Go to abstract

Samenvatting

Dit is het hoofdrapport. Het bijlagenrapport heeft rapportnummer: 2015-0062 Het Landelijk Meetnet effecten Mestbeleid (LMM) volgt sinds 1992 de landbouwpraktijk en waterkwaliteit op landbouwbedrijven. Doel is het in kaart brengen van de effecten van het mestbeleid. Dit gebeurt in verschillende regio's in Nederland, zo ook in de Zandregio. Binnen het reguliere programma in de Zandregio, wordt de waterkwaliteit in de bovenste meter van het grondwater gemeten door bemonstering in de zomer. In de natte (gedraineerde) delen van de Zandregio spoelt een deel van het neerslagoverschot af naar het oppervlaktewater. Om de invloed van de landbouw op de kwaliteit van het klein oppervlaktewater (slootwater) in beeld te brengen, is een apart winterprogramma in het leven geroepen. Hierin worden, naast het ondiepe grondwater, ook het drain- en slootwater bemonsterd. Het gebruik van stikstof is belangrijk voor de landbouw. Als stikstof echter in het milieu terecht komt, dan kan dit leiden tot milieueffecten. Het beleid is erop gericht dat te beperken. Het stikstofbodemoverschot is het deel van stikstof in mest dat landbouwgewassen niet gebruiken om te groeien en dat in het milieu terecht kan komen. Dit overschot is op melkveebedrijven het grootst (circa 200 kg/ha) en op akkerbouwbedrijven het kleinst (circa 130 kg/ha). In de periode 2004-2008 neemt het stikstofoverschot op melkveebedrijven af van circa 240 tot 180 kg/ha. Bij de akkerbouwbedrijven is geen duidelijke trend zichtbaar. In de natte delen van de Zandregio is nitraat, net als in andere regio's, een belangrijke parameter voor de waterkwaliteit. In de beschouwde periode lag de nitraatconcentratie in het bovenste grondwater, gemiddeld voor alle bedrijfstypen, boven de Europese norm van 50 milligram per liter. De gemiddelde concentraties zijn het hoogst in grondwater (77 milligram per liter), gevolgd door drainwater (63 milligram per liter) en slootwater (45 milligram per liter). Voorliggend rapport geeft een overzicht van de monitoringsresultaten op de natte gronden van de Zandregio. Het RIVM en LEI Wageningen UR hebben deze resultaten gebruikt in de voorbereiding op en bij de uitvoering van een evaluatie van dit programma, die voorzien is in 2015. Binnen het LMM heeft het RIVM de taak de waterkwaliteit op landbouwbedrijven in kaart te brengen. De landbouwpraktijk wordt gemonitord door LEI Wageningen UR.

Abstract

This is the main report. The appendix report has the report number: 2015-0062

Since 1992, the Minerals Policy Monitoring Program (LMM) monitors the agricultural practice and water quality on agricultural farms. Its objective is evaluating the effectiveness of Dutch agricultural mineral policies. One of the regions monitored is the Sand region.

The standard monitoring program in the Sand region measures the water quality in the top one meter of the groundwater. Sampling takes place during the summer season. In the wet (drained) parts of the Sand region, the rainfall excess partly drains towards the surface water. To assess the impact of agriculture on the surface water quality, a separate winter program was initiated. In addition to the shallow groundwater, this program also monitors water quality in tile drains and ditches.

The use of nitrogen is an important aspect of agricultural practice. However, environmental impacts may arise from spreading into the surrounding environment. Mineral policies aim to minimize these impacts. The nitrogen soil surplus consists of the nitrogen in fertilizer not consumed by crops, available for leaching into the environment. This surplus is highest on dairy farms (about 200 kg/ha) and smallest on arable farms (130 kg/ha). During the period 2004-2008, the soil surplus at dairy farms decreased from 240 to 180 kg/ha. No clear trends are visible at arable farms.

In the wet parts of the Sand region, like in other soil regions, nitrate is an important parameter for assessing water quality. During the period considered, the mean nitrate concentration in the shallow groundwater, averaged over all farm types, exceeds the European standard of 50 milligrams per liter. The average concentrations are highest in groundwater (77 mg/l), followed by drain water (63 mg/l) and ditch water (45 mg/l).

The current report presents the monitoring results for the wet parts of the Sand region. The RIVM and LEI Wageningen UR have used these results in preparation of, and in executing an evaluation of this monitoring program, planned for 2015.

Within LMM, the RIVM monitors the water quality on agricultural farms, while LEI Wageningen UR focusses on agricultural practice.

Resterend

Grootte
1.35MB