De PAS monitoringsrapportage van het RIVM voorziet tussen 2014 en 2030 een daling in de stikstofemissies. De ontwikkeling van de stikstofdepositie door de jaren heen daalt tot 2030 in totaal met 14 procent. Met name de sectoren van het hoofdwegennet, de landbouwsector en het buitenland dragen bij aan deze daling. De overige sectoren laten een minder gunstig beeld zien.

 

Economische ontwikkeling

Van de beschikbaar gestelde ruimte voor vergunningplichtige activiteiten is gemiddeld circa 30 procent benut. Economische activiteiten binnen de sectoren industrie, landbouw en infrastructuur die weinig stikstofdepositie veroorzaken, tussen de 0,05 en 1 mol per hectare per jaar, hebben een meldingsplicht. De ruimte voor deze activiteiten is gemiddeld over Nederland voor 55 procent benut. Het merendeel van de nieuwe activiteiten betreft de landbouwsector.

Programma Aanpak Stikstof

Het Programma Aanpak Stikstof (PAS) beoogt economische ontwikkeling samen te laten gaan met een realisatie van de natuurdoelen voor de Natura 2000-gebieden. Het programma omvat zowel maatregelen die leiden tot afname van de stikstofdepositie in deze gebieden als herstelmaatregelen ter versterking van de natuur. Met de PAS-monitoringsrapportage stikstof beschrijft het RIVM de ontwikkeling van stikstofemissie en –depositie in de tijd en beschrijft de benuttingsgraad van de depositieruimte door nieuwe economische activiteiten die met het PAS mogelijk is gemaakt. In het PAS werken Rijk en provincies samen. Deze partijen kunnen met behulp van de monitoringsinformatie bepalen of het met het PAS ingezette beleid voldoet of dat bijsturing van het programma nodig is. Het RIVM voert de stikstofmonitoring uit in opdracht van het PAS-Bureau.

AERIUS

De resultaten zijn tevens te zien in AERIUS Monitor. AERIUS Monitor presenteert hoe het staat met de stikstof in Natura 2000 gebieden.