In sommige arbeidssituaties kunnen sterkere elektromagnetische velden voorkomen dan buiten het werk. Voor werknemers zijn speciale beschermingsregels opgesteld. Ook wordt onderzoek gedaan naar de mogelijke gevolgen van langdurige blootstelling op de gezondheid van werknemers. Deze pagina geeft informatie aan werkgevers, werknemers en ondersteuners op het gebied van gezond en veilig werken.

 

 

Bronnen en risico's

In bepaalde gevallen kan de blootstelling van werknemers aan elektromagnetische velden tijdens het werk hoger zijn dan de blootstelling buiten het werk. Laagfrequente velden kunnen ontstaan als bijproduct van elektrische stromen die regelmatig wisselen van richting. Voorbeelden van sterke bronnen van laagfrequente velden in de werkomgeving zijn elektrolyse-installaties, inductieverwarmers en lasapparatuur. Laagfrequente velden hebben frequenties van 0 tot 100 kilohertz. Als de velden sterk genoeg zijn, kunnen ze leiden tot duizeligheid, het zien van lichtflitsen en pijn of tintelingen door prikkeling van zenuwen.

Radiofrequente elektromagnetische velden kunnen bewust worden opgewekt om informatie te verzenden. Voorbeelden van sterke bronnen van radiofrequente velden zijn radarantennes en zendinstallaties voor omroep of mobiele telecommunicatie. Radiofrequente elektromagnetische velden hebben frequenties van 100 kilohertz tot 300 gigahertz. Als de velden sterk genoeg zijn, kunnen ze leiden tot oververhitting van het lichaam en schade aan weefsels en organen. 

Naast directe effecten op het lichaam kunnen elektromagnetische velden ook indirecte effecten veroorzaken, die een veiligheidsrisico kunnen zijn.Voorbeelden van zulke indirecte effecten zijn contactstromen, vonkontladingen, opwarming van metalen implantaten of storing van actieve medische hulpmiddelen, zoals een pacemaker.

In de meeste gevallen is de blootstelling van werknemers aan elektromagnetische velden vergelijkbaar met die van de bevolking. Dat geldt vooral voor bronnen die ook buiten werktijd worden gebruikt. Voorbeelden van zulke bronnen zijn kantoorapparatuur, audio- en videoapparatuur, handgereedschap, huishoudelijke apparaten en mobiele telefoons. 

Wet- en regelgeving

Werknemers kunnen in sommige arbeidssituaties aan sterkere elektromagnetische velden worden blootgesteld dan de bevolking. Aan de andere kant zijn werknemers in principe gezonde, volwassen mensen die geïnformeerd worden over de risico's. De wet- en regelgeving over elektromagnetische velden op de werkplek moet voorkomen dat de blootstelling zo hoog wordt, dat schade aan de gezondheid of veiligheidsrisico's kunnen ontstaan. Specifieke bepalingen voor elektromagnetische velden zijn opgenomen in Hoofdstuk 6, Afdeling 4b van het Arbeidsomstandighedenbesluit. Daarin staan algemene regels voor het inventariseren van de risico's en het nemen van maatregelen. Voor blootstellingslimieten wordt verwezen naar een richtlijn van de Europese Unie (nummer 2013/35/EU Europese Unie (Europese Unie)). Meer informatie over de regelgeving, bronnen van elektromagnetische velden, de risicoinventarisatie en –evaluatie en maatregelen is te vinden in de praktische gids 'Elektromagnetische velden in arbeidssituaties'.

Onderzoek van het RIVM

Het RIVM doet onderzoek naar risico's van elektromagnetische velden op de werkplek. Het RIVM heeft werkomgevingen met hoge blootstelling in kaart gebracht en wetenschappelijke ondersteuning gegeven bij de totstandkoming van de Europese en Nederlandse regelgeving. Het RIVM analyseert ook gegevens over de blootstelling van werknemers en nieuwe technologische ontwikkelingen bij bronnen van elektromagnetische velden op de werkplek. Daarnaast worden medische bronnen van elektromagnetische velden en optische straling onderzocht. Deze bronnen in ziekenhuizen kunnen een risico voor ziekenhuispersoneel en patiënten vormen. Het RIVM ontwikkelt voorlichtingsmateriaal voor werknemers.

De huidige wet- en regelgeving is gebaseerd op wetenschappelijk bewezen risico’s voor de gezondheid op de korte termijn die kunnen ontstaan door elektrische prikkeling of opwarming. Wetenschappers hebben de afgelopen twintig jaar ook onderzocht of blootstelling van werknemers aan elektromagnetische velden op de langere termijn tot risico’s voor de gezondheid kunnen leiden. Het gaat daarbij in het algemeen om velden die zwakker zijn dan de limieten in de Europese richtlijn. Het RIVM inventariseert of er in de wetenschappelijke literatuur aanwijzingen zijn voor zo'n verband.

Wet- en regelgeving voor werknemers kan per land verschillen, omdat het omgaan met wetenschappelijke bewijzen, onzekere risico's en maatschappelijke belangen verschilt. De Europese richtlijn stelt wel minimumvoorschriften voor alle lidstaten van de Europese Unie. Het RIVM houdt het internationale beleid op het gebied van risico's van elektromagnetische velden bij en publiceert daar overzichten van.

Het RIVM werkt samen met binnen- en buitenlandse organisaties over blootstelling, gezondheidseffecten en wet- en regelgeving met betrekking tot elektromagnetische velden op het werk. Hiertoe horen onder andere de Gezondheidsraad, ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en Inspectie SZW Sociale zaken en werkgelegenheid (Sociale zaken en werkgelegenheid), International Commission for Non-Ionizing Radiation Protection (ICNIRP International Commission for Non-Ionizing Radiation Protection (International Commission for Non-Ionizing Radiation Protection)), European EMF Electromagnetic Fields (Electromagnetic Fields) Forum, National Institute for Occupational Safety and Health in de Verenigde Staten, Royal Society of Canada, Japanese National Institute for Occupational Safety and Health en de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO World Health Organization (World Health Organization)).