P. Bijkerk

Deze rubriek belicht binnen- en buitenlandse signalen op infectieziektegebied. De berichten zijn afkomstig uit 2 bronnen: Inf@ct en het signaleringsoverleg. Inf@ct is de elektronische berichtenservice van de Landelijke Coördinatie Infectieziektebestrijding (LCI Landelijke coördinatie infectieziektebestrijding (Landelijke coördinatie infectieziektebestrijding)) van het RIVM-CIb Centre for Infectious Disease Control (Centre for Infectious Disease Control). In het signaleringsoverleg wordt wekelijks op het CIb gesproken over toename van bestaande of opkomst van nieuwe infectieziekten. Hieronder volgt een overzicht van de signalen tot en met 21 oktober 2010.

Binnenland

Humane gevallen van vlekziekte

De Gezondheidsdienst voor Dieren (GD Gezondheidsdienst voor Dieren (Gezondheidsdienst voor Dieren)) ziet in haar monitoringsoverzichten de laatste jaren steeds meer gevallen van vlekziekte bij kippen en in het bijzonder bij leghennen met uitloop. Vlekziekte, veroorzaakt door Erysipelothrix rhusiopathiae, is een zoönose die binnen enkele uren na infectie bij kippen en kalkoenen tot een acute sepsis en sterfte leidt. De ziekte is ook bekend bij varkens, schapen en in mindere mate bij reptielen en vissen. Recent heeft de GD 4 humane gevallen van vlekziekte gerapporteerd. De patiënten waren alle 4 betrokken bij de autopsie van (naar achteraf bleek) besmet pluimvee. Ze zijn besmet geraakt via een verwonding aan de hand, waarna zich laesies ontwikkelden met erythemateus oedeem en vervolgens jeuk en een brandend, pijnlijk gevoel optraden. Naast lokale huidinfecties kan deze infectie zich uitbreiden naar de lymfeklieren en zelfs leiden tot een sepsis of endocarditis. Dat laatste was bij deze 4 patiënten niet het geval. De infectie kan goed behandeld worden met antibiotica. Huisartsen en ziekenhuizen zijn vaak slecht bekend met de infectie waardoor de diagnose in eerste instantie gemist kan worden. (Bron: GD)

Toename van respiratoire enterovirus 68-infecties

De NIVEL Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg (Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg)-surveillance van acute respiratoire aandoeningen toonde een opvallende toename van enterovirusinfecties. In week 37 en 38 werd in respectievelijk 25 en 35% van de NIVEL-monsters enterovirus gevonden. Het ging vooral om volwassenen die naar de huisarts waren gegaan met acuut beginnende keelpijn, hoesten en koorts. De monsters waren positief in de enterovirus-PCR polymerase chain reaction (polymerase chain reaction). Uit typering van de eerste 5 stammen uit week 35 en 36 bleek het in alle gevallen te gaan om enterovirus 68. Enterovirus 68-infecties kwamen in het verleden sporadisch voor, vooral in de vroege herfstperiode. Het aantal infecties bevindt zich momenteel weer op normaal niveau. (Bron: NIVEL, RIVM-LIS Laboratorium voor Infectieziekten en Screening (Laboratorium voor Infectieziekten en Screening))

Buitenland

Dengue in Kroatië

In Kroatië werd de eerste autochtone infectie van dengue gemeld. Het betrof een Duitse toerist die tussen 1 en 15 augustus in het zuiden van Kroatië met vakantie was. Op 16 augustus, een dag na thuiskomst, ontwikkelde hij koorts, gewrichts- en hoofdpijn met daarbij algehele malaise. In verband met zijn klinische symptomen werd diagnostiek naar dengue verricht. Zowel IgM immuunglobuline M (immuunglobuline M) als later ook IgG Immunoglobulin G (Immunoglobulin G) waren beide sterk positief voor dengue. Omdat de patiënt gedurende de hele incubatieperiode in Kroatië was, wordt deze casus beschouwd als de eerste autochtone transmissie van dengue in Kroatië. Hiervoor waren alleen importgevallen van dengue in Kroatië bekend. Deze bevinding is niet onverwacht omdat vestiging van de tijgermug Aedes albopictus in Kroatië bij herhaling beschreven is. Omdat de tijgermug een minder efficiënte vector is voor de verspreiding van dengue dan Aedes aegypti wordt het risico op verdere humane verspreiding en uitbraken als gering geschat. Wel kunnen er zolang de tijgermug nog actief is (tot en met november) sporadisch humane infecties optreden. Het kaartje laat de verspreiding van de tijgermug zien in juni 2010. De rode plekken in Nederland verwijzen naar de tijgermuggen die in kassen gevonden zijn. (Bron: EWRS early warning response system (early warning response system) en ECDC European Centre for Disease Prevention and Control (European Centre for Disease Prevention and Control))

