Binnenland

Verheffing van hepatitis C onder mannen die sex hebben met mannen

De GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst) Rotterdam-Rijnmond meldt een toename van het aantal acute hepatitis C-meldingen onder hivpositieve mannen die seks hebben gehad met mannen (MSM mannen die seks hebben met mannen (mannen die seks hebben met mannen)) (Figuur 1). De mannen werden gescreend naar aanleiding van klachten door verhoogde ALAT alanineaminotransferase (alanineaminotransferase) (Alanine aminotransferase)-waarden. Tot half augustus van dit jaar werden 11 meldingen van acute hepatitis C gedaan. In 2010 ging het in totaal om 8 meldingen (zie epicurve). Ook toen ging het om hivpositieve MSM. Hoewel HCV hepatitis C virus (hepatitis C virus)-transmissie bekend is onder hivpositieve MSM die ruige seks hebben, rapporteerden enkele patiënten alleen eenmalig onveilig anaal contact te hebben gehad, zonder ruige sekstechnieken.
De GGD heeft de onderlinge relatie tussen de patiënten uitgezocht. Drie patiënten zijn in een bepaalde periode op dezelfde locatie geweest waar seksparty’s werden gehouden. Tussen de overige patiënten kon geen directe relatie gevonden worden.
Bij onderzoek van dit cluster bleek dat aanvankelijk niet alle mannen via het laboratorium gemeld waren omdat hepatitis C alleen met PCR polymerase chain reaction (polymerase chain reaction) bij hen was gediagnosticeerd en het betrokken laboratorium dergelijke uitslagen niet routinematig meldde. Er zijn nu nieuwe afspraken met dit laboratorium gemaakt om verdere onderrapportage te voorkomen. Ook in de rest van Zuid-Holland is in het tweede kwartaal van 2011 acute hepatitis C bij MSM gemeld. Het gaat om 5 patiënten, terwijl daarover in voorgaande jaren geen meldingen waren.
(Bron: GGD Rotterdam-Rijnmond)


Figuur 1: Acute HCV-meldingen GGD Rotterdam Rijnmond naar maand diagnose 2010-11

Cholera na familiebezoek in Afghanistan en Pakistan

Een 89-jarige vrouw was kortdurend opgenomen in het ziekenhuis vanwege diarreeklachten passend bij cholera. Haar klachten waren op 6 juli begonnen, vlak na aankomst in Nederland. Ze is inmiddels volledig hersteld en er zijn geen andere gevallen gemeld. In het laboratorium werd een Vibrio cholerae, serotype O1, Ogawa aangetoond. De patiënte was voor familiebezoek in haar eentje 2 maanden in Afghanistan en daarna 3 weken in Pakistan op rondreis geweest.
(Bron: arts-microbioloog E. Kuijper)

Tekenencefalitis na een rondreis in Oostenrijk

Een 59-jarige vrouw werd gediagnosticeerd met tickborne encephalitis (TBE tick-borne encephalitis (tick-borne encephalitis)), ook wel bekend als Midden-Europese tekenkoorts. De vrouw maakte een rondreis door Oostenrijk en was daar door een teek gebeten. Twee dagen later ontwikkelde ze hoge koorts (40 °C) en hoofdpijn. Eenmaal in Nederland bleek de vrouw een sterk positieve TBE-serologie te hebben. Ze was zowel IgG Immunoglobulin G (Immunoglobulin G)- als IgM immuunglobuline M (immuunglobuline M)-positief. De vrouw hield ongeveer 3 weken koorts, maar is inmiddels weer opgeknapt. Oostenrijk is één van de Europese landen waar men TBE op kan lopen. TBE is een importziekte in Nederland en wordt hier niet vaak gezien.
(Bron: arts-microbioloog L. Sabbe)

Buitenland

STEC Shigatoxineproducerende E. coli-stammen (Shigatoxineproducerende E. coli-stammen)/EHEC Enterohemorragische Escherichia coli (Enterohemorragische Escherichia coli)-O104-uitbraak in Duitsland ten einde (vervolg)

