Go to abstract

Samenvatting

De gemeten jaargemiddelde concentraties voor de meeste luchtverontreinigende componenten zoals fijn stof en stikstofdioxide vertonen een langjarige gestage daling. Ten opzichte van deze daling waren de resultaten in 2012 nog lager doordat de weersomstandigheden gunstig waren voor de luchtkwaliteit. Als de langjarige daling in de stikstofdioxideconcentraties in hetzelfde tempo aanhoudt, is het echter niet zeker dat in 2015 op alle meetlocaties aan de grenswaarde voor stikstofdioxide wordt voldaan. Daarvoor is een sterkere afname nodig. Metingen 2012 Nederland heeft van de Europese Unie tot 1 januari 2015 uitstel gekregen om te voldoen aan de Europese stikstofdioxidenorm voor de jaargemiddelde concentratie (40 microgram per kubieke meter). Tot deze datum geldt tijdelijk een hogere norm. Deze tijdelijk verhoogde Europese norm werd op meetlocaties in Nederland niet overschreden. De definitieve Europese norm voor jaargemiddelde stikstofdioxideconcentraties werd op ongeveer de helft van de verkeersbelaste meetlocaties in 2012 wel overschreden, vooral in Amsterdam en Rotterdam. Verkeer levert een belangrijke bijdrage aan de stikstofdioxideconcentratie. Op regionale en stadsachtergrondstations zijn geen overschrijdingen van deze norm geconstateerd. Voor fijn stof zijn in Nederland in 2012 de Europese normen, op relevante locaties, niet overschreden. In 2012 waren er in Nederland geen dagen met ernstige smog door ozon (ozonconcentratie hoger dan 240 microgram per kubieke meter). Wel is op vijf dagen matige smog geconstateerd (ozonconcentratie hoger dan 180 microgram per kubieke meter). Vernieuwing De resultaten van partnermeetnetten zoals de GGD Amsterdam en de DCMR Milieudienst Rijnmond zijn in dit jaaroverzicht verder geïntegreerd. Dit is onder andere te zien in de ontwikkelingsfiguren voor de componenten fijn stof en stikstofdioxide, waarin met terugwerkende kracht gebruik is gemaakt van meetgegevens van deze partnermeetnetten. Verder worden er in dit jaaroverzicht naast de reguliere luchtkwaliteitsmetingen ook resultaten weergegeven die zijn verkregen met andere meetmethoden. Een voorbeeld hiervan zijn de niveaus en trends van de concentratie ammoniak van het Meetnet Ammoniak in Natuurgebieden (MAN). De concentratieniveaus van benzeen zijn in de afgelopen jaren sterk gedaald. Hierdoor is de meetverplichting verminderd en is de meetstrategie voor benzeen in de loop van 2012 in het Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit aangepast. Incidenteel komen op locaties met veel industrie nog wel tijdelijk hogere benzeenconcentraties voor.

Abstract

The measured annual average concentrations for most air pollutants, such as particulate matter and nitrogen dioxide, are exhibiting a steady long-term decline. Weather conditions being favourable for air quality, the results in 2012 were even lower than expected. However, if the long-term decline in nitrogen dioxide concentrations continues at the same rate, compliance with the limit values is not certain for all measurement locations in 2015. To guarantee such compliance, a stronger reduction than shown so far is required.

Measurements 2012
Up to 1 January 2015, the Netherlands has been granted exemption by the European Union from complying with European nitrogen dioxide standards related to the annual average concentration (40 micrograms per cubic metre). During this period less stringent limit values are applicable. These limit values have not been exceeded at any measurement location in the Netherlands. However, the final limit value was exceeded at approximately half the traffic-related monitoring sites in 2012, particulary in Amsterdam and Rotterdam. Traffic contributes significantly to nitrogen dioxide concentrations. No exceedances were observed at rural or urban background stations. For particulate matter, the European standards were not exceeded at relevant locations in the Netherlands in 2012.

On five days in 2012 moderate smog levels were observed (ozone concentration higher than 180 micrograms per cubic metre). There were no instances of severe smog levels (ozone concentration higher than 240 micrograms per cubic metre).

Renewal
In this yearly overview we have further integrated the results of our partner monitoring networks, as operated by the GGD Amsterdam and the DCMR. This integration is reflected in, among other things, the concentration development figures for particulate matter and nitrogen dioxide, which now incorporate data from these partner monitoring networks. Furthermore, in addition to the regular air quality measurements, this report contains the results of air quality measurements obtained by other methods. An example is the levels and trends of ammonia concentration from the Ammonia Monitoring Network in Nature (MAN).

The concentration levels of benzene have decreased far below the European standard in recent years. This has led to a reduced European measurement requirement and an adjustment during 2012 of the measurement strategy for benzene in the Dutch National Air Quality Monitoring Network. Occasionally, temporary high concentrations of benzene are still observed at locations in and around large industrial areas.

Resterend

Grootte
4.28MB