Go to abstract

Samenvatting

Het RIVM heeft een alternatieve methode ontwikkeld voor de zogenoemde bodemtypecorrectie voor metalen. De verschillende bodemtypen in Nederland bevatten van nature namelijk uiteenlopende concentraties van metalen (achtergrondwaarden). Met de bodemtypecorrectie wordt de algemene bodemnorm voor Nederland omgerekend naar de lokale situatie. De laatste jaren zijn veel nieuwe bodemdata en inzichten gepubliceerd die het mogelijk maken om deze methode, die is gebaseerd op onderzoek van twintig jaar geleden, te verbeteren. Met de nieuwe data presteert de alternatieve methode op hetzelfde niveau of beter dan de huidige bodemtypecorrectie voor achtergrondwaarden. Fundamentele discussie nodig over bodemtypecorrectie: Voortvloeiend uit de herziene methode beveelt het RIVM aan om een fundamentele discussie te voeren waarvoor een bodemtypecorrectie voor bodemnormen wordt gebruikt. Deze werkt namelijk goed om de diversiteit in achtergrondwaarden te bepalen, maar niet voor verontreinigingen op het niveau van de interventiewaarde, de grens voor ernstige bodemverontreiniging. Hiervoor is een andere manier van corrigeren nodig om de verschillen tussen bodemtypes te kunnen beschrijven. De huidige formule in het Besluit Bodemkwaliteit beschrijft statistisch gezien deze verschillen niet correct. Als er gekozen wordt om de alternatieve bodemtypecorrectie over te nemen in het bodembeleid, zullen de bodemnormen veranderen. Om de norm te kunnen bepalen zijn de achtergrondwaarden en de risiconiveaus voor mens en milieu nodig. Het RIVM heeft met de alternatieve bodemtypecorrectie de Nederlandse achtergrondwaarden opnieuw berekend. De data waarmee de risico's voor het ecosysteem zijn berekend, moeten nog worden herzien. Onzekerheden inzichtelijk gemaakt: Voor de alternatieve bodemtypecorrectie zijn bestaande datasets gecombineerd. Hierdoor zijn extra onzekerheden geïntroduceerd. Deze onzekerheden zijn in het onderzoek inzichtelijk gemaakt door de uiteindelijke resultaten te vergelijken met onafhankelijke data.

Abstract

The national Institute for Public Health and the Environment (RIVM) developed an alternative method for the so called 'soil type correction' (STC) for metals. Different soil types have varying contents of metals, the so called background values. Using the soil type correction general soil legislative values are recalculated towards the local situation. Last years, a considerable amount of new data and knowledge was published which make it possible to improve this methodology, which is originally based on research of more than 20 years ago. Applying the new data, the alternative method performs equal or better for background values than the current method for soil type correction.

Need for a fundamental discussion about the soil type correction:
Following the improved method, the RIVM recommends to discuss for which soil legislative values the soil type correction should be used. This correction works very well at the level of soil background values, but not for values at the level of severe soil contamination. These higher values require another way to normalise for the variability between soil types. From a statistical point of view, the current formula in the Dutch Soil Quality Decree does not correctly describe this variability.

If it is decided to implement the alternative STC into soil policy, then soil legislative values will change. To derive these values it is necessary to have soil background values and risk levels. The RIVM used the aternative soil type correction to calculate new background values. The data used for risk levels must still be calculated.

Insight in uncertainties:
To derive the alternative soil type correction, existing datasets were combined. As a consequence, extra uncertainties are introduced. During this research insight in these uncertainties is obtained by comparing the results with independent data.

Resterend

Grootte
1.71MB