Go to abstract

Samenvatting

Het Rijksvaccinatieprogramma in Nederland is effectief en veilig. De ziekten waartegen momenteel wordt gevaccineerd zijn grotendeels onder controle. In 2004/2005 heerste er echter een rubella epidemie voornamelijk onder personen waarbij vaccinatie was geweigerd op grond van bevindelijk gereformeerde overtuiging. Daarnaast zijn er in 2004 en 2005 incidenten van bof (onder gevaccineerden) en van mazelen (onder niet gevaccineerden) geweest. Per 1 januari 2005 is het difterie, tetanus, poliomyelitis, hele-cel kinkhoest en Haemophilus influenzae vaccin vervangen door een combinatievaccin met een a-cellulaire kinkhoestcomponent en is een daling zichtbaar in het aantal meldingen van postvaccinale verschijnselen. Vanaf 1 januari 2006 zullen kinderen die geboren worden uit moeders die chronisch geinfecteerd zijn met hepatitis B vlak na de geboorte een extra vaccinatie krijgen. Het Rijksvaccinatieprogramma kan met vaccins tegen andere ziekten uitgebreid worden. Vanaf 1 april 2006 zal pneumokokkenvaccinatie voor kinderen ingevoerd worden en om de effecten hiervan te evalueren is uitbreiding van surveillance van invasieve pneumokokken infecties gewenst. De wenselijkheid van opname van vaccinatie tegen waterpokken, gordelroos, humaan papillomavirus en rotavirus moet op korte termijn overwogen worden, gezien de beschikbaarheid van deze vaccins. Om inzicht te krijgen in de gezondheids- en economische effecten van deze vaccinaties is kosten-effectiviteitsonderzoek geindiceerd. Opname in het Rijksvaccinatieprogramma van vaccins tegen influenza, hepatitis A, meningokokken B, respiratoir synctieel virus en tuberculose is om verschillende redenen op korte termijn nog niet aan de orde. Voortdurende bewaking van de effectiviteit van het Rijksvaccinatieprogramma is van groot belang. Handhaven van de hoge vaccinatiegraad is essentieel om terugkeer van ziekten te voorkomen.

Abstract

The National Immunisation Programme in the Netherlands is effective and safe. The target diseases are largely under control. However, in 2004/2005 a rubella outbreak occurred among individuals who had declined vaccination on religious grounds. Furthermore, there have been incidents of mumps (among vaccinated individuals) and measles (among unvaccinated individuals) in 2004 and 2005.
In January 2005 the diphtheria, tetanus, whole-cell pertussis and Haemophilus influenzae vaccine was replaced by a combination vaccine including an acellular pertussis component and subsequently a decrease in adverse events was noticed. From January 2006 onwards, children of hepatitis B antigen-positive mothers will receive an extra vaccination at birth.
The National Immunisation Programme could be extended with new target diseases. In April 2006, pneumococcal vaccination for infants will be introduced and to evaluate the effects of vaccination it is desired to enhance the surveillance of invasive pneumococcal disease. The desirability to introduce vaccinations for chickenpox, shingles, human papillomavirus and rotavirus must be considered on the short-term, because of the availability of vaccines for these diseases. To gain insight into the health and economic effects of these vaccinations, cost-effectiveness studies are advised. Due to various reasons, extension of the programme with vaccinations against influenza, hepatitis A, meningococcal serogroup B, respiratory synctial virus and tuberculosis is not yet recommended.
Monitoring the effectiveness of the National Immunisation Programme remains important. Maintaining high vaccine uptake is vital to prevent (re)emergence of disease.

Resterend

Grootte
530KB