Een mevrouw meldde zich ongerust bij GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst). Haar kat was thuisgekomen met een vleermuis in de bek. De vleermuis bleek dood te zijn. De vrouw heeft hem met het kattenbakschepje bij het afval gedeponeerd. Het afval is inmiddels opgehaald. Ze heeft het diertje niet aangeraakt. Nu is ze bezorgd, niet alleen of de kat misschien rabiës (hondsdolheid) kan krijgen, maar zij zelf ook? De vrouw heeft contact gehad met de dierenarts, maar die heeft haar verwezen naar de GGD. Haar vragen: ‘Komt er rabiës voor bij vleermuizen in Nederland? Moeten er nog maatregelen worden genomen bij mijn kat? En loop ik zelf risico om besmet te worden?’ De GGD kan niet alle vragen beantwoorden en belt de Landelijke Coördinatie Infectieziektebestrijding (LCI Landelijke coördinatie infectieziektebestrijding (Landelijke coördinatie infectieziektebestrijding)) van het RIVM.

ib februari 2014

Auteur: T. Oomen

Infectieziekten Bulletin, jaargang 25, nummer 2, februari 2014

Wat is rabiës?

Rabiës of hondsdolheid wordt veroorzaakt door het klassieke rabiësvirus, dat tot het geslacht Lyssavirus behoort. Het virus wordt door een besmet dier (meestal een hond ) via het speeksel overgedragen. Je kunt besmet raken doordat een hondsdol dier je bijt, maar ook als het je likt of krabt. Via wondjes, maar ook via de slijmvliezen van de ogen of mond, kan het virus het lichaam binnendringen. Het virus kan vervolgens het zenuwstelsel binnendringen en via de zenuwbanen in de hersenen komen. Als het zenuwstelsel wordt aangetast, is de ziekte dodelijk. Jaarlijks gaan er over de hele wereld meer dan 55.000 mensen dood aan rabiës. Wereldwijd hebben zeker 10 miljoen mensen een jaarlijkse behandeling nodig na mogelijke blootstelling aan het rabiësvirus. Nederland is, net als een aantal andere Europese landen, op dit moment officieel rabiësvrij verklaard.

Wat is vleermuisrabiës?

Bij vleermuizen worden in ons land nog wel regelmatig rabiësvirus gevonden. Dit is niet het klassieke rabiësvirus, dat in veel landen bij honden en bij vossen voorkomt, maar het European Bat Lyssa Virus (EBLV). Dit virus is bij een aantal Europese soorten vleermuizen aangetroffen en behoort ook tot het geslacht Lyssavirus. Het kan een zelfde ziektebeeld veroorzaken als het klassieke rabiësvirus.


 

Foto vleermuis


Laatvliegers en meervleermuizen

Het is een misvatting dat de meeste vleermuizen rabiës hebben. In Nederland komen 21 verschillende soorten vleermuizen voor. Daarvan zijn er 7 soorten algemeen of redelijk algemeen voorkomend. Bij 2 soorten is vastgesteld dat ze met rabiës besmet kunnen zijn. Dat zijn de laatvlieger en de meervleermuis. Van de laatvlieger is de laatste jaren gemiddeld 15-20% van de voor onderzoek aangeboden exemplaren positief op EBLV getest. Onder meervleermuizen komt EBLV nauwelijks voor. Bij de andere Nederlandse soorten – waaronder de meest voorkomende gewone dwergvleermuis- is EBLV nooit aangetoond. Omdat de verschillende soorten vleermuizen lastig te herkennen zijn, is het belangrijk om toch altijd alert te blijven en contact met vleermuizen te vermijden.

Kunnen vleermuizen worden onderzocht?

Vleermuizen (dood of levend) kunnen door, of in opdracht van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit)) naar het Centraal Veterinair Instituut (CVI Central Veterinary Institute (Central Veterinary Institute)) gebracht worden voor onderzoek op hondsdolheid. Vleermuizen behoren tot de beschermde diersoorten. Het doden van vleermuizen mag daarom alleen door dierenartsen worden gedaan indien er sprake is van een rabiësverdenking. In Nederland is het beleid dat vleermuizen alleen worden onderzocht op rabiës als er risicocontact met mensen is geweest.

Is er risico voor de kat?

Een kat is een roofdier en zal zich niet snel laten bijten of krabben door een vleermuis. Het is niet bekend dat in Nederland ooit een kat hondsdol is geworden na contact met een vleermuis. Wanneer het toch gebeurt dat een huisdier (kat/hond) gebeten of gekrabd is door een vleermuis, neem dan contact op met de dierenarts. Deze kan het huisdier tegen hondsdolheid inenten. Maak bij de afspraak aan de dierenarts duidelijk dat er contact is geweest tussen het huisdier en een vleermuis. Als de kat meteen wordt ingeënt, is de kans op infectie minimaal. En zolang de kat zelf niet geïnfecteerd is, draagt deze het virus ook niet over.

Vleermuis gevonden? Raak hem niet aan!

Als de kat een vleermuis heeft gevangen, raak de vleermuis dan niet aan.

  • Zit er een levende vleermuis in huis, open dan een raam en doe het licht uit zodat de vleermuis naar buiten kan vliegen.
  • Ligt de vleermuis op de grond, dan is de veiligste manier om hem op te pakken door er een bakje, doosje of bloempot overheen te zetten. Daarna een kartonnetje eronder schuiven en dan het geheel op pakken. Gebruik dan altijd stevige handschoenen. Laat de vleermuis buiten weer vliegen.
  • Kan de vleermuis niet meer vliegen of wil je de vleermuis niet zelf weghalen, bel dan de dierenambulance (telefoonnummer 0900-0245).
  • Ben je gebeten, gekrabd of gelikt door een vleermuis, was dan de wond meteen goed uit met water en zeep, een ander huishoudelijk reinigingsmiddel of desnoods alleen met water gedurende vijf minuten. Ontsmet vervolgens de wond met alcohol (70%) of jodium. Bel daarna direct een arts. De arts beoordeelt – zo nodig samen met de GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst) - of er vaccinaties of antistoffen tegen rabies nodig zijn.
  • Als na de beet, krab of lik de vleermuis nog aanwezig is bel dan de NVWA, telefoonnummer 0900-0388 24/24 uur). Zij laten onderzoeken of de vleermuis het rabiësvirus heeft.

Deze informatie is terug te vinden in de folder Rabiës bij vleermuizen in Nederland, wat moet ik weten?

Auteur

T. Oomen, Centrum Infectieziektebestrijding, RIVM, Bilthoven

Correspondentie

Ton.Oomen@rivm.nl

Bronnen