Overzicht van bijzondere meldingen, clusters en epidemieën van infectieziekten in binnen- en buitenland tot en met 15 augustus 2013

content

Auteur(s): E.Fanoy

Infectieziekten Bulletin, jaargang 24, nummer 7, september 2013

Binnenlandse signalen

Mazelen in Nederland

Er zijn sinds 1 mei 2013 ruim 1000 gevallen van mazelen gemeld. Signalen uit diverse GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst)-regio’s geven aan dat dit een grote onderschatting is van het werkelijk aantal ziektegevallen. De meeste mazelen patiënten zijn ongevaccineerd (96%) en in de leeftijdsklasse 4-12 jaar (58%). Er zijn 3 patiënten die met 2 doses gevaccineerd zijn, waaronder één gezondheidsmedewerker. Er zijn 9 gezondheidsmedewerkers met mazelen die de infectie waarschijnlijk tijdens hun werkzaamheden hebben opgelopen. Hiervan zijn 8 ongevaccineerd en 1 persoon die met 2 doses gevaccineerd is. Het aantal gegeven BMR bof, mazelen,rodehond (bof, mazelen,rodehond)-0 vaccinaties (extra vaccinatie voor kinderen van 6-12 maanden) is in juli 2013 10 keer hoger dan in dezelfde periode in 2012. De meest recente update van de mazelensurveillanceoverzicht staan op: http://www.rivm.nl/Documenten_en_publicaties/Wetenschappelijk/Tabellen_grafieken/Infectieziekten/Mazelensurveillanceoverzicht
(Bronnen: GGD’en, Osiris)

 

Figuur 1: Mazelencases naar week van eerste ziektedag exantheem en GGD (n=999*), 1-5-2013 tot 14-8-2013. *
Importcases (n=7) zijn hier uitgesloten. In het overzicht zijn daarnaast 36 gevallen niet opgenomen vanwege het ontbreken van de 1e ziektedag.

Rubella op een school in de Bijbelgordel

Sinds 12 juni 2013 zijn 54 gevallen van rubella gemeld die gerelateerd zijn aan een cluster op een gereformeerde school met een lage vaccinatiegraad. Alle patiënten zijn voor zover bekend ongevaccineerd.
De school heeft een regiofunctie. De GGD heeft de ouders op de school per brief geïnformeerd en een vaccinatieaanbod gedaan. De meeste patiënten zijn 4 tot 11 jaar; er is ook een patiënt van 39 jaar. De meest recente epidemie van rodehond in de reformatorische gezindte was in 2004-2005. Er zijn sinds 17 juli geen nieuwe patiënten gemeld.
(Bronnen: RIVM, GGD Hollands Midden)

Echinococcus multilocularis bij vossen in Nederland

Er is een toename van de vossenlintworm, Echinococcus multilocularis, bij vossen in Zuid-Limburg. Sinds 1997 wordt de parasiet in vossen gevonden in Zuid-Limburg en in Oost-Groningen. Uit recent onderzoek in het oostelijke buitengebied van Maastricht blijkt dat er een forse toename van het aantal vossen met vossenlintworm is. 37 Vossen werden onderzocht en bij 19 (51%) werd de lintworm aangetroffen. In 2005-2006 was dit nog bij 15 van 166 onderzochte vossen (9%). De vossenlintworm heeft de vos als eindgastheer maar ook honden kunnen besmet raken en zo als eindgastheer optreden. Mensen kunnen besmet raken door de opname van de eieren van de parasiet die door vossen via de ontlasting wordt uitgescheiden en bijvoorbeeld terecht-komen op wilde bessen of paddenstoelen, die door mensen worden gegeten. Ook kunnen de eieren in de vacht van honden terechtkomen. Indien mensen besmet raken kan zich een blaaswormstadium ontwikkelen in de lever met een incubatietijd van 5-15 jaar, die tot alveolaire echinokokkose kan leiden. Het aantal patiënten dat met de ziekte wordt gezien, ook in endemische gebieden, is echter beperkt. In Centraal-Europa komt de vossenlintworm al decennialang voor bij vossen. Ook in de rest van Europa verspreidt de vossenlintworm zich. GGD Zuid-Limburg heeft in samenwerking met de Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit (NVWA Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit)) en het RIVM een nieuwsbericht uitgebracht waarin het publiek en vakantiegangers in Limburg gewaarschuwd worden en gewezen worden op de voorzorgsmaatregelen. Regionale huisartsen zijn door GGD Zuid-Limburg geïnformeerd. Alle dierenartsen in Nederland zijn door de NVWA op de hoogte gebracht van het advies.
(Bronnen: Vetinf@ct, RIVM, GGD Zuid-Limburg)

 

