Overzicht van bijzondere meldingen, clusters en epidemieën van infectieziekten in binnen- en buitenland

ib januari 2016

Auteur: P. Bijkerk

Infectieziekten Bulletin, jaargang 27, nummer 11, januari 2016

Binnenlandse signalen

Overdraagbare colistineresistentie aangetoond in pluimvee

Recent is in China een nieuwe vorm van resistentie tegen colistine ontdekt, een plasmideoverdraagbaar colistineresistentiegen. Colistine is een van de laatste middelen dat ingezet kan worden bij multidrugresistente Gramnegatieve bacteriën, waaronder carbapenamaseprodurende Enterobacteriaceae (CPE Carbapenemase-producerende enterobacterales (Carbapenemase-producerende enterobacterales)). Er was al een resistentiemechanisme tegen colistine bekend via een chromosomale mutatie in het genetisch mate-riaal van de bacterie. Het Centraal Veterinair Instituut (CVI Central Veterinary Institute (Central Veterinary Institute)) heeft het plasmide-overdraagbare colistine-resistentiegen mcr-1 ook in Nederland aangetroffen. In een initiële screening van een grote verzameling Salmonella-isolaten (n=3.274) van het RIVM en de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit)) uit 2014 en 2015, voornamelijk afkomstig van zieke mensen, landbouwhuisdieren en voedsel, zijn 3 colistineresistente stammen gevonden die het overdraagbare mcr-1-gen bevatten. Het betrof 2 Salmonella Paratyphi B variant Java-stammen afkomstig uit in Nederland geslachte kippen en 1 Salmonella Schwarzengrund uit geïmporteerd kalkoenvlees. Dit toont aan dat dit resistentiemechanisme ook in Nederland incidenteel voorkomt, vergelijkbaar met de recente gegevens uit Denemarken en het Verenigd Koninkrijk. (Bronnen: DTU Food national food institute denmark (national food institute denmark), PHE Public Health England (Public Health England), ECDC European Centre for Disease Prevention and Control (European Centre for Disease Prevention and Control), Promed, Lancet Infectious Diseases CVI, RIVM)

Drie patiënten met zikavirusinfecties, opgelopen in Suriname

Voor het eerst zijn in Nederland 3 patiënten met een zikavirusinfectie gediagnosticeerd, die allen besmet werden in Suriname. Een patiënt had alleen Paramaribo bezocht, de andere 2 patiënten waren ook elders in het land geweest. De Amerikaanse Centers for Disease Control and Prevention (CDC Centers for Disease Control and Prevention (Centers for Disease Control and Prevention)) melden autochtone transmissie van zikavirus in Puerto Rico. Eind december werd ook in Martinique voor het eerst autochtone transmissie aangetoond. Sinds 2014 is er circulatie van zikavirus aangetoond op Paaseiland en in Chili, Brazilië, Colombia, El Salvador, Guatemala, Mexico, Paraguay, Suriname, Venezuela, Honduras, Martinique en Frans Guyana, Panama en Puerto Rico. In Brazilië wordt een toename gezien van microcefalie. Microcefalie is een aandoening van het centrale zenuwstelsel en wordt gekenmerkt door onvolledige hersenontwikkeling en een te kleine omvang van de schedel. Microcefalie is meestal aangeboren (primaire microcefalie), maar kan ook later ontstaan (secundaire microcefalie). Aangeboren microcefalie kan ontstaan door veranderingen in het erfelijk materiaal. Dit kan leiden tot ontwikkelingsstoornissen bij de foetus tijdens de zwangerschap. Andere mogelijke oorzaken zijn stofwisselingsziekten, een te vroege verbening van de schedel (craniosynostosis) en bepaalde infecties tijdens de zwangerschap, zoals een rubellavirusinfectie. De Braziliaanse autoriteiten onderzoeken of er een verband is met deze epidemie. Op 17 november meldden de Braziliaanse autoriteiten dat bij 2 zwangere vrouwen het zikavirus in het vruchtwater is aangetroffen. Verder onderzoek is gaande om de toename van de incidentie van microcefalie en andere neurologische ziektebeelden bij foetussen en pasgeborenen te kunnen verklaren.

