N. Moorer

De LCI Landelijke coördinatie infectieziektebestrijding (Landelijke coördinatie infectieziektebestrijding) ontvangt regelmatig vragen over verschijnselen die optreden bij kinderen na vaccinaties binnen het RVP Rijksvaccinatie programma (Rijksvaccinatie programma). In dit geval ging het om een kind van 14 maanden dat 7-8 dagen na de BMR bof, mazelen,rodehond (bof, mazelen,rodehond)-enting op de spoedeisende hulp werd gezien met 39,2°C koorts en uitslag. De ouders van het kind zijn van buitenlandse afkomst. Zij waren niet kortgeleden in het buitenland geweest. De vraag was of dit mazelen kon zijn?

Vaccinitis

Na toediening van elk levend vaccin vindt er in het lichaam replicatie plaats van het virus. Soms gaat dit gepaard met milde klachten zoals koorts en/of huiduitslag, die dan meestal optreden tussen 5 en 12 dagen na de vaccinatie. Als in deze periode koorts en uitslag aanwezig zijn noemen wij het voor het gemak een vaccinitis. Dit is geen officiële term en strikt genomen gaat het ook niet om een ‘itis’ (= ontsteking).

Na besmetting met het vaccinvirus duurt het 5 dagen voordat een viremie optreedt en er daardoor eventueel koorts en/of rode vlekjes verschijnen. Deze verschijnselen kunnen tot 12 dagen na de prik hiermee in verband gebracht worden. Daarna wordt de kans steeds groter dat het om een andere (virus)infectie of aandoening gaat. Bovendien kunnen de koorts en vlekjes binnen de 5-12 dagen na vaccinatie ook een andere oorzaak hebben.

Een onderzoek uit 1989 met een groep gevaccineerde kinderen en een niet gevaccineerde controlegroep liet zien dat de kans op koorts in de controle groep groter was dan bij de gevaccineerden.

Bij dit kind is, gezien de tijdsrelatie met BMR-vaccinatie (exantheem 5-12 dagen na vaccinatie) en het ontbreken van aanwijzingen voor andere oorzaken, vaccinitis het meest waarschijnlijk. Dat het hier om een kind van buitenlandse ouders ging, maakt niet uit. Het heeft evenveel kans als ieder ander Nederlands kind om in Nederland met wildmazelenvirus in aanraking te komen.

Uit een vragenlijstonderzoek gehouden in 2004 onder ouders van kinderen die een BMR-vaccinatie hadden gekregen, bleek dat 14,7% van die kinderen gedurende 5-12 dagen na vaccinatie koorts en rode vlekjes hadden gehad. In de jaren 2004-2009 werd gemiddeld 2,4% van de bij het RIVM gemelde bijwerkingen na vaccinatie binnen het RVP veroorzaakt door vaccinitis. In beide groepen zullen ook een aantal kinderen zitten waarbij de verschijnselen een andere oorzaak hadden. Dit noemen we ‘basis frequentie’ of ‘achtergrondruis’ van deze symptomen bij niet gevaccineerde personen, die op toevalsbasis na vaccinatie optreden.

Mazelen uitsluiten

Hoewel vaccinitis de meest waarschijnlijke oorzaak van koorts en/of huiduitslag na BMR-vaccinatie is, kan een mazeleninfectie die is opgelopen vlak voor de vaccinatie op grond van het klinische beeld niet worden uitgesloten. PCR polymerase chain reaction (polymerase chain reaction)- laboratoriumonderzoek kan uitsluitsel geven door typering van het gevonden mazelenvirus. Dit is echter alleen zinvol als de kans op een natuurlijke mazelen-infectie redelijk groot is.

Het advies is dan ook om PCR-onderzoek bij vaccinitis te beperken tot personen die mogelijke contacten hebben gehad met mazelenpatiënten al of niet door reizen naar het buitenland. Een urinemonster of een keelwat in virologisch medium kan worden opgestuurd naar het laboratorium van het RIVM.

Auteur

N. Moorer, CIb Centre for Infectious Disease Control (Centre for Infectious Disease Control)-RIVM, Bilthoven

Contactpersoon

N. Moorer | nella.moorer@rivm.nl  

Literatuur

  1. Kroesbergen, H.T., Moret-Huffmeijer L., Vermeer-De Bondt, P.E. Verschijnselen na gelijktijdige BMR- en meningokokken–C vaccinatie. Tijdschr. Soc. Geneesk, jaargang 83, nr. 7
  2. RIVM-rapporten 2004-2009: Adverse events following immunization under the National Vaccination Programme of the Netherlands.
  3. Data RIVM 1989