Go to abstract

Samenvatting

Na de grieppandemie ('Mexicaanse griep') in 2009 en de omvangrijke Q-koortsepidemie van 2007 tot en met 2010, was 2011 een jaar zonder onverwachte uitbraken op het gebied van luchtweginfecties. Luchtweginfecties zoals griep (influenza) en longontsteking zijn echter elk jaar verantwoordelijk voor een aanzienlijk ziekteverzuim en huisartsenbezoek onder de bevolking. Ook zijn ze een belangrijke oorzaak van ziekenhuisopname en sterfte. Het RIVM voert met partners continue surveillance uit om ontwikkelingen in luchtweginfecties tijdig te signaleren. Griep In het influenzaseizoen 2011/2012 kwamen er minder mensen met griep bij de huisarts dan voorgaande seizoenen. Wel stierven er in Nederland en elders in Europa relatief veel ouderen in die periode, wat mogelijk gedeeltelijk aan de griep kan worden toegeschreven. Nederland heeft goede surveillancesystemen voor griep in de huisartsenzorg. Er bestaat echter nog geen systeem dat inzicht geeft in het aantal mensen dat eraan overlijdt of voor wie een ziekenhuisopname nodig is vanwege een ernstig verloop van de griep. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) onder andere beveelt een dergelijk systeem aan. Q-koorts De epidemie van acute Q-koorts is voorbij. Wel wordt als gevolg van de epidemie, de omvangrijkste ooit ter wereld, een toename verwacht van het aantal patiënten met chronische Q-koorts. Chronische Q-koorts is een ernstig ziektebeeld waaraan nog steeds patiënten overlijden. Longontstekingen In Nederland en in andere Europese landen was er in 2011 een epidemie van infecties met Mycoplasma pneumoniae. Deze bacterie veroorzaakt luchtweginfecties en is de belangrijkste veroorzaker van longontsteking bij kinderen. Een epidemie komt elke vier tot zeven jaar voor. Het aantal meldingen van Psittacose, een soort longontsteking, was stabiel (78), maar net als vorig jaar was het aantal ziekenhuisopnames als gevolg van deze aandoening relatief hoog. Na een aanzienlijke toename in 2010 was het aantal meldingen van longontsteking veroorzaakt door de legionella-bacterie (veteranenziekte) in 2011 weer terug op het gebruikelijke niveau (312). Tuberculose Het aantal meldingen van tuberculose nam iets af, van 1.065 naar 1.007, maar het percentage multiresistente tuberculose steeg licht (van 1,4 naar 2 procent). Bijna driekwart van de tbc-patiënten die in 2011 in Nederland zijn gediagnosticeerd, is in het buitenland geboren; vooral onder Somaliërs komt relatief veel tbc voor. Waarschijnlijk heeft het merendeel de besmetting in het buitenland opgelopen. Bij circa 15 procent van alle tbc-patiënten is het aannemelijk dat de infectie recentelijk binnen Nederland is opgelopen.

Abstract

Respiratory infections and community acquired pneumonia are an important reason for general practitioner consultation, hospital and intensive care unit admission, and death. This report gives the results of surveillance of a number of respiratory infectious diseases in the Netherlands for the year 2011. The years 2010 and 2011 were uneventful with respect to the respiratory infectious diseases compared with 2009 when the world faced an influenza pandemic, which coincided in the Netherlands with the peak of an exceptionally large Qfever outbreak. The 2011/2012 influenza season was relatively mild. However, weekly all-cause mortality monitoring showed increased mortality among the elderly. This was also reported by other European countries and could partly have been related to influenza. Unfortunately, a system for surveillance of severe acute respiratory infections, such as recommended by WHO and ECDC is still not in place in the Netherlands. The Q-fever epidemic is over but chronic Qfever will remain a problem for the years to come. In the Netherlands, as in other European countries an increase in number of infections with Mycoplasma pneumoniae was observed. This pathogen shows a cyclical pattern with an elevation every 4-7 years. There was a small decline in number of new tuberculosis cases compared to 2010 but a slight increase in proportion multidrug resistant tuberculosis. The majority of tuberculosis patients is born outside the Netherlands, with immigrants from Somalia as the largest group. After an increase in 2010, the number of cases with legionella pneumonia in 2011 was back at earlier levels.

Resterend

Grootte
775KB