De mogelijke relatie tussen een zikavirusinfectie tijdens de zwangerschap en microcefalie wordt onderzocht. Het is aannemelijk dat het zikavirus verder verspreidt vanwege de aanwezigheid van de vector (Aedes aegyptii) in grote delen van Midden- en Zuid-Amerika. Omdat het verspreidingsgebied van zikavirus toeneemt, zal ook het risico op reisgelateerde import in Europese landen toenemen. (Bronnen: CDC, RRA Rapid Risk Assessment (Rapid Risk Assessment)-ECDC, Promed)


 

Figuur 1 Landen in Zuid- en Midden-Amerika waar autochtone transmissie van zikavirus is aangetoond (Bron: PAHO Pan American Health Organization (Pan American Health Organization))


Griep in Nederland

In verschillende ziekenhuizen zijn patiënten opgenomen op de afdeling Intensive care (IC intensive care (intensive care)) in verband met een ernstig verlopende A(H1N1)pdm09 influenzavirusinfectie. Het is onduidelijk hoe groot deze problematiek binnen andere ziekenhuizen is. De IAZ influenza-achtig ziektebeeld (influenza-achtig ziektebeeld)(influenza-achtig ziektebeeld)-incidentie binnen de huisartsenpeilstations in week 1 2015 was 83 per 100.000 ingeschreven patiënten. Dit is een sterke stijging ten opzichte van eerdere weken. Op basis van deze peilstationgegevens is er vooralsnog geen influenza-epidemie gaande, maar er is wel sprake van continue circulatie. De huisartsen zien vooral jonge kinderen (0-4 jaar) met IAZ. (Bronnen: RIVM, NIVEL Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg (Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg))


 

Figuur 2 Huisartsenpeilstationregistraties van influenza-achtig ziektebeeld (IAZ) en uitslagen van afgenomen monsters, week 40 2015 – week 1 2016


 

Cluster van Shigella na verblijf in Peru

Er is melding gemaakt van 8 Shigella-infecties onder Nederlanders na verblijf in Lima, Peru. Allen hadden verbleven in hetzelfde hotel en hadden gegeten in verschillende restaurants in de omgeving van het hotel. Het waren 7 vrouwen en 1 man tussen de 37 en 51 jaar. De eerste ziektedagen waren tussen 22 oktober tot 6 december. Bij 6 patiënten is bevestigd dat zij een S. sonnei-infectie hadden, bij 1 patiënt ging het om een S. dysenteriae en bij 1 patiënt is de species nog onbekend. (Bron: RIVM)

Buitenlandse signalen

Toename van het aantal difteriepatiënten in Letland

De afgelopen 3 jaar werden er in Letland 27 patiënten van difterie gemeld. Dit is bijna een verdubbeling van het aantal patiënten in vergelijking met de periode 2009-2011 waarin 14 patiënten werden gemeld. In heel Europa zijn in totaal tussen 2012-2015 97 patiënten met difterie gemeld. De afgelopen 15 jaar zijn er in Letland 20 mensen gestorven aan difterie. Een mogelijke oorzaak van de toename is de lage vaccinatiegraad onder volwassenen doordat er in de jaren ’80 in Letland veel weerstand was tegen vaccinatie. (Bron: ProMed Program for Monitoring Emerging Diseases (Program for Monitoring Emerging Diseases))

Aviaire influenza A-virus bij vogels in Frankrijk

In Frankrijk zijn de afgelopen periode meerdere hoogpathogene aviaire influenzavirus (HPAI)-uitbraken gemeld van het subtype H5N1, H5N9 en H5N2. In totaal zijn er sinds begin november 61 uitbraken gemeld. De bedrijven waar deze aviaire influenzavirussen zijn aangetroffen zijn vooral eendenbedrijven en bevinden zich in het zuidwesten van Frankrijk. Het vermoeden is dat deze HPAI-H5N2- en H5N1-virussen zijn gemuteerd vanuit een laagpathogeen aviair influenzavirus dat al in Europa circuleerde. De NVWA meldt dat er vanuit en naar de aangedane Franse regio’s afgelopen 2 maanden geen aviair influenzavirus gevoelige dieren of producten zijn verhandeld. Er zijn extra reinigings- en ontsmettingsprocedures ingesteld voor alle vervoermiddelen die vogels of broedeieren vervoeren van Frankrijk naar Nederland. (Bronnen: Franse Ministerie van Landbouw, Plateforme ESA, NVWA)

