M. De Rosa

Rabiës is een zoönose met een wereldwijde mortaliteit van 55.000 per jaar. (1) In Nederland is het klassieke rabiësvirus geëlimineerd in wilde dieren. Het vleermuisgerelateerde lyssavirus (European Bat Lyssavirus (EBLV 1 en 2)) komt wel endemisch voor in Nederland. (2) De incidentie van humane rabiës in Nederland is erg laag; in de laatste 30 jaar zijn slechts 2 importgevallen beschreven, veroorzaakt door het lyssavirus (3) en het duvenhagevirus. (4) In de wereld zijn tot op heden slechts 6 humane (altijd dodelijke) infecties met EBLV beschreven. In Nederland is nog nooit een humane EBLV-infectie gevonden. Niettemin blijkt bij onderzoek van vleermuizen 21% van de ingezonden ‘laatvliegers’ (Eptesicus serotinus) en 4% van de ‘meervleermuizen’ (Myotis dasycneme) geïnfecteerd (figuur 1). EBLV-infectie vormt dus een potentieel risico. (5) Daarom is sinds een aantal jaren een passieve surveillance van kracht. Onderdeel daarvan is dat alle vleermuizen die betrokkenen zijn geweest bij een contact -of bijtincident met mens of huisdier worden onderzocht op rabiës. Dit is mogelijk gemaakt omdat rabiës meldingspichtig is voor artsen en dierenartsen.
Alle dierenmeldingen binnen en buiten kantooruren worden afgehandeld door het VWA Voedsel- en Waren Autoriteit (Voedsel- en Waren Autoriteit) Incident –en crisiscentrum (VIC Veenweide Innovatie Centrum (Veenweide Innovatie Centrum)) van de nVWA.

Foto 1. Overzicht op rabiësonderzochte vleermuizen in Oosterwolde in 2008. Witte stip: rabiëspositieve vleermuizen. Witte stip met punt: rabiësnegatieve vleermuizen. Huis met kruisje: een kinderopvang en een school


Na de melding neemt een veterinair deskundige van de nVWA contact met de melder op. Na beoordeling van de situatie komt de nVWA de vleermuis ophalen voor onderzoek bij het Centraal Veterinair Instituut. Alleen de postmortemdiagnose is van betekenis voor de afhandeling (het aantonen van het rabiësantigeen of rabiësvirus in hersenmateriaal van de vleermuis). De eerste resultaten van het onderzoek op de verdachte vleermuis zijn binnen een dag bekend. Vleermuizen zijn een bedreigde diersoort en zijn beschermd volgens de Flora en Faunawet en door middel van internationale afspraken. Desondanks is EBLV-onderzoek bij vleermuizen geïndiceerd wanneer er sprake is van direct contact maar dit leidt soms tot dilemma’s zoals in Oosterwolde in 2008 (foto 1) en in Groningen in 2009. Voor al deze gevallen is een goede samenwerking van de betrokkenen instanties essentieel voor een adequate afhandeling.

Foto 1. Overzicht rabiëspositief gevonden dieren 2008-2010


Auteurs

M. De Rosa, nVoedsel en Waren Autoriteit

Correspondentie:

mauro.de.rosa@vwa.nl 

 

Informatie over procedure en draaiboek is te vinden op http://www.vwa.nl/

 

Literatuur

1. WHO World Health Organization (World Health Organization) Expert Consultation on rabies. World Health Organ Tech Rep Ser, 2005. 931: p. 1-88, back cover.

2. Müller, Review of reported rabies case data in Europe to the WHO Collaborating Centre Tübingen from 1977 to 2000. Rabies Bulletin Europe 2000. 24(4): p. 11-19.

3. Schrijver, H.M., M.M. Veering, and M.M. Vis, A patient with rabies in The Netherlands. Ned Tijdschr Geneeskd, 1997. 141(9): p. 437-9.

4. van Thiel, P.P., et al., Fatal case of human rabies (Duvenhage virus) from a bat in Kenya: The Netherlands, December 2007. Euro Surveill, 2008. 13(2).

5. Takumi K. et al., Public health risk analysis bat lyssavirus infection in The Netherlands. Epidemiol. Infect. 2008, Page 1 of 7.