Rabiës na verblijf in Haïti

Bij een Nederlandse patiënt is eind juni de diagnose rabiës vastgesteld. De patiënt is waarschijnlijk besmet geraakt door een beet van een hond in Haïti. Het RIVM heeft de Haïtiaanse en internationale autoriteiten geïnformeerd. De patiënt heeft geen postexpositieprofylaxe gehad.
(Bron: AMC Academisch Medisch Centrum Amsterdam (Academisch Medisch Centrum Amsterdam), RIVM)

Buitenlandse signalen

Dromedarissen mogelijk reservoir voor MERS Middle East Respiratory Syndrome (Middle East Respiratory Syndrome)-coronavirus

Het tijdschrift The Lancet Infectious Diseases heeft een serologische studie gepubliceerd waarin onderzoekers aanwijzingen hebben gevonden dat het MERS-coronavirus, of een zeer verwant virus, voorkomt onder dromedarissen. Voor het onderzoek werden 349 sera getest van verschillende dieren (runderen, schapen, geiten, dromedarissen en andere kameelachtigen) afkomstig uit Oman, Nederland, Spanje en Chili. De sera werden getest op de aanwezigheid van IgG Immunoglobulin G (Immunoglobulin G)-antistoffen tegen MERS-coronavirus, SARS severe acute respiratory syndrome (severe acute respiratory syndrome)-coronavirus en het humaan coronavirus OC43. In 100% van de onderzochte sera van de dromedarissen uit Oman werden neutraliserende antistoffen tegen het MERS-coronavirus gevonden. De sera waren afkomstig van dieren uit het hele land, wat suggereert dat het virus daar circuleert onder dromedarissen. Ook werden antistoffen gevonden tegen MERS-coronavirus onder dromedarissen afkomstig van de Canarische Eilanden, maar met lagere neutraliserende antistoftiters en bij minder dieren (14%). In de monsters van de overige dieren werden geen antistoffen tegen MERS-coronavirus gevonden. De seropositieve dieren vertoonden geen ziekteverschijnselen. PCR polymerase chain reaction (polymerase chain reaction)-testen op MERS-coronavirus waren negatief. De serologische resultaten suggereren dat dromedarissen mogelijk een dierlijk reservoir zijn voor het virus. Echter, in Oman zijn geen humane gevallen beschreven. De transmissieroute van het MERS-coronavirus is onduidelijk. Mens-op-menstransmissie is slechts sporadisch beschreven, waardoor het vermoeden bestaat dat er een dierlijk reservoir voor het virus is. Tot op heden zijn er wereldwijd 94 bevestigde patiënten gemeld, waarvan 46 zijn overleden.
(Bronnen: The Lancet Infectious Diseases, RIVM, WHO World Health Organization (World Health Organization))

Zuid-Afrikaanse vleermuis reservoir voor een aan MERS-CoV coronavirus (coronavirus) genetisch verwant virus

Het tijdschrift Emerging Infectious Diseases heeft een artikel gepubliceerd waarin onderzoekers een virus, genetisch sterk lijkend op het MERS-CoV, met PCR hebben aangetoond in de feces van 1 van 62 Zuid-Afrikaanse vleermuizen (van 13 verschillende soorten) die zijn getest. Op basis daarvan wordt gespeculeerd dat, naast de dromedaris, ook een vleermuis een reservoir zou kunnen vormen voor MERS-CoV.
(Bronnen: CDC Centers for Disease Control and Prevention (Centers for Disease Control and Prevention), WHO)

Wildpoliovirus in Israël

De WHO maakte bekend dat in 30 rioolwatermonsters verzameld op 10 plaatsen in Israël gedurende de periode van 3 februari tot en met 30 juni het wildpoliovirustype 1 is aangetroffen. De meeste positieve bevindingen waren in rioolwatermonsters uit het zuiden van het land. Aanvullend hierop is via surveillancebemonstering ook poliovirus aangetoond in de ontlasting van 27 asymptomatische kinderen en 1 volwassene, allen voldoende gevaccineerd voor hun leeftijd. Normaliter worden kinderen met geïnactiveerd poliovaccin geïmmuniseerd, wat na een eventuele besmetting wel klachten voorkomt, maar niet altijd uit fecale virusuitscheiding. Er zijn in Israël geen patiënten met verlammingsverschijnselen bekend. Detectie van het virus in meerdere delen van het land wijst op geografische verspreiding over het land over een langere periode. De WHO schat het risico op internationale verspreiding van polio vanuit Israël als groot in. Israël is poliovrij sinds 1988. De vaccinatiegraad wordt geschat op 94%. In reactie op de bevinding wordt er actief gezocht naar poliogevallen en worden vaccinatiecampagnes opgezet. Het Landelijk Coördinatiecentrum Reizigersadvisering (LCR Landelijk Coördinatiecentrum Reizigersadvisering (Landelijk Coördinatiecentrum Reizigersadvisering)) adviseert aan alle reizigers naar Israël om hun poliovaccinatiestatus op peil te brengen. Wereldwijd is polio endemisch in 3 landen: Nigeria, Pakistan en Afghanistan. Sinds begin 2013 is er een uitbraak van polio gaande in de Hoorn van Afrika, met 52 gevallen in Kenia en Somalië. Wereldwijd zijn er in 2013 tot nu toe ruim 100 gevallen van polio gemeld aan de WHO, ten opzichte van 91 in dezelfde periode van 2012.
(Bronnen: WHO, Polio Eradication Initiative, LCR)

