Sprekers: Günter Seyfried (University of Applied Arts, Wenen) en Pieter van Boheemen (Waag Society, Institute for art, science and technology, Amsterdam)

Het lijkt steeds makkelijker te worden om zelf te knutselen met DNA deoxyribonucleic acid (deoxyribonucleic acid). Deze beweging, ‘thuis aan de slag met biologie’, wordt ook wel Do-It-Yourself (DIY) biologie genoemd. De vraag is waar deze ontwikkeling precies over gaat. Daarover organiseerde het RIVM een paneldiscussie op 11 november 2015 tijdens het festival Border Sessions. Twee Do-It-Yourself’ers vertelden wat het inhoudt en wat volgens hen de voor- en nadelen zijn, waarna zij met de zaal in discussie gingen. Duidelijk is dat het allemaal niet zo eenvoudig te realiseren is als velen denken. En voer is voor een stevige discussie. 

Om de discussie te starten polste gespreksleider Johan Melse (RIVM) eerst bij het publiek wat ze van synthetische biologie vinden. Klopt het beeld dat de Nederlandse bevolking niet heel positief is over synthetische biologie en knutselen aan DNA deoxyribonucleic acid (deoxyribonucleic acid)? En wie houdt zich zoal met het onderwerp bezig? Er bleken vooral wetenschappers op de paneldiscussie te zijn afgekomen en slechts een enkele beleidsmaker, kunstenaar of vertegenwoordiger uit het bedrijfsleven. De helft van de circa 50 aanwezigen gaf aan positief te zijn. Niemand was negatief en een enkeling wist het niet.

Innovaties

Waar gaat het nou precies over? Wat is synthetische biologie en wat is ‘Do-It-Yourself Biology’ (DIY)? Er bestaat nog veel onduidelijkheid over deze ontwikkelingen. De Weense spreker Günter Seyfried deed een poging dat op te helderen. Volgens hem gaat het bij synthetische biologie om de denkwijze ‘zelf’ micro-organismen te (her)bouwen. “Dat kunnen bijvoorbeeld bacteriën zijn die insuline of morfine produceren, of waaruit brandstof is te ontlenen. Of organismen die het plastic in de oceanen opeten.” Innovaties die prangende maatschappelijke problemen kunnen oplossen, al bevinden de meeste zich nog in de experimentele fase. De gedachte van ‘Do-It-Yourself is dat alle (wetenschappelijke) kennis openbaar moet zijn (‘open source’) en voor iedereen toegankelijk om toe te passen (‘open science’). Dit maakt het mogelijk dat steeds meer mensen zelf aan de slag kunnen in de biologie en niet alleen grote industriële of wetenschappelijke instituties. 

In deze paneldiscussie komen de synthetische biologie en DIY samen. “Door zelf organismen te maken of nieuwe eigenschappen toe te voegen, creëren we een nieuwe toekomst,” aldus de Weense onderzoeker. Wat valt hem op? De DIY-beweging komt voort uit een aantal ontwikkelingen in de maatschappij. Bijvoorbeeld doordat het vertrouwen van burgers in de industrie en de overheid afneemt. En dat de burger de verantwoordelijkheid van de overheid overneemt om te bepalen wat wel en niet verwantwoord is om te onderzoeken. Beleidsmakers moeten daar oog voor hebben, vindt Seyfried. De wetenschap heeft een andere betekenis gekregen en beslissingen worden door anderen genomen.

 

Enge monsters

Het schrikbeeld van de criticasters is: voor een prikkie kun je een doe-het-zelf-pakket kopen waarmee burgers in de garage kunnen knutselen aan genen en oncontroleerbare monsters kunnen maken. Seyfried relativeert dit beeld door te beschrijven dat het best ingewikkeld is en je niet zomaar wat engs kunt creëren. Enige ervaring, skills en de juiste benodigdheden zijn noodzakelijk. Ook zijn er vergunningen nodig die je niet zomaar krijgt.

De tweede spreker, Pieter van Boheemen, onderschrijft dat. Hij vertelt hoe ze bij de Waag Society in Amsterdam, te werk gaan. De Waag is een open, experimenteel laboratorium waar iedereen kan komen om wat te maken. De achterliggende gedachte van DIY is dat kennis transparant is en voor iedereen toegankelijk. Van Boheemen: “Zo worden mensen beter geïnformeerd over ontwikkelingen in de wetenschap, zodat deze wordt gedemocratiseerd en gedemystificeerd.” Het gaat hem vooral om het proces, het ontdekken, de ideeën, de creativiteit, niet zozeer om het resultaat. “Door het te doen kom je erachter wat het is,” stelt hij.

Ook Van Boheemen benadrukt dat het allemaal niet zo simpel is als vaak wordt gedacht en er vergunningen voor nodig zijn. Wel zijn de verschillen tussen Europa en de Verenigde Staten groot: in Europa zijn vergunningen nodig, in de VS Verenigde Staten (Verenigde Staten) zijn er minder regels en is veel meer mogelijk. Daar staat tegenover dat de FBI er bovenop zit –een interessant cultuurverschil, want dat zou in Europa volstrekt niet serieus worden genomen. Volgens heeft meer wetgeving geen zin. “Dat houdt de kwaadwillenden niet tegen. Wetgeving is bedoeld schade aan mens en milieu te voorkomen en is gericht op de reguliere gebruikers, maar dat houdt kwaadwillenden natuurlijk niet tegen. 

Lichtgevende kat

Het publiek vindt dat de twee sprekers de gevaren te veel bagatelliseren. Een terugkerende vraag is: waar houdt het op en wat zijn de gevolgen? Neem de lichtgevende kat met zes poten die mensen eet. Op internet wordt beweerd dat het mogelijk is om lichtgevende katten te maken. Van Boheemen: “Veel mensen denken catastrofaal. Vertrouw de DIY-community.” Ook binnen deze gemeenschap wordt stevig gediscussieerd over de ethische vraagstukken. “Mensen die kwaad willen doen worden geëxcommuniceerd.” 

Daarna brengt iemand uit het publiek in dat het niet zozeer om wetgeving gaat maar om ‘assessment’. Oftewel, breng in kaart wat de consequenties zijn. Die moet je overzien. Het RIVM kan daaraan bijdragen. Wat speelt er? Faciliteer de discussie over de maatschappelijke impact, zodat de wetenschap met het publiek kan discussiëren. Er zijn goede voelsprieten nodig, want de ontwikkelingen gaan hard. Daarbij is het belangrijk de positieve dingen te benadrukken, en niet alleen te focussen op de risico’s. “Maak het niet belachelijk, maar leer ervan. De ontwikkelingen zijn er nu eenmaal.”