D.J.M. van der Lee, B.J. Beuvink-Chudak, E.J. Maarsingh

GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst) Regio Twente heeft onder 7 gemeenten onderzoek gedaan naar de informatiebehoefte op het gebied van infectieziektebestrijding. De resultaten laten zien dat informatie wordt gebruikt voor beeldvorming, het maken van beleidskeuzes en het afleggen van verantwoording. Hoewel men over het algemeen tevreden is over het tijdstip van informeren en de inhoud van de boodschap, bestaat er behoefte aan aanbevelingen over mogelijke acties die gemeenten kunnen ondernemen. Tevens blijkt dat de taken op het gebied van infectieziektebestrijding en de interne communicatie binnen gemeenten niet overal hetzelfde zijn georganiseerd. Het is voor de GGD van belang om te bepalen welke informatie over infectieziektebestrijding voor de wettelijke verplichtingen van de gemeente relevant is en of het de taak van de GGD is of van de gemeente om deze informatie binnen gemeenten te verspreiden.

Door de uitbraken van influenza A (H1N1) en Q-koorts was er het afgelopen jaar veel contact tussen GGD’en en gemeenten. Volgens de WPG moeten GGD’en gemeenten informeren over infectieziektebestrijding en ligt de verantwoordelijkheid voor maatregelen ter bestrijding van infectieziekten onder de bevolking bij het college van burgemeester en wethouders (WPG, art. 6, lid 1) Gezamenlijk bereiden zij de aanpak van een mogelijke crisis voor. De burgemeester geeft leiding aan de bestrijding van uitbraken (WPG, art. 6, lid 2). Als de ziekte zeer ernstig en besmettelijk is kan hij vrijheidsbeperkende maatregelen opleggen.

Het is van belang dat de boodschap die door de GGD aan gemeenten wordt gegeven juist wordt begrepen. Hiermee wordt bedoeld dat de boodschap aan de verwachtingen voldoet en kan worden vertaald in juiste beslissingen. In sommige gevallen moet de gemeente direct handelen, terwijl in andere gevallen de boodschap is bedoeld voor publieksvoorlichting of algemene beeldvorming.

De afgelopen jaren waren er een aantal nieuwe ontwikkelingen, zowel in de infectieziektebestrijding als in de organisatie van het openbaar bestuur . Op het gebied van infectieziektebestrijding werden bekende ziekten moeilijker behandelbaar door het optreden van resistentie tegen antibiotica, bijvoorbeeld MRSA Methicilline-resistente Staphylococcus aureus (Methicilline-resistente Staphylococcus aureus).(1) Ook verspreiden ziekten zich makkelijker door de toegenomen mobiliteit van mensen en komen steeds meer exotische ziekten voor in Nederland. Zo overleed in juli 2008 een vrouw aan Marburg hemorrhagische koorts. Zij was kort tevoren op vakantie geweest in Oeganda. (2) Verder ontstaan nieuwe infectieziekten die niet lijken op de bestaande vormen, bijvoorbeeld SARS severe acute respiratory syndrome (severe acute respiratory syndrome) en nieuwe influenzavirussen. (3) De infectieziektewereld waarschuwt voor het uitbreken van een wereldwijde pandemie. (4)

Op het gebied van openbaar bestuur zien we dat er sinds de jaren ’90 nationaal en internationaal toenemende aandacht is voor Good Governance. (5) Dit is een veelzijdig begrip, afkomstig uit economische en politieke wetenschappen, waarbij op een goede manier, met oog voor het algemeen belang, macht wordt uitgeoefend en maatregelen worden genomen. Hoewel er verschillende concepten van Good Governance bestaan, staat het aspect ‘verantwoording’ altijd centraal. Om het gevoerde beleid te kunnen verantwoorden is een goede informatievoorziening van groot belang.

Het hier beschreven onderzoek heeft als doel inzicht te krijgen in de informatiebehoefte van gemeenten in de regio Twente zodat de GGD haar informatievoorziening daar, binnen de wettelijk kaders, op af kan stemmen.

