De wasbeerhond en de wasbeer komen in het oostelijke grensgebied in Nederland steeds vaker voor. Deze dieren kunnen ziekteverwekkers bij zich dragen waar ook mensen ziek van kunnen worden. Zo kan de wasbeerhond drager zijn van de parasieten Trichinella spiralis en Echinococcus multilocularis (vossenlintworm). Bij wasberen kan de wasberenspoelworm Baylisascaris procyonis voorkomen.

Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) voert onderzoek uit naar de parasieten die wasbeerhonden en wasberen bij zich kunnen dragen en waar mensen ook ziek van kunnen worden. In 2014-2015 zijn negen wasbeerhonden onderzocht, waarvan bij één wasbeerhond Trichinella is gevonden, en bij één wasbeerhond vossenlintworm. Daarnaast heeft het Dutch Wildlife Health Centre (DWHC Dutch Wildlife Health Centre (Dutch Wildlife Health Centre)) bij twee wasberen, die eind 2014 werden gevonden in de omgeving van Doetinchem, wasberenspoelworm gevonden.

Dit was aanleiding om het onderzoek in 2016 voort te zetten. Wasbeerhonden worden onderzocht op de vossenlintworm en Trichinella spiralis en de wasberen op wasberenspoelworm. Dit gebeurt in samenwerking met het DWHC. DWHC onderzoekt de ingeleverde dieren ook op andere ziekten. Daarnaast werken RIVM en DWHC samen met Bureau Mulder-natuurlijk, Altenburg & Wymenga en de Zoogdiervereniging, die ecologisch onderzoek uitvoeren naar de wasbeerhond in Nederland. Het onderzoek zal eind 2017 worden afgerond.

Heeft u een dode wasbeerhond of wasbeer gevonden?

U kunt dit melden op de website van DWHC via de link Meld hier uw dode dier of telefonisch via (030-2537925). Zij zorgen dat een koerier het dier bij u op komt halen, en kunnen informatie geven hoe het dier op een hygiënische manier te verpakken. Raak het dier niet aan met uw blote handen.
Voor vragen over dit onderzoek kunt u contact opnemen met het RIVM via parasieten@rivm.nl

wasbeerhonden                                                                            wasbeer

(Bron: foto's zijn eigendom van DWHC)