Go to abstract

Samenvatting

Concentraties van stikstofdioxiden in de lucht die langs wegen zijn berekend, liggen in 2010 en 2011 gemiddeld dicht bij concentraties die daar zijn gemeten. Gemiddeld verschillen de berekende concentraties minder dan één microgram per kubieke meter van de gemeten waarden. Daarmee voldoen de rekenmethoden voor de luchtkwaliteit ruimschoots aan de eisen die de Europese commissie stelt. Overigens kennen zowel metingen als berekeningen onzekerheden van enkele microgrammen. Hoewel het mogelijk is om met berekeningen en metingen de luchtkwaliteit goed in beeld te krijgen en te beoordelen, is het van belang de onzekerheden te onderkennen. Dit blijkt uit onderzoek van het RIVM, dat op verzoek van het ministerie van Infrastructuur en Milieu (IenM) is uitgevoerd. Hieruit blijkt ook dat de invloed van bomen op de concentraties in straten nauwkeuriger kan worden gemodelleerd, zodat de resultaten beter overeenkomen met de gemeten waarden. Het RIVM stelt voor hoe de rekenmethode voor stedelijk gebied hiervoor kan worden aangepast. Voor het onderzoek zijn op ruim 400 locaties metingen van stikstofdioxideconcentraties in 2010 en 2011 vergeleken met de resultaten van de Nederlandse standaardrekenmethoden voor luchtkwaliteit op diezelfde locaties. Voor fijn stof zijn minder metingen beschikbaar. Voor zover gegevens beschikbaar zijn, voldoen de berekende concentraties ook hiervoor aan de kwaliteitseisen. Het RIVM beoordeelt elk jaar of de resultaten van de standaardrekenmethoden, zoals omschreven in de Regeling beoordeling luchtkwaliteit, overeenkomen met metingen van het Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit (LML). De belangstelling voor de kwaliteit van de rekenmethoden is toegenomen sinds de overheid in 2009 het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) als verbeterprogramma voor de luchtkwaliteit heeft ingesteld. Een goed rekenmodel is een voorwaarde om de voortgang van het NSL te monitoren. Voor de input bij de berekeningen is NSL afhankelijk van partners in het programma. Op verzoek van het ministerie van Infrastructuur en Milieu is het onderzoek gereviewd door de Universiteit Wageningen en het Belgische VITO. Volgens deze reviews voldoen de analyses aan een hoge wetenschappelijke standaard. De conclusies in het rapport vinden de reviewers logisch en correct.

Abstract

Calculated nitrogen dioxide concentrations along roads closely resemble measured concentrations. Calculated and measured concentrations differ on average by less than one microgram per cubic meter of air. As a result, the methods used to calculate air quality comply with European criteria for air quality modeling. It should be noted that both calculated and measured concentrations are subject to uncertainties of several micrograms. Although air quality can be properly assessed through calculations and measurements, some uncertainty should therefore be taken into account when assessing air quality. These conclusions can be drawn from a study performed by the National Institute for Public Health and the Environment (RIVM), by request of the Ministry of Infrastructure and the Environment. This study also shows how the influence of trees on air quality in streets may be modeled more accurately, thereby improving the match between calculated and measured concentrations. For this purpose the RIVM proposes a refinement of the existing calculation method. For this research, more than 400 measurements of nitrogen dioxide concentrations in 2010 and 2011 have been compared to concentrations calculated using the Dutch Standard Calculation Methods for air quality. For Particulate Matter fewer measurements were available. The available data also complied with European quality criteria. Every year the RIVM assesses whether the results of the Standard Calculation Methods for air quality are in agreement with measurements by the Dutch National Air Quality Monitoring Network. Since the start of the National Collaboration Program on Air quality (NSL) much attention is drawn to the quality of the calculation methods as reliable models are needed to monitor the results of the NSL. For input for the calculations the NSL relies on the partners in the program. By request of the Ministry of Infrastructure and the Environment the research has been reviewed by the Wageningen University & Research centre (WUR) and the Flemish Institute for Technological Research (VITO). According to the reviews, the analyses in the report comply to a high scientific standard and the conclusions presented seem logical and correct.

Resterend

Grootte
8.26MB