Longontsteking bij ouderen is een aandoening die door behandelaren en beleidsmakers onderschat wordt. Uit een verkennend onderzoek door de Nederlandse Organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek (TNO) naar de stand van zaken rond preventie en behandeling komt naar voren dat er meer aandacht moet komen voor preventieve maatregelen - bijvoorbeeld door een gezonde leefstijl te promoten - ter voorkoming van complicaties in ziekenhuizen. Ook moeten maatregelen genomen worden ter bevordering van snelle en accurate diagnostiek om tijdig tot adequate behandeling over te kunnen gaan. Daarnaast is, zeker bij co-morbiditeit, meer samenhang in de zorg gewenst om preventie en behandeling gecoördineerd aan te pakken, gericht op het optimaal dagelijks functioneren van de patiënt.

content

Auteur(s): K. van Vliet, R. Perenboom

Infectieziekten Bulletin, jaargang 23, nummer 7, september 2012

Waarom aandacht voor longontsteking bij ouderen?

Nederland ‘vergrijst’ in hoog tempo. Het aantal ouderen (65 plus) groeit naar verwachting van 2,5 miljoen in 2010 (15% van de bevolking) naar 4,6 miljoen in 2040 (26% van de bevolking). Daarmee neemt in komende jaren ook het aantal mensen met een of meer chronische ziekten toe. Ook de prevalentie van infectieziekten onder ouderen zal verder toenemen, mede doordat ouderen en vooral ouderen met een of meer chronische ziekten een verhoogd risico lopen op het krijgen van infectieziekten vanwege een met de leeftijd afnemende immuniteit. Vooral influenza en infecties van de onderste luchtwegen, waarvan longontsteking de meest voorkomende is, hebben een grote impact op de gezondheid en het welbevinden van ouderen. (1,2) Daarnaast is longontsteking een belangrijke doodsoorzaak bij ouderen. In de rangordening van ziekten en aandoeningen staat longontsteking met 5164 gevallen (bij 65-plussers) op de zevende plaats als doodsoorzaak, op de vierde plaats als geschatte jaarincidentie en op de tiende plaats als oorzaak van verloren levensjaren. De zorgkosten bij longontsteking (en influenza) bedroegen in 2005 ongeveer 455 miljoen euro, waarvan de helft toe te rekenen is aan ziekenhuiszorg en medisch specialistische zorg (3). Hoewel de incidentie per 1000 personen de laatste jaren relatief constant blijft, zal alleen al door de demografische verandering het absolute aantal nieuwe gevallen tussen 2005 en 2025 met 13 % stijgen. Longontsteking (gecombineerd met acute bronchi(oli)tis) staat op de zestiende plaats als ziektelast in termen van DALY Disability Adjusted Life Year (Disability Adjusted Life Year)’s. (4)

Deze cijfers hebben betrekking op longontsteking ontstaan buiten het ziekenhuis. Gegevens over het ontstaan van longontsteking als complicatie na ziekenhuisopname zijn niet gevonden, wellicht door het ontbreken van een eenduidige registratie van complicaties. Er lijkt nog weinig bekendheid te bestaan onder betrokken partijen over de ernst en omvang van de problematiek van infectieziekten bij ouderen in het algemeen en longontsteking in het bijzonder, zeker wat betreft longontsteking als complicatie. De indruk bestaat dat veel beroepsbeoefenaren (huisartsen, medisch specialisten) de risico’s en gevolgen onderschatten. Weliswaar erkennen beroepsbeoefenaren dat de mortaliteit ten gevolge van infectieziekten onder ouderen vrij groot is, toch blijven zij vaak van mening dat infectieziekten als longontsteking over het algemeen goed te behandelen zijn met antibiotica.

TNO heeft in 2011 een onderzoek verricht naar de stand van zaken rond preventie en behandeling van longontsteking bij ouderen en de mogelijkheden om deze te verbeteren. De deelnemers aan dit onderzoek waren 14 behandelaren, beleidsmakers en onderzoekers: een internist ouderengeneeskunde Leids Universitair medisch Centrum (LUMC Leids Universitair Medisch Centrum (Leids Universitair Medisch Centrum)), een arts-microbioloog Universitair Medisch Centrum Utrecht (UMC Universitair Medisch Centrum (Universitair Medisch Centrum) Utrecht), een longarts (Erasmus MC Erasmus University Medical Center (Erasmus University Medical Center)), een huisarts/onderzoeker (UMC Utrecht), een inspecteur Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ Inspectie voor de Gezondheidszorg (Inspectie voor de Gezondheidszorg)), beleidsmedewerker CSO Chief Science Officer (Chief Science Officer) Koepel van ouderenorganisaties, de voorzitter van de Commissie Rijksvaccinatieprogramma (RVP Rijksvaccinatie programma (Rijksvaccinatie programma)) en onderzoekers van het RIVM, de afdeling Verpleeghuisgeneeskunde van het medisch centrum Vrije Universiteit Amsterdam, de afdeling Filosofie van public health van de Universiteit Maastricht en van het innovatiegebied Levenslang gezond van TNO. Het onderzoek bestond enerzijds uit literatuuronderzoek en anderzijds uit een vragenlijst voor de deelnemers, waar nodig aangevuld met (telefonische) interviews met de deelnemers. De interviews werden uitgewerkt en voor commentaar teruggekoppeld naar de geïnterviewden. De uitkomsten zijn vervolgens besproken in een expertmeeting van deelnemers aan het onderzoek en andere deskundigen. De uitkomst van deze meeting was dat voor de preventie van longontsteking niet alleen meer kennis nodig is over vaccinatie tegen influenza en pneumokokken, maar er is ook een omslag nodig naar functioneringsgerichte preventie, vroegtijdige diagnostiek en adequate behandeling en zorg. In het hiernavolgende gaan we nader op deze aspecten in.

