Bij koud en rustig weer en vroeg in de ochtend kunnen fijnstof en stikstofdioxide zich ophopen in de onderste laag van de atmosfeer. Als het meer gaat waaien of als de temperatuur stijgt kunnen de stoffen zich weer verspreiden en daalt de concentratie. Ozon wordt gevormd bij zonnig zomerweer uit stikstofdioxide en vluchtige organische stoffen. In Nederland gebeurt dit vooral bij een zwakke zuidelijke of oostelijke wind en hoge temperaturen.