Soa’s en zwangerschap

Vrijwel alle soa seksueel overdraagbare aandoening (seksueel overdraagbare aandoening)’s kunnen voor of tijdens de geboorte problemen bij het kind veroorzaken. Het risico voor het ongeboren kind verschilt per aandoening. Men kan een soa hebben zonder het te merken. Tijdens het eerste bezoek aan de verloskundige, huisarts of gynaecoloog krijgen zwangeren een bloedonderzoek aangeboden op syfilis, hepatitis B en hiv humaan immunodeficientievirus (humaan immunodeficientievirus). Bij verhoogde kans op een soa moet men zich ook laten onderzoeken op andere soa’s. Bespreek dit met de verloskundige, huisarts of gynaecoloog.

Wie dit liever niet doet, kan ook naar een soaspreekuur in het ziekenhuis of de soapoli bij de GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst) in de regio. Dat kan anoniem. De meeste soa’s zijn goed te behandelen met antibiotica, ook tijdens de zwangerschap. Bij constatering van een soa moet ook de partner worden getest, en eventueel behandeld. Voorkom het oplopen van een soa tijdens de zwangerschap.

Symtomen van chlamydia: pijn of branderigheid bij het plassen, afscheiding, bloedverlies. Bij 90% van de vrouwen verloopt het zonder symptomen.
 

Risico voor zwangere (zelf)

Er bestaat bij de moeder een verhoogd risico op een ontsteking van het baarmoederslijmvlies na de bevalling.

Risico voor het ongeboren kind

Een onbehandelde infectie kan tijdens de zwangerschap een verhoogd risico geven op voortijdige weeën, vroegtijdig gebroken vliezen, vroeggeboorte en laag geboortegewicht.

Risico voor pasgeborene

Tijdens de baring kan het kind worden geïnfecteerd en bij pasgeborenen kan chlamydia oogontstekingen en luchtweginfecties veroorzaken.

Advies

In het geval dat er risico is gelopen moet men zich te laten onderzoeken op chlamydia. De ziekte kan goed behandeld worden met antibiotica, maar partners moeten meebehandeld worden.

Naar de pagina Zwangerschap en infectieziekten

 


Professionals

Screening voorafgaand aan de zwangerschap is niet zinvol, tenzij men aangeeft wisselende onbeschermde seksuele contacten te hebben.

Diagnostiek bij een zwangere met klinische verdenking op chlamydia

De DNA deoxyribonucleic acid (deoxyribonucleic acid)-amplificatiemethode, bij voorkeur van materiaal uit cervix en urethra, eventueel met behulp van vaginale swab of urine. Dit is echter minder gevoelig. Proctum, orofarynx en conjunctiva-uitstrijk kunnen op indicatie worden ingezet voor de diagnostiek.
bron: NVDV Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venerologie (Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venerologie)-soarichtlijn

Is na een eenmalig onbeschermd seksueel contact met een persoon met chlamydia diagnostiek noodzakelijk?

Ja, de transmissiekans van man naar vrouw wordt geschat op 45%.
Diagnostiek met DNA-amplificatiemethode, bij voorkeur van materiaal uit cervix en urethra. Eventueel met behulp van vaginale swab of eerstestraalurine. Dit is echter minder gevoelig. De test geeft een betrouwbaar resultaat vanaf twee weken na het risico-contact.
Proctum, orofarynx en conjunctiva uitstrijk op indicatie kunnen op indicatie worden ingezet voor de diagnostiek. bron: NVDV-soarichtlijn

Moet een zwangere met een urogenitale chlamydia trachomatisinfectie worden behandeld?

Ja, bij zwangeren is amoxicilline 3dd 500 mg gedurende 7 dagen de eerste keus of azitromycine 1000 mg po eenmalig. Denk aan partnerwaarschuwing en -behandeling. bron: NVDV-soarichtlijn

Profylactische behandeling van de ogen van het kind is niet geïndiceerd.

Is er na behandeling controle nodig?

Minimaal 3 weken na het beëindigen van de therapie dient er een controletest te worden uitgevoerd. Dit is niet geïndiceerd na therapie met azitromycine.
bron: NVDV-soarichtlijn

Mag een patiënte die wordt behandeld voor een urogenitale chlamydia trachomatisinfectie borstvoeding geven?

Behandeling met amoxycilline is geen probleem omdat dit slechts in zeer kleine hoeveelheid overgaat in de moedermelk. Ook bij een eenmalige gift azithromycine kan de borstvoeding worden gecontinueerd, het is niet waarschijnlijk dat dit tot klinisch relevante spiegels leidt. Bron: LCI-richtlijn Chlamydia trachomatis en lymphogranuloma venereum

Andere richtlijnen