Go to abstract

Samenvatting

De risico's van de opslag en het vervoer van gevaarlijke stoffen voor de externe veiligheid worden in Nederland bepaald aan de hand van kwantitatieve risicoanalyses. De huidige rekenmethodiek voor deze risicoanalyse voorziet niet in een protocol om verschillende veiligheidsmaatregelen te kunnen waarderen. In dit rapport is een protocol ontwikkeld waarmee veiligheidsmaatregelen op een eenduidige, transparante en robuuste wijze kunnen worden gewaardeerd en vervolgens vertaald kunnen worden naar de kwantitatieve risicoanalyse. Het protocol is verder uitgewerkt aan de hand van een voorbeeldsysteem, namelijk de opslag van lpg onder druk in bollen. Daarbij is nagegaan in hoeverre de vereiste informatie momenteel beschikbaar en bruikbaar is voor toepassing van het protocol. De volgende relevante elementen zijn beschouwd: stand der techniek van technische voorzieningen, waardering van organisatorische voorzieningen (veiligheidsbeheerssysteem) en mogelijke faaloorzaken. Uit het onderzoek komt, voor zover betrokken op het voorbeeldsysteem, het volgende naar voren. Er is een duidelijk inzicht in de stand der techniek en die is de afgelopen decennia niet wezenlijk veranderd. De onderzochte opslagen in Nederland zijn conform de richtlijn Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen 18 voorzien van technische veiligheidsvoorzieningen. De invloed van organisatorische voorzieningen kunnen vooralsnog niet op een eenduidige en transparante wijze worden beoordeeld. Hiervoor is aanvullend onderzoek nodig. Er kan vooralsnog geen betrouwbare inschatting worden gemaakt van de relatieve bijdragen van de verschillende faaloorzaken. Daarom is het momenteel niet mogelijk de invloed van een maatregel op een betrouwbare wijze te vertalen naar een reductie in de faalkans. Het Centrum Externe Veiligheid heeft dit onderzoek uitgevoerd in samenwerking met DCMR Milieudienst Rijnmond en de Nederlandse Organisatie voor toegepast natuurwetenschappelijk onderzoek TNO. Er zijn verschillende aanbevelingen gedaan voor vervolgonderzoek met als doel de toepasbaarheid van het protocol te verhogen.

Abstract

The risks of the storage and the transport of hazardous goods for external safety in the Netherlands is set with a quantitative risk assessment. The present calculating method for this risk assessment not provides a protocol for the estimating of safety measures. In this report a protocol is proposed by which you can estimate the impact on the present quantitative risk assessment. The protocol is further worked out by an example system, namely the storage of lpg under pressure in spheres. With it is worked out to what extent the requisite information at this moment is available and usable for utilization of the protocol. The next relevant components are considered: best technical means of technical facilities, rating of organizing facilities and potential failure causes.
From the research, as far as the example system is, the results are. There is a clear perception of the best technical means, and in the last decades these best technical means have not really changed. The investigated storage of lpg in the Netherlands is provided of technical safety facilities according to the guideline of the Publication Series on Hazardous Substances 18.
The impact of organizing facilities cannot be assessed on a univocal and transparent way just yet. For this purpose additional research is necessary.
At this moment it is not possible to make a fail-safe assessment of the comparative contribution from the different failure causes. So it is therefore not yet possible to convert the impact of a measure at a univocal way to reduction in the failure frequency.
The Centre External Safety in cooperation with DCMR Environmental Department Rijnmond and Netherlands Organisation for Applied Scientific Research TNO has done research to improve this measure. In the conclusion there were different recommendations done for advanced research with the purpose a protocol that can pass through with a sufficient reliability.

Resterend

Grootte
947KB