Methode


Voor dit onderzoek werden 22 personen geïnterviewd uit 7 gemeenten: 7 burgemeesters, 7 ambtenaren openbare gezondheidszorg (OGZ openbare gezondheidszorg (openbare gezondheidszorg)), 7 ambtenaren openbare orde en veiligheid (OOV) en 1 wethouder volksgezondheid. De burgemeesters werden geinterviewd vanwege hun wettelijke verantwoordelijkheid op het gebied van infectieziektebestrijding in tijden van crisis. De keuze om daarnaast ambtenaren te interviewen, en niet wethouders, is gemaakt omdat zij (vooral ambtenaren OOV) in de tijden van crisis optreden als adviseur van de burgemeester. Ook ligt de uitvoering van bestrijdingsmaatregelen vaak bij de ambtenaren OGZ en OOV.

De selectiecriteria voor de 7 gemeenten waren de omvang van de gemeenten, de geografische spreiding en de mate van contact in het afgelopen jaar tussen gemeente en GGD op het gebied van infectieziektebestrijding. Er is gekozen voor de volgende gemeenten: Almelo, Hengelo, Enschede, Borne, Haaksbergen, Dinkelland en Oldenzaal. Na de aankondiging van het onderzoek in het ambtelijk overleg van de openbare gezondheidszorg werden de gemeenten telefonisch benaderd voor een afspraak. In één geval, waarbij het niet lukte om telefonisch een afspraak te maken, is nog een brief gestuurd.

Op basis van de maximes (stelregels) van Grice (6) is een eigen communicatiemodel ontwikkeld. (Figuur) De volgende indicatoren zijn opgenomen in de vragenlijst: opvattingen over effectiviteit, tijdstip van informeren, inhoud van de informatie, gebruikscontext, verdere verspreiding van de informatie, opvattingen over de hoeveelheid informatie, wijze van communicatie, waardering vaste contactpersoon/afzender en risicoperceptie.

Voorafgaand aan de interviews ontvingen alle deelnemers een informatiebrief met een korte toelichting op het onderzoek en de vragen . Na de interviews ontvingen de deelnemers een verslag met het verzoek op- of aanmerkingen binnen 2 weken terug te sturen. Voor de inhoudsanalyse werden de verslagen gecodeerd, waarna de codes werden gegroepeerd per vraag. De interne validiteit werd getoetst door de voorlopige resultaten te presenteren in het ambtelijk overleg van de openbare gezondheidszorg en het clusteroverleg van openbare orde en veiligheid. Tijdens deze overleggen werden alle aanwezigen uitgenodigd om een reactie te geven op de onderzoeksresultaten. Daarnaast werd de presentatie geplaatst op het Extranet van de GGD, en kon men reageren per e-mail.


Figuur 1 Model van effectieve communicatie door afstemming tussen GGD en gemeenten; maximes van Grice (kwaliteit, relevantie, kwantiteit en wijze) dienen als basis om informatiebehoeften op het gebied van infectieziektebestrijding bij gemeenten te inventariseren

Resultaten

Alle respondenten vinden het belangrijk dat de informatie op tijd is. Burgemeesters willen informatie om hun beleid daarop af te stemmen en vinden het belangrijk dat alle betrokkenen geïnformeerd zijn. De ambtenaren willen informatie gericht op het nemen van maatregelen. Sommigen willen beknopte informatie, andere willen volledig worden geïnformeerd.

Over het algemeen willen de respondenten al in een vroeg stadium geïnformeerd worden over zaken als het acute gevaar, de besmettelijkheid, de kans op maatschappelijke onrust en acties die de gemeente kan ondernemen. Eén ambtenaar geeft aan dat het prettig is om informatie vanuit het landelijk kader zoals het Nationaal Crisis Centrum (NCC Nano Crystalline Cellulose (Nano Crystalline Cellulose)) vertaald te zien naar regionaal niveau.