In mei en juni was er een grote uitbraak van Escherichia coli O104:H4 (STEC) in Duitsland. Ook in andere Europese landen waren ziektegevallen. In juli werden alleen nog in Duitsland sporadisch gevallen gemeld. Daarmee beschouwt het Robert Koch Instituut de uitbraak als beëindigd (zie het Duitse persbericht: http://www.rki.de/DE/Content/Service/Presse/Pressemitteilungen/2011/11__2011.html). Tijdens de uitbraak meldde het Robert Koch Instituut 4.321 gevallen in Duitsland, waarvan 852 STEC-patiënten met hemolytisch uremisch syndroom (HUS hemolitisch uremisch syndroom (hemolitisch uremisch syndroom)) en 3.469 STEC-patiënten. In totaal overleden 50 patiënten, waarvan 32 met HUS. In Nederland waren 7 patiënten. Volgens cijfers van het ECDC European Centre for Disease Prevention and Control (European Centre for Disease Prevention and Control) waren in de EU Europese Unie (Europese Unie) 3.910 STEC-patiënten en zijn 46 patiënten overleden. De bron van de uitbraak lijkt te liggen in kiemgroenten gekweekt uit fenegriekzaden die in 2009 en 2010 uit Egypte waren ingevoerd. Of de zaden daadwerkelijk in Egypte besmet zijn geraakt is nog onduidelijk.
(Bronnen: Robert Koch Instituut en ECDC)   

Uitbraak STEC/EHEC-O104 in zuidwesten van Frankrijk

In de regio Bordeaux in het zuidwesten van Frankrijk zijn in juni 15 patiënten met bloederige diarree gemeld, waarvan 8 patiënten een HUS ontwikkelden. Bij 6 patiënten werd STEC aangetoond met hetzelfde serotype en antibiogram dat bij het recente Duitse STEC-cluster werd aangetroffen. De patiënten namen deel aan een evenement in Beglés op 8 juni. De patiënten zijn tussen 31 en 78 jaar oud. Negen patiënten gaven aan dat zij kiemgroente (rucola, mosterd en fenegriekkiemen) hadden gegeten tijdens het evenement. De kiemgroente was in Frankrijk geproduceerd en niet vanuit Duitsland geïmporteerd. De gebruikte fenegriekzaden zijn echter afkomstig van dezelfde Egyptische partij als de zaden die in Duitsland zijn gebruikt. In 2 Nederlandse tuincentra zijn mogelijk besmette zaden van deze partij verkocht. De nVWA heeft een terughaalactie uitgevoerd (www.vwa.nl/actueel/nieuws/nieuwsbericht/2014340).
(Bron: Eurosurveillance) 

Uitbraak STEC/EHEC-O157 in Noord-Frankrijk

In Noord-Frankrijk zijn in de eerste helft van juni 8 kinderen met HUS gemeld, wat ongewoon veel is. Bij een aantal patiënten werd STEC-O157 aangetoond. Uit epidemiologisch onderzoek kwamen diepvrieshamburgers van een supermarktketen als verdachte voedselbron naar voren. Enkele hamburgers zijn onderzocht en meerdere STEC-varianten zijn aangetoond, waaronder O157. De Franse autoriteiten hebben de verdachte hamburgers uit de handel gehaald en er is geen aanwijzing dat een deel van deze hamburgers buiten Frankrijk op de markt is gekomen. Er is geen verband met de STEC-uitbraak in Duitsland en Zuidwest-Frankrijk.
(Bron: Promed)

Geïmporteerde hond met rabiës in Frankrijk

Een hond is in het westen van Frankrijk overleden aan rabiës. Het 3 maanden oude dier was illegaal geïmporteerd vanuit Marokko. De hond en de eigenaren reisden met hun auto vanuit Marokko met de boot naar Spanje, door naar Frankrijk. Er was in Spanje geen contact geweest met andere personen of dieren, omdat men daar alleen had gestopt om te tanken. In Frankrijk was het dier in direct contact geweest met 6 gezinsleden, 17 vrienden en een dierenarts. Alle contacten konden worden geïdentificeerd en krijgen postexpositieprofylaxe. De autoriteiten in Marokko en Spanje zijn geïnformeerd. Frankijk is officieel rabiësvrij sinds februari 2010. In 2008 was de laatste melding van rabiës bij een geïmporteerde hond. (Bron: EWRS early warning response system (early warning response system))

Leptospirose na schoonmaak van een kelder in Kopenhagen

Twee mannen uit Kopenhagen kregen leptospirose na het schoonmaken van hun kelder. Er was sprake van buitengewoon veel wateroverlast na een flinke regenbui waarbij binnen 3 uur 150 mm regen was gevallen. Diverse kelders in de stad waren ondergelopen. Eén van de 2 patiënten, een 62-jarige man, is overleden. De mannen bleken beiden positief voor leptospirose. Volgens nieuwsberichten lagen na de regenbui duizenden verdronken ratten rondom de riolering van de stad. (Bron:ECDC)