Lokaal opgelopen Chikungunya in Zuid-Frankrijk

In Fréjus, in het zuidoosten van Frankrijk werden 2 Chikungunyapatiënten gemeld. Het ging om 2 kinderen van 12 jaar die in dezelfde straat wonen, op dezelfde middelbare school zitten, niet op reis waren geweest en geen bloedtransfusie hadden ontvangen. Eind augustus was een viremische patiënt in Fréjus gediagnosticeerd die in India op reis was geweest. Deze patiënt woont op 2 kilometer afstand van de bovenstaande patiënten. In het gebied heeft de Aedes albopictus-mug zich sinds 2007 gevestigd (zie kaartje). Deze gevallen zijn niet onverwacht. De import van viremische Chikungunyapatiënten kan bij de aanwezigheid van de vector leiden tot locale transmissie. In Italië was in 2007 een Chikungunya-uitbraak met meer dan 200 patiënten. De bron van deze uitbraak was een patiënt die een Chikungunya-infectie in India had opgelopen. Lokale Aedes albopictus-muggen zorgden vervolgens voor verdere, lokale verspreiding. (Bron: ERWS)

Polio in Tadzjikistan en omgeving; nu ook in Kazachstan

Volgens berichten van de WHO World Health Organization (World Health Organization) werd half oktober in Kazachstan een jongen van 7 jaar positief bevonden voor polio veroorzaakt door wildpoliovirustype 1. De jongen had niet gereisd. Er zijn op dit moment nog 6 andere patiënten met acute slappe verlamming (AFP Acute Flaccid Paralysis (Acute Flaccid Paralysis)), waarvan nog geen laboratoriumresultaten zijn. Kazachstan was sinds 1995 vrij van polio en meldde in 2010 in totaal 68 patiënten met acute slappe verlamming (AFP), waarbij geen polio werd vastgesteld. In Tadzjikistan zijn nu 458 laboratoriumbevestigde patiënten met polio veroorzaakt door wildpoliovirustype 1. Hiervan zijn 26 mensen overleden. In Oezbekistan zijn in 2010 99 patiënten met AFP gemeld. Kirgizië meldde 50 patiënten, maar deze testten negatief voor polio. Daarnaast meldt Turkmenistan 41 patiënten met AFP, waarvan er 3 bevestigd zijn als polio. De Russische federatie heeft 290 AFP-gevallen, waarvan 12 zijn bevestigd als polio (Bron: WHO).

Wereldwijde griepactiviteit

Op het zuidelijk halfrond lijkt het griepseizoen ten einde. Belangrijkste conclusie van dit eerste post-pandemische jaar is dat het griepseizoen over het algemeen mild verliep, maar dat er in de jongere leeftijdcategorieën meer ernstige griepgevallen werden waargenomen. Uit verschillende surveillances in landen op het zuidelijke halfrond blijkt dat vooral de pandemische A/H1N1-stam, H3N2 en influenza B circuleren. Opvallend is dat in Nieuw-Zeeland alleen pandemisch A/H1N1 circuleerde, terwijl in Zuid-Afrika juist geen pandemische influenza werd waargenomen, maar vooral H3N2 en influenza B. Op het Noordelijk halfrond meldden de Verenigde Staten dat zij, door laboratoriumonderzoek, in slechts 1 % van 25.000 swabs van personen met griepachtige klachten een influenzavirus hadden gevonden, voornamelijk H3N2 en pandemische A/H1N1-influenzavirus. Het ECDC, dat de Europese situatie in de gaten houdt, meldt dat er in week 40 weinig of geen influenza-activiteit in de Europese lidstaten wordt gezien. De stammen die in het influenzavaccin zitten dat wij hier gebruiken voor vaccinatie van de bekende risicogroepen, komen goed overeen met de stammen die op het zuidelijke halfrond circuleerden. De vaccinatiecampagne is op 7 oktober van start gegaan. Er wordt gewerkt aan het opheffen van de meldingsplicht voor Nieuwe Influenza. (Bronnen: WHO, RIVM)

Mazelen in Roemenië

Tussen 22 augustus en 21 september werden in het Neamt-district, in het noordoosten van Roemenie 21 patiënten met mazelen gemeld, waarvan 17 laboratoriumbevestigd. Hiervan behoorden er 6 tot de Romagroep. Niemand was (volledig) gevaccineerd. Tien kinderen waren nog te jong voor vaccinatie, voor 5 was vaccinatie gecontra-indiceerd en 2 hadden 1 dosis ontvangen. Eerder dit jaar heeft Roemenië, ondanks een goede vaccinatiegraad (97-98%) ook kleine clusters van mazelen gehad, waaronder in hetzelfde district als waar nu patiënten zijn. Van de 17 bevestigde gevallen zijn 14 kinderen opgenomen. Hiervan zijn er 6 waarschijnlijk in het ziekenhuis geïnfecteerd. Eén kind van 7 maanden is overleden. (Bron: Eurosurveillance)

P. Bijkerk, RIVM-Centrum Infectieziektebestrijding,
Bilthoven.

Rode, ontstoken en gezwollen duim door Erysipelothrix rhusiopathiae

Geografische verspreiding van de tijgermug (Aedes albopictus), juni 2010. Bron: ECDC