Invasieve meningokokkenziekte C onder MSM mannen die seks hebben met mannen (mannen die seks hebben met mannen) in Frankrijk en Duitsland

Zowel Frankrijk als Duitsland melden een cluster van patiënten met invasieve meningokokkenziekte serogroep C onder mannen die seks hebben met mannen (MSM). De 3 patiënten uit Frankrijk komen uit de regio Parijs; 2 van de 3 mannen zijn frequente bezoekers van gay bars.

Duitsland rapporteert ook 3 patiënten met een identieke stam van Neisseria meningitidis serogroep C. Hiervan zijn 2 patiënten overleden en 1 is comateus. De 3 Duitse patiënten zijn bezoekers van gay bars die ook worden bezocht door buitenlanders. Eerder rapporteerden wij al over een uitbraak van invasieve meningokokkenziekte onder MSM in New York waar sinds 2010 22 patiënten met een serogroep C
N. meningitidis-infectie zijn. De laatste melding dateert uit februari 2013. Uit voorlopige typeringsresultaten blijkt dat de uitbraakstammen uit New York en Frankrijk vergelijkbaar zijn. Verdere typering, onder andere met behulp van Multi Locus Sequence Typing (MLST multilocus sequence typing (multilocus sequence typing)), wordt uitgevoerd. De Duitse stam is identiek aan de uitbraakstam in New York. In Nederland zijn er sinds begin 2013 3 patiënten met invasieve meningokokkenziekte serogroep C bekend, maar er zijn geen aanwijzingen dat deze patiënten behoren tot een cluster van MSM.
(Bronnen: EWRS early warning response system (early warning response system), EPIS Epidemic Intelligence Information System (Epidemic Intelligence Information System) VPD-netwerk)

Westnijlvirus in Europa

Roemenië meldt de detectie van een geval van westnijlvirusinfectie (WNV West Nile virus (West Nile virus)) bij een inwoner van de plaats Galati, in het oosten van het land. Dit is de derde patiënt met WNV in deze stad sinds 2010. Tussen 1997 en 2013 werden in dit gebied in totaal 21 patiënten gemeld met WNV. Ook in Griekenland, Italië, Macedonië, Servië, Rusland en Israël zijn dit jaar patiënten met WNV gemeld. Op de website van het ECDC European Centre for Disease Prevention and Control (European Centre for Disease Prevention and Control) wordt een overzicht bijgehouden van de Europese patiënten (zie kaart).
(Bronnen: EWRS, ECDC)

 

Hond met rabiës in Spanje

Nabij Toledo in Spanje is een hond positief getest op rabiës. De hond had 4 kinderen en een volwassene aangevallen op verschillende locaties in de omgeving. Een kind moest geopereerd worden aan de verwondingen. De hond toonde verdacht gedrag sinds 20 mei en werd afgemaakt op 1 juni. Spanje is rabiësvrij en de hond is waarschijnlijk in Marokko besmet. De Spaanse autoriteiten hebben de opsporing van verdachte dieren in het gebied rond Toledo opgeschaald en postexpositie-profylaxe verstrekt aan risicocontacten.
(Bron: EWRS, Promed)

Toename mazelen in het noorden van Syrië

De WHO meldt een toename van het aantal mazeleninfecties onder kinderen in Syrië. Vanwege de burgeroorlog is de vaccinatiegraad van jonge kinderen gedaald van 80% naar bijna 0%. Ook wonen de honderdduizenden verdreven burgers vaak dicht op elkaar in overvolle vluchtelingenkampen. Normaliter werden er jaarlijks hooguit enkele tientallen kinderen met mazelen gemeld, maar nu zouden er ongeveer 7000 kinderen recent een mazeleninfectie hebben doorgemaakt in het noorden van het land.
(Bron: Artsen zonder Grenzen)

Auteur

E. Fanoy, Centrum Infectieziektebestrijding, RIVM, Bilthoven

Correspondentie
ewout.fanoy@rivm.nl