Er zijn wettelijke regels voor hoeveel PM10 fijnstof (fijnstof) of PM2,5 fijnstof (fijnstof) er in de lucht mag zitten, gemiddeld over een jaar maar ook per dag. Het Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit van het RIVM doet veel van de wettelijk verplichte fijnstofmetingen. Fijnstofdeeltjes kleiner dan 10 micrometer of kleiner dan 2,5 micrometer worden aangezogen op een filter en daarna wordt het gewicht gemeten.

Methode

De filters zijn vooraf gewogen in een speciaal daarvoor bestemde weegkamer. Na gebruik worden de filters opnieuw gewogen en uit de toename van het gewicht wordt de concentratie fijnstof berekend. Daarna kunnen de filters in een laboratorium onderzocht worden om de samenstelling van het fijnstof te bepalen, bijvoorbeeld het aandeel bodemstof of zeezout.

Deze methode van meten is erg betrouwbaar, maar ook nogal traag. Om mensen tijdig te informeren over hoge concentraties fijnstof (smog), zijn snellere metingen nodig. Hiervoor worden apparaten met een kleine stralingsbron gebruikt. De afname in stralingsactiviteit die ontstaat tijdens het verzamelen van fijnstof wordt dan gemeten. Door de afname van de stralingsactiviteit te meten, wordt de concentratie fijnstof berekend.

PM10 fijnstof (fijnstof) metingen worden in de Rijnmond ook gedaan door DCMR en in en rond Amsterdam door GGD Amsterdam.

Meer informatie: Fijnstof meten

Wat betekenen deze metingen voor iSPEX Spectropolarimeter for Planetary EXploration add on to iPhone (Spectropolarimeter for Planetary EXploration add on to iPhone)?

iSPEX kijkt ook naar hoeveel deeltjes er in de lucht zitten, maar op een andere manier. De hoeveelheid deeltjes wordt afgeleid uit de hoeveelheid zonlicht die ze verstrooien. De deeltjes worden niet aangezogen en niet gewogen. De deeltjes blijven in de lucht hangen, sommigen op grote hoogte. Ook kan iSPEX in principe deeltjes groter dan 10 of 2,5 micrometer zien. Daarom kun je iSPEX-metingen van de hoeveelheid fijnstof in de lucht niet direct vergelijken met PM10 of PM2,5 fijnstof (fijnstof) metingen.

Wel is het interessant om de kaarten naast elkaar te leggen. Juist als er verschillende patronen te zien zijn in de PM fijnstofconcentraties en in de hoeveelheid stof die iSPEX ziet kan er iets interessants aan de hand zijn. Misschien komt het verschil doordat de deeltjes heel groot zijn (en veel wegen, maar weinig zonlicht verstrooien) of juist heel klein zijn (en weinig wegen, maar juist veel licht verstrooien). Ook kunnen we kijken of de samenstelling van het stof die we vinden met iSPEX klopt met wat er op de filters wordt verzameld.

Foto: PM10 en PM 2,5 monitor Bam (GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst) Amsterdam)

 

PM10 en PM2.5 monitor BAM