Westnijlvirusbesmettingen in een aantal Europese landen

DeWHO meldt dat er in verschillende Europese landen patiënten met west-Nijlvirusinfecties worden gerapporteerd. Vanaf begin juli 2011 zijn er bevestigde gevallen gemeld door Albanië (2), Griekenland (22), Israël (6), Roemenië (1) en Rusland (11) (zie figuur2). De meldingen zijn redelijk vroeg vergeleken met die van verleden jaar. Mogelijke verklaringen zijn de oplettendheid van artsen, verbeterde laboratoriumcapaciteiten en klimatologische omstandigheden in de regio die zorgen voor een toename van muggen als Aedes en Culex.


Figuur 2: Verspreiding recente gevallen van Westnijlvirusbesmettingen (Bron: Episouth)

Toeristen met cholera in de Dominicaanse Republiek

De Dominicaanse Republiek heeft, in navolging op buurland Haïti, te maken met een cholera-uitbraak. Sinds begin dit jaar zijn er ruim 1000 bevestigde autochtone gevallen gemeld. Het toeristenseizoen komt nu op gang. Door zowel de gezondheidsautoriteiten van Engeland en Duitsland worden toeristen gemeld die tijdens hun vakantie in de Dominicaanse Republiek een bevestigde cholera-infectie hebben doorgemaakt. In de betrokken hotels in de Dominicaanse republiek zijn de hygiënemaatregelen geïntensiveerd.
(Bron: Promed)

Difterie in Paraguay

Nadat in de hoofdstad van Paraguay, Asuncion, bij 2 kinderen (zusjes) difterie was vastgesteld is de overheid begonnen met een massavaccinatiecampagne gericht op kinderen én volwassenen. De campagne zal voornamelijk lopen in de Mercado Cuatrowijk, waar een grote markt is. Het is niet bekend hoe het met de meisjes gaat en of er meer verdachte gevallen zijn gesignaleerd. Hoewel er in 2002 nog een uitbraak is geweest van difterie in Paraguay komt deze ziekte in Paraguay en omringende landen sinds de jaren 80 van de vorige eeuw niet meer voor.

(Bron: Promed)

Chikungunyagevallen in Zuid-Oost Frankrijk

De regionale gezondheidsautoriteiten van de regio Provence-Alpes-Cote d’Azur in Zuidoost-Frankrijk meldden in de eerste helft van dit jaar 139 verdacht - en een bevestigd geval van chikungunya. Dit is twee keer zoveel als in 2010, maar mogelijk komt dit door de verhoogde alertheid van artsen. De tijgermug (Aedes albopictus) die het virus tussen mensen kan overdragen komt lokaal voor, maar het is vooralsnog onduidelijk of het om import- dan wel autochtone gevallen van chikungunya gaat. Het laatste autochtone geval in de regio dateert van oktober 2010. In Nederland zijn er dit jaar 2 patiënten gemeld met een verdacht klinisch beeld en specifieke IgM-antistoffen, maar beiden waren in Azië besmet.

(Bron: Promed)

Griepactiviteit op het zuidelijk halfrond

In Australië is het griepseizoen in volle gang en is het aantal gevallen ongeveer viermaal hoger dan in dezelfde periode vorig jaar. Daarnaast is dit jaar het griepseizoen wat eerder begonnen. Er zijn in het land regionale verschillen te zien. Zo wordt influenzavirus A(H1N1) 2009 het meest gezien, maar wordt in Zuid-Australië het overgrote deel van de gevallen (85%) veroorzaakt door influenzavirus B. De meeste gevallen zijn kinderen en adolescenten in de leeftijd van 5 tot 19 jaar. In Zuid-Amerika is tot op heden sprake van een lage influenza-activiteit. In Zuid-Afrika lijkt de epidemie op haar retour; 83% van de isolaten betrof influenzavirus A(H1N1) 2009. De WHO World Health Organization (World Health Organization) publiceert elke 2 weken een update van de wereldwijde influenza-activiteit via: http://www.who.int/csr/disease/influenza/update/en/index.html.
(Bron: WHO) 

Auteur

E. Fanoy, Centrum Infectieziektebestrijding, RIVM, Bilthoven

Correspondentie:

E. Fanoy | Ewout.Fanoy@rivm.nl