Legionella-uitbraak in Spanje

Op ProMed wordt melding gemaakt van een grote Legionella-uitbraak in Midden-Spanje. Inmiddels is bij 237 patiënten de infectie met laboratoriumonderzoek bevestigd en zijn 4 patiënten overleden. Brononderzoek door Spaanse autoriteiten wijst op een speelfontein of een ‘bedriegertje’, bij het centrale busstation. In het water van de fontein zijn 2 Legionella-stammen geïsoleerd. Op dit moment wordt onderzocht of die overeenkomen met het patiëntmateriaal. Eerder was een industriële koeltoren in beeld, maar hier kon geen gerelateerde Legionella-stam worden aangetoond. Sinds het brononderzoek werd gestart is de fontein uit voorzorg uitgeschakeld. Sinds 25 december zijn er geen nieuwe patiënten meer gemeld. Een uitbraak van deze omvang waarbij een openbare fontein als bron wordt aangetoond zou bijzonder zijn. Er zijn wel uitbraken beschreven waarbij een waterfontein de bron was, maar daarbij was het aantal patiënten veel kleiner. (Bron: ProMed)

Ebola in West-Afrika

De World Health Organization (WHO World Health Organization (World Health Organization)) heeft op 29 december 2015 Guinee ebolavrij verklaard, nadat 42 dagen waren verstreken sinds de laatste laboratoriumbevestigde casus. Hiermee is de epidemie ten einde. De WHO heeft in Guinee een periode van verhoogde surveillance afgekondigd gedurende 90 dagen na de ebolavrijverklaring. Voor Sierra Leone zal de verhoogde surveillance tot 5 februari 2016 van kracht zijn. De bestrijding van de ebola-epidemie is niet meer gericht op het stoppen van de oorspronkelijke transmissieketens maar op het managen van mogelijke nieuwe clusters door herintroductie van het virus via herstelde ebolapatiënten . De WHO blijft de ebola-uitbraak daarom vooralsnog als een Public Health Emercengy of International Concern beschouwen. In Nederland is alertheid voor introductie vanuit Sierra Leone, Liberia en Guinee nog geboden, vooral als iemand intensief contact met ex-ebolapatiën­ten heeft gehad. Wereldwijd zijn er per 30 december 2015 28.637 ebolapatiënten geregistreerd, waarvan 11.315 overleden (40%). (Bronnen: WHO, WHO-report, inf@ctbericht)

Hiv humaan immunodeficientievirus (humaan immunodeficientievirus) in Europa

Het European Centre of Disease Prevention and Control (ECDC) meldt in het jaarrapport dat in 2014 142.197 mensen zijn gediagnosticeerd met hiv humaan immunodeficientievirus (humaan immunodeficientievirus) in Europa. Dit is het grootste aantal sinds de registratie startte in de jaren 80. In 2013 werden nog 136.235 patiënten gevallen geteld. Vooral de landen in Oost-Europa laten een stijging zien. Rusland meldde 85.252 nieuwe patiënten. In Bulgarije, Hongarije, Tsjechië en Slowakije is het jaarlijkse aantal nieuw gediagnosticeerde hivinfecties sinds 2005 verdubbeld. In deze landen wordt het virus vooral overgedragen via heteroseksuele contacten of via verontreinigde injectienaalden (intraveneus druggebruik). De belangrijkste transmissieroute in de Europese Unie is via mannen die seks hebben met mannen (MSM mannen die seks hebben met mannen (mannen die seks hebben met mannen)). Op het totale aantal hivdiagnoses in Europa is het aandeel MSM gestegen van 30% in 2005 naar 42% in 2014. In Nederland neemt het aantal hivdiagnoses onder MSM geleidelijk af. (Bronnen: ECDC, SHM the HIV Monitoring and HIV Treatment Centres Foundation (the HIV Monitoring and HIV Treatment Centres Foundation)-rapport, RIVM)

Uitbraak van cholera in Tanzania

De WHO meldt een uitbraak van Vibrio cholerae in Tanzania. In totaal zijn er 8.220 patiënten bekend, waarvan 117 overleden. De regio Dar es Salaam is het meest aangedaan, met 51% van de gemelde patiënten. Met de komst van het regenseizoen en de verwachte effecten van El Niño wordt veel regen verwacht. El Niño is de verzamelnaam voor weertypen in grote delen van de wereld die worden veroorzaakt door een sterke opwarming van normaal koel zeewater in het gebied van de evenaar in de oostelijke Grote oceaan. In 1997 tijdens El Niño, kende Tanzania de grootste cholera-epidemie in de historie van het land met 40.000 patiënten. (Bron: WHO-IHR WHO international health regulations (WHO international health regulations))

Auteur

P. Bijkerk, Centrum Infectieziektebestrijding, RIVM Bilthoven

Correspondentie

Paul.Bijkerk@rivm.nl