenten per onderzoeksjaar bedraagt ongeveer 10.000. Voor een uitgebreid responsoverzicht zie per onderzoeksjaar de documentatie “Dataverzameling LSM-A Bewegen en Ongevallen” in de rechterkolom op deze webpagina.

Weging

Voor verschillen tussen de samenstelling van de netto steekproef en de totale bevolking wordt een correctie toegepast door middel van een wegingsfactor gebaseerd op de kenmerken geslacht, leeftijd, herkomst, burgerlijke staat, stedelijkheid, provincie, landsdeel, huishoudgrootte, inkomen, vermogen en enquêteseizoen. Dit staat per onderzoeksjaar uitgebreid beschreven in de documentatie “Weging LSM-A Bewegen en Ongevallen” in de rechterkolom op deze webpagina.

Vergelijking GE/LSM-K en LSM-A Bewegen en Ongevallen

De Gezondheidsenquête (GE, onderdeel van LSM-K)) verzamelt jaarlijks gegevens over leefstijl, zoals indicatoren van bewegen, sport en ongevallen en dient voor onderbouwing van beleid op het gebied van leefstijl en gezondheid. In de aanvullende module Bewegen en Ongevallen (LSM-A) worden elke twee jaar gegevens verzameld die minder frequent nodig zijn en wordt dieper ingegaan op bepaalde onderwerpen. De GE/LSM-K en LSM-A zijn twee losstaande onderzoeken. Beide onderzoeken zijn zoveel mogelijk vergelijkbaar opgezet. Echter zijn er verschillen tussen de twee onderzoeketen te benoemen, zoals manier waarop de vragenlijst wordt afgenomen (waarnemingsmethode), steekproeftrekking en beloningen. Dit kan er voor zorgen dat cijfers uit de aanvullende module verschillen van de cijfers uit de GE/LSM-K op indicatoren. Hieronder wordt specifiek ingegaan op de verschillen:

Oversampling

In de GE/LSM-K vindt geen ophoging plaats. In de LSM-A Bewegen en Ongevallen is de steekproeftrekking voor 0-11 jarigen en 12-17 jarigen opgehoogd. Dit betekent dat er uit die leeftijdsgroep meer mensen benaderd worden om een betere afspiegeling van deze leeftijdsgroep te krijgen in de steekproef.

Waarnemingsmethode

Beide onderzoeken hebben mixed-method onderzoeksdesign. Dit betekent dat in beide onderzoeken de vragenlijst op verschillende manieren wordt afgenomen. In de GE/LSM-K wordt de vragenlijst via het internet en via een persoonlijk interview afgenomen (ook wel CAWI: Computer Assisted Web Interviewing en CAPI: Computer Assisted Personal Interviewing).

In de LSM-A wordt de vragenlijst afgenomen via het internet, telefonisch en via een persoonlijk interview (CAWI, CATI: Computer Assisted Telephone Interviewing en CAPI). Dit wordt bedoeld met waarnemingsmethode. Bij beide onderzoeken geldt dat men in eerste instantie wordt uitgenodigd om deel te nemen aan het onderzoek via internet (CAWI). Bij uitblijvende reactie wordt overgestapt naar de andere twee manieren om de vragenlijst af te nemen (CATI en CAPI). 

Uitdunning

In de GE/LSM-K 2014-2016 werd eerst iedereen uitgenodigd om via internet (CAWI) deel te nemen. Iedereen die niet reageerde wordt opnieuw benaderd voor een persoonlijk interview (CAPI). Hier vond geen uitdunning plaats, iedereen werd uitgenodigd. In GE 2017 was er sprake van een (aslecte) uitdunning van ongeveer 10%.

Vanaf GE/LSM-K 2018 is deze benaderingswijze aangepast naar uitdunning via een doelgroepgerichte benadering: als een doelgroep relatief goed reageert via CAWI, wordt er uit die doelgroep een kleiner deel herbenaderd voor CAPI dan doelgroepen die slecht reageren via CAWI. CAPI wordt hiermee selectiever ingezet. De uiteindelijk respons geeft hiermee een betere afspiegeling van de bevolking op basis van achtergrondkenmerken. De doelgroepen zijn vooraf bepaald op basis van achtergrondkenmerken zoals leeftijd, inkomen en migratieachtergrond. In GE/LSM-K 2019 werd 16% van de herbenaderbare cawi-non-respons selectief uitgedund en niet herbenaderd. In GE/LSM-K 2021 werd 46% van de herbenaderbare cawi-non-respons selectief uitgedund en niet herbenaderd.

In de LSM-A Bewegen en Ongevallen is in 2015 na CAWI 25% van de steekproef uitgedund (aselect). Dit betekent dat 75% van de mensen die niet gereageerd had via CAWI voor CATI of CAPI werd herbenaderd. In 2017 was de uitdunning 40% van de steekproef met uitzondering van de personen met een niet-westerse migratie achtergrond. Dat betekent dat 60% van de mensen met een Nederlandse of Westerse achtergrond die niet gereageerd had op CAWI werd herbenaderd voor CATI of CAPI.

Vanaf 2019 is ook doelgroepgerichte benadering toegepast bij de LSM-A Bewegen en Ongevallen. De samenstelling van de doelgroepen wordt gedaan op basis van dezelfde achtergrondkenmerken als bij de doelgroepen voor de GE/LSM-K. In 2019 is 60% van de herbenaderbare cawi-non-respons selectief uitgedund en niet herbenaderd. In 2021 is 52% van de herbenaderbare cawi-non-respons selectief uitgedund en niet herbenaderd. Voor meer informatie zie “Dataverzameling LSM-A Bewegen en Ongevallen” in de rechterkolom op deze webpagina.

Beloning

In GE/LSM-K 2015-2017 werd geen beloning gegeven. Vanaf GE/LSM-K 2018 was dit een Ipad verloting. Voor LSM-A Bewegen en Ongevallen is vanaf juli 2015 bij de eerste uitnodiging een cadeaubon ter waarde van 5 euro gegeven.

Vraagstellingen

In de GE/LSM-K worden de belangrijkste vragen gesteld die dienen voor cijfers op indicatoren. Deze vraagstellingen zijn zoveel mogelijk gelijk in de LSM-A Bewegen en Ongevallen maar dienen als opstapvragen voor de verdiepende vragen. In “Vergelijking LSM-A Bewegen en Ongevallen met GE” vindt u per onderzoeksjaar een overzicht met het verschil in vraagstellingen en zijn resultaten voor deze overeenkomstige vraagstellingen vergeleken.

Weegfactor

De weegfactor voor GE/LSM-K en LSM-A verschilt op de variabele leeftijd. In LSM-A 2015, 2017, 2019 en 2021 werden 19 leeftijdsgroepen gebruikt ten opzichten va 16 in de GE. Daarnaast is sinds 2018 de weegfactor voor GE/LSM-K uitgebreid met de variabele doelgroep om te corrigeren voor de doelgroepgerichte benadering. Voor meer informatie per onderzoeksjaar zie “Weging LSM-A Bewegen en Ongevallen” in rechterkolom.