Functioneringsgerichte preventie, behandeling en zorg

Tijdens opname in het ziekenhuis is het allereerst noodzakelijk om complicaties te voorkomen, vooral bij specifieke groepen ouderen, bijvoorbeeld ouderen met dementie of cardiovasculaire problemen. Bij ziekenhuisopnames en bij bedlegerigheid thuis is er vaak sprake van een passief beleid ten aanzien van het op peil houden van de algehele conditie en functieherstel. Een actiever beleid is gewenst en bereikbaar door relatief eenvoudige maatregelen zoals het verhogen van de mobiliteit (bewegen), inspiratoir trainen en het voorkomen van ondervoeding en uitdroging. Vanwege de variatie in ziektebeeld is het van belang om bij elke patiënt te zoeken naar de optimale wijze om tot functieherstel te komen.

Vroegtijdige en adequate diagnostiek en behandeling

Er is behoefte aan meer kennis over ziekteverwekkers, antibioticaresistentie en prognostische factoren evenals aan mogelijkheden om ziekteverwekkers te identificeren. Er kan winst geboekt worden door het behandelbeleid vroegtijdig te plannen en antibiotica (en wellicht ook antivirale middelen) onder andere in verband met de toenemende resistentie, meer specifiek toe te passen. In geval van antibioticaresistentie zijn er alternatieve interventies mogelijk zoals bijvoorbeeld het trainen van de ademhalingsspieren, waardoor de gevolgen van de longontsteking minder ernstig zijn. Er is nog weinig onderzoek gedaan naar de effecten van niet-medicamenteuze (preventieve) interventies bij longontsteking bij ouderen. Intensieve longspiertraining voorafgaand aan een operatieve ingreep blijkt in ieder geval te leiden tot een lagere incidentie van ziekenhuisgerelateerde longontsteking en tot een gemiddeld kortere ligduur van in ieder geval 1 dag op een ligduur van 6-7 dagen. (5)

Samenhangende adequate zorg

Een belangrijke aanbeveling is dat er (meer) continuïteit in de zorg voor ouderen moet komen door een betere afstemming van de huisartsenzorg, specialistische zorg en paramedische zorg. Dit kan worden bereikt door multidisciplinaire behandel- en zorgteams samen te stellen met een huisarts, praktijkondersteuner, specialisten, fysiotherapeuten, verpleegkundigen, thuiszorg. Hierbij zou dan een gezamenlijk functiegericht behandelplan opgesteld moeten worden waarbij de regie in handen ligt van één arts. De setting (ziekenhuis, verpleeghuis, thuis) bepaalt wie de regie heeft: ofwel de behandelend specialist, ofwel de verpleeghuis arts, ofwel de huisarts. Door het op deze manier organiseren van ouderenzorg zullen interventies die zijn gericht op preventie en vroegtijdige behandeling eerder worden ingezet waardoor ziekenhuisopnames en complicaties van longontsteking of longontsteking als complicatie (en kosten) worden voorkomen. Deze aanbevelingen sluiten ook aan bij het eerder dit jaar verschenen rapport van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij tot Bevordering der Geneeskunst (KNMG Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter bevordering der Geneeskunst (Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter bevordering der Geneeskunst)) Sterke medische zorg voor kwetsbare ouderen. (6) In dit rapport wordt geconstateerd dat de geïnventariseerde knelpunten vooral betrekking hebben op de organisatie van de zorg, waardoor de kwaliteit van de zorgverlening voor kwetsbare ouderen niet optimaal is. Alhoewel longontsteking bij alle ouderen kan optreden en preventie en zorg voor alle ouderen is, vormen kwetsbare ouderen een groep met een verhoogd risico op longontsteking en complicaties.

 

Auteurs

K. van Vliet, R. Perenboom, TNO, Leiden 


Correspondentie
R. Perenboom | rom.perenboom@tno.nl

 

Literatuur

 

  1. Bijkerk P, Lier EA van, Vliet, JA van, Kretzschmar MEE. Staat van Infectieziekten in Nederland 2008. Bilthoven: RIVM; 2009.
  2. Bijkerk P, Lier EA van, Vliet JA van, Kretzschmar MEE. Effecten van vergrijzing op infectieziekten. Nederlands Tijdschr Geneeskd 2010; 154:A1613.
  3. Poos MJJC, Smit JM Joint meeting (Joint meeting), Groen J, Kommer GJ, Slobbe LCJ. Kosten vanziekten in Nederland 2005. Bilthoven: RIVM, 2008.
  4. RIVM Nationaal Kompas Volksgezondheid. Bilthoven: RIVM; 2011
  5. http://www.nationaalkompas.nl/gezondheid-en-ziekte/ziekten-enaandoening…
  6. Hulzebos EH, Helders PJ, Favié NJ, De Bie RA, Brutel de la Riviere A, Van Meeteren NL. Preoperative intensive inspiratory muscle training to prevent postoperative pulmonary complications in high-risk patients undergoing CABG surgery: a randomized clinical trial. JAMA Journal of the American Medical Association (Journal of the American Medical Association). 2006 Oct 18;296(15):1851-7.
  7. KNMG. Sterke medische zorg voor kwetsbare ouderen. Utrecht: KNMG;2011.