Een groot deel van de respondenten vindt dat ambtenaren OGZ het eerste aanspreekpunt zouden moeten zijn, omdat zij belast zijn met de beleidsvoorbereiding, en de burgemeester niet. Niet alle communicatie die vanuit de GGD naar gemeenten plaatsvindt bereikt alle respondenten. Het jaarverslag en de regelmatige schriftelijke terugkoppeling komen vooral bij ambtenaren OGZ. Eén burgemeester geeft aan dat hij ervan uit- gaat dat ambtenaren dezelfde informatie ontvangen die hij krijgt. De interne communicatie binnen de gemeente blijkt echter niet altijd goed te verlopen.

De burgemeesters en de wethouder worden over het algemeen graag telefonisch geïnformeerd, ambtenaren geven de voorkeur aan schriftelijke informatie of per e-mail. Ambtenaren willen graag één contactpersoon bij de GGD voor een bepaald onderwerp, burgemeesters hechten hier minder waarde aan.

Aanbevelingen

De GGD moet de gemeente informeren over zaken die vanuit de wettelijke verantwoordelijkheden van de gemeente relevant zijn.

De GGD moet kort en bondig aangeven waarom er communicatie plaatsvindt en waarvoor deze informatie is bedoeld. In crisissituaties is het van belang om de gemeenten breed te informeren (burgemeester, ambtenaren OGZ en OOV en afdeling communicatie). In minder urgente situaties kan worden volstaan met een nieuwsbrief op intranet/internet.

Er is behoefte aan regie in de taakverdeling binnen de gemeenten omdat het onduidelijk is wie er wanneer door de GGD moeten worden geïnformeerd. Deze conclusie strookt met eerder onderzoek door GGD Hart van Brabant over communicatie naar gemeenten tijdens de Q-koortsepidemie. (7)

Bij de bestrijding van infectieziekten zijn veel partijen betrokken. Om communicatie effectief te laten verlopen is het van belang dat het duidelijk is voor alle betrokken partijen wie verantwoordelijk is voor welke informatie.

De GGD moet een informatiebijeenkomst/voor de gemeenten organiseren over de nieuwe taken en bevoegdheden van gemeenten en GGD’en zoals beschreven in de WPG. Ook is het raadzaam dat de GGD een werkbezoek organiseert over infectieziektebestrijding voor nieuwe medewerkers, raadsleden en bestuurders bij gemeenten.

Auteurs

D.J.M. van der Lee (1), B.J. Beuvink-Chudak (2), E.J. Maarsingh (2)

  1. Tijdens het schrijven van dit artikel student MSc master of science (master of science) Bestuurskunde, Radboud Universiteit, Nijmegen
  2. GGD Regio Twente,

Correspondentie


D.J.M. van der Lee | D.J.M.vanderlee@gmail.com

Literatuur

 

  1. Livermore, D. (2001). Antibiotic resistance in staphylococci. International Journal of Antimicrobial Agents, 3-10
  2. Timen, A., Koopmans, P., Vossen, A., Van Doornum, G., Günther, S, Van Berkmortel, F. , et al. (2009). Response to Imported Case of Marburg Hemorrhagic Fever, the Netherlands. Emerging Infectious Diseases, 1171-1175.
  3. Oxford, J. Bossuyt, S., & Lambkin, R. (2003). A new infectious disease challenge: Urbani severe acute respiratory syndrome (SARS) associated coronavirus. Immunology, 326-8.
  4. Webster, R., Shortridge, K., & Kawaoka, Y. (1997). Influenza: interspecies transmission and emergence of new pandemics. GEMSIM , 275-279.
  5. WRR. (2001). Ontwikkelingsbeleid en goed bestuur. Den Haag: Sdu Uitgevers.
  6. Grice, P. (1989). Studies in the way of words. United States of America: Harvard University Press.
  7. De Lange, M., Van Dam, A., & Wijkmans, C. (2010). Evaluatie van de communicatie naar gemeenten tijdens de Q-koortsepidemie in Noord-Brabant. Infectieziekten Bulletin; Jaargang 21 nummer 01.