Go to abstract

Samenvatting

Sensibiliserende stoffen (stoffen die allergie kunnen veroorzaken) kunnen worden aangemerkt als zeer ernstige zorgstoffen (stoffen met hoog risico), volgens de REACH wetgeving (artikel 57f). Als gevolg hiervan kan een procedure, waarbij toestemming voor het gebruik van de stof moet worden aangevraagd, worden gestart. Op deze wijze kunnen de risico's van sensibiliserende stoffen worden beperkt. In dit rapport zijn voor drie stoffen de mogelijkheden die artikel 57(f) biedt en andere risicomaatregelen verkend. Op dit moment wordt in de huidige wetgeving onvoldoende rekening gehouden met risico's van allergene stoffen. De drie stoffen zijn geselecteerd op basis van een prioriteringsstrategie die in dit rapport is opgesteld. Prioriteit wordt gegeven aan stoffen die zowel via de luchtwegen als via de huid allergene reacties kunnen geven, die worden gebruikt in grote hoeveelheden, vele verschillende toepassingen kennen en niet al worden gereguleerd door andere wetgeving dan REACH.

Abstract

A proper risk management option for sensitizers (substances that can cause allergy) is to qualify sensitizers as substances of very high (SVHC) concern, under REACH legislation (article 57f). Then an authorization process can be started. The authorization route in REACH aims at ensuring that the risks resulting from the use of SVHCs are controlled and that the substance is replaced where possible. In three case studies, several risk management options to control the possible risks of sensitizers were explored. Currently, possible risks of these sensitizing substances are not adequately controlled in existing legislation.

The substances selected for the case studies are based on a priority setting strategy for sensitizers set up in this report. Criteria are whether a substance can induce respiratory and/or skin sensitization or both, is used in high amounts leading to widespread use, and not already covered in other legislations

Resterend

Grootte
909KB