Go to abstract

Samenvatting

Momenteel kunnen er geen wetenschappelijk onderbouwde uitspraken worden gedaan over het infectierisico van omwonenden van veehouderijen, met uitzondering van Q-koorts. Het is aangetoond dat omwonenden van melkgeitenbedrijven met Q-koorts, een verhoogd risico hebben om deze infectieziekte te krijgen. Voor de overige zoönosen (infectieziekten die van dier op mens worden overgedragen) zijn onvoldoende gegevens beschikbaar over het risico in relatie tot de afstand tot veehouderijen, het bedrijfstype en de bedrijfsgrootte. Wel is bekend dat veehouders, medewerkers op veehouderijen en dierenartsen een verhoogd risico hebben om bepaalde zoönosen op te lopen. Direct contact met dieren is daarbij vaak een risicofactor. Zes zoönotische infectieziekten onderzocht Dat concludeert het RIVM op basis van een literatuuronderzoek dat is uitgevoerd op verzoek van de GGD'en. Zij hebben het RIVM gevraagd wat de achtergrond was van een afstandsadvies van 1 à 2 km uit 2008. Dit advies blijkt betrekking te hebben op de afstand tussen bedrijven onderling en is erop gericht dierziekten te beheersen, in het bijzonder 'vogelgriep' (aviaire influenza). Of ook een verhoogd risico voor omwonenden kan worden vastgesteld, heeft het RIVM in het onderliggende rapport bekeken aan de hand van zes voorbeelden van zoönosen (vogelgriep, Q-koorts, psittacose, campylobacteriose, veegerelateerde MRSA en ESBL-producerende bacteriën). Om inzicht te verkrijgen in de infectierisico's voor omwonenden van veehouderijen is het belangrijk om nader onderzoek te verrichten. Van belang daarbij zijn mogelijke relaties tussen de aanwezigheid van micro-organismen in de omgeving van veehouderijen en de mate waarin zoönotische infecties bij omwonenden voorkomen.

Abstract

At present it cannot be determined with any certainty whether or not people living nearby intensive livestock farms are at increased risk of contracting zoonotic infectious diseases that are transmitted from animal to human. This is because there are insufficient data available on the risks with regard to the distance to the farm, the type of farming being done and the size of the farming enterprise. The only disease for which there are strong indications that people living nearby are at increased risk of contracting it is Q fever. It is also known that livestock farmers and farm employees are at increased risk of contracting some zoonotic diseases. Often, it is direct contact with animals that constitutes the risk factor.

Six zoonotic infectious diseases studied
The above has been concluded by the National Institute for Public Health and the Environment (RIVM) based on a literature study that was carried out by order of the Dutch Municipal Public Health Services (GGD). They asked RIVM to clarify the background of the distance recommendation of one to two kilometres that dates from 2008. This recommendation apparently refers to the distance between enterprises and is aimed at controlling animal diseases, in particular bird flu (avian influenza). In the current report, the RIVM has looked at whether a risk can be determined for neighbouring residents of livestock farms by analysing data on six zoonotic diseases. These diseases are, bird flu, Q fever, psittacosis, campylobacteriosis, livestock-associated MRSA, and, ESBL-producing bacteria.

In order to gain insight into the infection risks for neighbouring resident of livestock farms, it is important to carry out further research. For example, studies could be done into possible links between the presence of micro-organisms in the environment of the livestock farms and the degree to which zoonotic infections occur in neighbouring residents.

Resterend

Grootte
347KB