Hondenlintworm (Echinococcus granulosus) heeft honden als eindgastheer. Bij de eindgastheer leeft hij in de darmen als lintworm en is 3 tot 6 milimeter lang. Andere zoogdieren, bijvoorbeeld schapen, runderen, en varkens, maar ook mensen kunnen optreden als tussengastheer.


Tussengastheren zijn dragers van de blaasworm; een cysteuze blaas die ook wel ‘hydatide cyste’ word genoemd (zie foto, bron: Association Française des Enseignants de Parasitologie et Mycologie ANOFEL).

De Echinococcus granulosus-blaaswormen bevatten veel vocht, tussenschotten en het zogenaamde hydatide-zand. Afhankelijk van de gastheer kan de blaasworm enkele millimeters tot vele centimeters groot worden en wisselend zijn van vorm. De blaasworm is vaak goed zichtbaar te maken en word het meest gevormd in lever en longen. Lees meer over:  

Besmetting

Honden besmetten zich door het eten van besmette organen (slachtafval) van bijvoorbeeld schapen, runderen en varkens. De mens is voor deze lintworm tussengastheer en geen eindgastheer.

Tussengastheren besmetten zich door het opeten van eitjes die in het milieu terecht komen. Besmetting van mensen kan optreden doordat eitjes die in het milieu terecht gekomen zijn, op voedsel terecht komen dat niet verhit wordt. Ook door het aaien van besmette honden kan een mens zich besmetten.

De hond kan door zijn vacht te likken gemakkelijk de plakkerige eitjes vanonder zijn staart over zijn hele lichaam uitsmeren, of hij kan de mens likken en op die manier besmetten.

Preventie

Besmetting van de hond kan voorkomen worden door honden geen rauw vlees en slachtafval te geven. Dit geldt met name wanneer de hond wordt meegenomen op vakantie in landen waar E. granulosus nog veel voorkomt, zoals Spanje, Italië, Griekenland, Roemenië en Bulgarije.

Verspreiding en frequentie

Gevallen van Echinococcus granulosus kwamen vroeger wel in Nederland voor, met name de runder- en schapenblaasworm. Intensieve slachthuiscontrole en het voeren van honden met droogvoer en (gesteriliseerd) blikvoer hebben ervoor gezorgd dat deze parasiet al tientallen jaren niet meer bij dieren in het slachthuis (als blaasworm) waargenomen wordt.

De slachthuiscontrole vindt nog steeds plaats. Bij dieren is dit een aanmeldingsplichtige ziekte. Echinococcus granulosus komt nog wel voor in landen als Spanje, Italie, Griekenland, Roemenie en Bulgarije.


Wereldwijde verspreiding van Echinococcus granulosus. (bron: Association Française des Enseignants de Parasitologie et Mycologie ANOFEL)

Ziekteverschijnselen dier

Dieren worden vrijwel nooit ziek, of het dier nu als eindgastheer voor de lintworm fungeert of als tussengastheer voor de blaasworm.

Ziekteverschijnselen mens

De mens kan cysteuze echinokokkose oplopen door het opeten van eieren van de hondenlintworm. De blaaswormen van E. granulosus veroorzaken problemen afhankelijk van de grootte en plaats van de blaas en de groeisnelheid (ongeveer 1 cm in diameter per jaar).

Problemen ontstaan vooral wanneer er een blaas in het weefsel van de long of lever barst. Een mogelijke complicatie is dan anafylactische shock, een zeer heftige allergische reactie. Een dergelijke reactie kán optreden wanneer iemand geopereerd wordt en er dan per ongeluk een blaasworm gevonden en beschadigd wordt.